Gepubliceerd: 30 april 2018
Indiener(s): Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: openbare orde en veiligheid organisatie en beleid recht strafrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34889-7.html
ID: 34889-7
Origineel: 34889-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 30 april 2018

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 1, onderdeel a, «administratieve afhandeling» vervangen door «administratiefrechtelijke handhaving», wordt «artikel 4, onderdeel f» vervangen door «artikel 4, eerste lid, onderdeel f», en wordt in onderdeel k, in subonderdeel r, «voorkomen» vervangen door «voortkomen».

B

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 4, tweede lid, «ze» vervangen door «zij».

C

In artikel I, onderdeel E, wordt in artikel 4a, tweede lid, «zodanig» vervangen door «zodanige».

D

In artikel I, onderdeel P, komt onderdeel b te luiden:

b. Het tweede lid komt te luiden:

2. Op de verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is artikel 15, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

E

In artikel I, onderdeel S, wordt in artikel 17a, vijfde lid, onderdelen a, c en d, «lid 1» telkens vervangen door «eerste lid».

F

In artikel I, onderdeel Y, onder b, wordt «vierde lid» vervangen door «vierde lid (nieuw)».

G

In artikel I, onderdeel AA, wordt artikel 24b als volgt gewijzigd:

Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid, wordt een nieuw derde lid toegevoegd, dat komt te luiden:

3. De verwerkingsverantwoordelijke kan de verstrekking van informatie, als bedoeld in het tweede lid, uitstellen, beperken of achterwege laten voor zover dit een noodzakelijke en evenredige maatregel is in verband met een belang, bedoeld in artikel 27, eerste lid, onderdelen a tot en met e.

H

In artikel I, onderdeel AM, wordt in onderdeel a aan het slot van de zin een punt toegevoegd.

I

In artikel I, onderdeel AN, wordt in artikel 33a, tweede lid, «d» vervangen door «de».

J

In artikel I, onderdeel AP, wordt in artikel 35, eerste lid, «Persoonsgegevens» vervangen door «persoonsgegevens», wordt «artikel 1» vervangen door «artikel 6», en wordt in het tweede lid «algemene» vervangen door «Algemene».

K

In artikel I, onderdeel AT, wordt, onder b, «onderdeel f» vervangen door «onderdeel f (nieuw)», en, onder c, «onderdeel i» vervangen door «onderdeel i (nieuw)».

L

In artikel I, onderdeel AV, wordt in artikel 36e, zevende lid, onder a, «Dit» vervangen door «dit», en, onder b, «Het» vervangen door «het».

M

In artikel II, onderdeel A, wordt in artikel 1, onderdeel h «verwekkingsverantwoordelijke» vervangen door «verwerkingsverantwoordelijke» en wordt in onderdeel ab, «voorkoming» vervangen door «voorkoming,».

N

In artikel II, onderdeel D, wordt in artikel 7e, eerste lid, «voorziet» vervangen door «voorzien».

O

In artikel II, onderdeel K, wordt in artikel 16a, vierde lid, onderdelen a, c en d, «lid 1» telkens vervangen door «eerste lid».

P

In artikel II, onderdeel M, wordt aan artikel 17b een lid toegevoegd, dat komt te luiden:

4. De verwerkingsverantwoordelijke kan de verstrekking van informatie, als bedoeld in het derde lid, uitstellen, beperken of achterwege laten voor zover dit een noodzakelijke en evenredige maatregel is in verband met een belang, bedoeld in artikel 21, tweede lid, onderdelen a tot en met e.

Q

In artikel II, onderdeel W, wordt in artikel 26c, eerste lid, onder a, en tweede lid, onder b, «verantwoordelijke» telkens vervangen door «verwerkingsverantwoordelijke».

R

In artikel II, onderdeel X, wordt in artikel 27, eerste lid, «artikel 1» vervangen door «artikel 6».

S

In artikel II, onderdeel Z, vervalt in artikel 38, derde lid «in artikel 1, eerste lid, van de Uitvoeringswet» en «aangehaalde verordening».

T

In artikel II, onderdeel AF, wordt in artikel 39ga, tweede lid, «artikel 16b» vervangen door «artikel 16a».

U

In artikel II, onderdeel AP, wordt in artikel 39p, tweede lid, «buitensporige» vervangen door «buitensporig».

V

Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIa

De artikelen 10.2 en 10.3 van de Aanpassingswet Algemene verordening gegevensbescherming vervallen.

W

In artikel II, onderdeel AR, wordt in artikel 39r, derde lid, onderdeel c, eerste indent, «7din» vervangen door «7d in», en wordt «26g, 26g en 26h» vervangen door «26g en 26h».

X

In artikel II, onderdeel BE, wordt in artikel 51c, vierde lid, «16a en 16b» vervangen door «16 en 16a», en wordt in artikel 51d, derde lid, onderdeel c, «met;» vervangen door «met:».

Y

In artikel III wordt in artikel 27b, vijfde lid, «16a, 16b» vervangen door «15, 16, 16a».

Z

Artikel VI, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. Onderdeel A komt te luiden:

A

2. De artikelen 39e, vierde en vijfde lid, 39f, tweede lid, onder a, en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

AA

Artikel VII komt als volgt te luiden:

ARTIKEL VII

Onze Minister voor Rechtsbescherming zendt, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie, binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Toelichting

Algemeen

Deze nota van wijziging bevat een aantal technische wijzigingen van het voorstel van wet tot wijziging van de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens ter implementatie van Europese regelgeving over de verwerking van persoonsgegevens met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen. Tevens bevat deze nota van wijziging het voorstellen tot opneming van de mogelijkheid tot uitstel van de verstrekking van informatie over de gegevensverwerking aan de betrokkene in afzonderlijke gevallen. Tenslotte komen enkele artikelen van de Aanpassingswet Algemene verordening gegevensbescherming te vervallen.

De nota van wijziging wordt uitgebracht mede namens de Minister van Defensie.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A tot en met F

Met deze onderdelen worden tekstuele correcties aangebracht en onjuiste verwijzingen hersteld in de artikelen 1 (artikel I, onderdeel A), 4 (artikel I, onderdeel B), 4a (artikel I, onderdeel C), 16 (artikel I, onderdeel D), 17a (artikel I, onderdeel E) en 23 (artikel I, onderdeel F) van de Wet politiegegevens (Wpg).

Artikel I, onderdeel G

De richtlijn bevat de verplichting om de betrokkene bepaalde informatie over de gegevensverwerking ter beschikking te stellen(artikel 13 Rl). In specifieke gevallen dient de betrokkene te worden ingelicht over aspecten als de rechtsgrond van de verwerking, de bewaartermijnen en de categorieën van de ontvangers van de gegevens. De informatieplicht is echter niet absoluut; deze verplichting kan buiten toepassing worden gelaten vanwege zwaarder wegende belangen. De richtlijn biedt de lidstaten de mogelijkheid de informatieplicht uit te stellen, te beperken of achterwege te laten als een dergelijke maatregel een noodzakelijke en evenredige maatregel is om bepaalde belangen te beschermen, zoals het belang van het opsporingsonderzoek of van de strafvervolging (artikel 13, derde lid, Rl). De belangen die ten grondslag kunnen liggen aan het uitstellen, beperken of achterwege laten zijn merendeels identiek aan die welke ten grondslag kunnen liggen aan de afwijzing van een verzoek om inzage of rectificatie van politiegegevens. Tevens kunnen de lidstaten bepaalde verwerkingscategorien geheel of gedeeltelijk onder één van de eerdergenoemde belangen laten vallen (artikel 13, vierde lid, Rl).

In het wetsvoorstel is voorgesteld de verwerking van gegevens van verdachten uit te zonderen van de informatieplicht (artikel 24b, derde lid, Wpg). Van de mogelijkheid tot uitzondering in verband met de belangen, bedoeld in artikel 13, derde lid, van de richtlijn, is geen gebruik gemaakt. Het kan in de praktijk echter voorkomen dat de informatieverstrekking aan de betrokkene dient te worden uitgesteld, beperkt of achterwege gelaten voor zover dit evenredige en noodzakelijke maatregel is ter vermijding van belemmering van de gerechtelijke onderzoeken of procedures, ter vermijding van nadelige gevolgen voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten, ter bescherming van de openbare veiligheid, ter bescherming van de rechten en vrijheden van derden of ter bescherming van de nationale veiligheid. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als een getuige of slachtoffer contacten onderhoudt met de verdachte en de laatstgenoemde via de getuige of het slachtoffer op de hoogte kan raken van het feit dat jegens hem of haar een opsporingsonderzoek loopt. Daarom wordt conform de door de richtlijn geboden mogelijkheid, voorgesteld de mogelijkheid op te nemen de informatieplicht uit te stellen, te beperken of achterwege te laten op grond van de bovengenoemde belangen, die zijn opgesomd in artikel 27, eerste lid, onderdelen a tot en met e, Wpg.

Artikel I, onderdelen H tot en met L

Met deze onderdelen worden tekstuele correcties aangebracht en onjuiste verwijzingen hersteld in de artikelen 33 (artikel I, onderdeel H), 33a, (artikel I, onderdeel I), 35 (artikel I, onderdeel J), 36c (artikel I, onderdeel K) en 36e (artikel I, onderdeel L) van de Wpg.

Artikel I, onderdelen M tot en met O

Met deze onderdelen worden tekstuele correcties aangebracht en onjuiste verwijzingen hersteld in de artikelen 1 (artikel I, onderdeel M), 7e (artikel I, onderdeel N) en 16a (artikel I, onderdeel O) van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg).

Artikel I, onderdeel P

Bij met name grotere opsporingsonderzoeken is sprake van een continue gegevensstroom tussen het opsporingsteam en de officier van justitie. Ook bij eenvoudige onderzoeken is er dikwijls sprake van het verstrekken van politiegegevens aan de officier van justitie ten behoeve van de uitoefening van het gezag over de opsporing, voordat informatie aan de processtukken wordt toegevoegd. De gegevensverwerking valt dan onder de reikwijdte van de Wjsg. In die gevallen kan behoefte bestaan aan de mogelijkheid de informatieplicht ui te stellen, te beperken of achterwege te laten, conform de regeling van de Wpg. Daarom wordt voorgesteld te voorzien in de mogelijkheid informatieplicht uit te stellen, te beperken of achterwege te laten op grond van de belangen, die zijn opgesomd in artikel 21, tweede lid, onderdelen a tot en met e, Wjsg.

Artikel I, onderdelen Q tot en met U

Met deze onderdelen worden tekstuele correcties aangebracht en onjuiste verwijzingen hersteld in de artikelen 26c (artikel I, onderdeel Q), 27 (artikel I, onderdeel R), 38 (artikel I, onderdeel S), 39ga (artikel I, onderdeel T) en 39p (artikel I, onderdeel U) van de Wjsg.

Artikel I, onderdeel V

Met het wetsvoorstel worden de verwijzingen in de Wpg naar de Wet bescherming persoonsgegevens vervangen door verwijzingen naar de Uitvoeringswet Avg, dan wel de in die wet aangehaalde verordening. Met artikel 10.2 van de Aanpassingswet is verduidelijkt dat, in afwachting van het van kracht worden van het voorliggende wetsvoorstel onduidelijkheid ontstaat over de geldigheid van de regels in de Wpg waarin wordt verwezen naar de Wet bescherming persoonsgegevens. Met het van kracht worden van het wetsvoorstel is deze bepaling overbodig, zodat deze komt te vervallen.

Met het wetsvoorstel wordt de verwerking van persoonsgegevens door de buitengewoon opsporingsambtenaren onder de reikwijdte van de Wpg gebracht. Met artikel 10.3 van de Aanpassingswet is de mogelijkheid geboden om, in afwachting van de inwerkingtreding van het voorliggende wetsvoorstel, bij ministeriële regeling onderdelen van het bij of krachtens de Wet politiegegevens bepaalde tijdelijk van toepassing te verklaren op de verwerking van persoonsgegevens door de buitengewoon opsporingsambtenaren. Met het van kracht worden van het wetsvoorstel is deze bepaling overbodig, zodat deze komt te vervallen.

Artikel I, onderdelen W en X

Met deze onderdelen worden tekstuele correcties aangebracht en onjuiste verwijzingen hersteld in de artikelen 39r (artikel I, onderdeel W) en 51d (Artikel I, onderdeel X) van de Wjsg.

Artikel I, onderdeel Y

Dit onderdeel betreft de wijziging van artikel III van het wetsvoorstel, dat voorziet in wijziging van artikel 27b Sv. Dit betreft de van overeenkomstige toepassing van een aantal artikelen van de Wjsg op de verwerking van persoonsgegevens in de strafrechtsketendatabank (SKDB). De Minister van Justitie en Veiligheid is verwerkingsverantwoordelijke voor de SKDB (artikel 27b, vierde lid, Sv). Voorgesteld wordt aan dit onderdeel toe te voegen een verwijzing naar artikel 15 van de Wjsg, inzake de verstrekking van persoonsgegevens ten behoeve van beleidsinformatie en wetenschappelijk onderzoek en statistiek. Op grond van de wet geldt daarbij de voorwaarde dat de resultaten van dat onderzoek geen persoonsgegevens mogen bevatten. Vanuit de SKDB vinden er inmiddels veel verstrekkingen plaats voor wetenschappelijk onderzoek. Met de toevoeging van artikel 15 Wjsg aan de opsomming in artikel 27b Sv wordt hiervoor een wettelijke grondslag geboden.

De verwijzing naar de artikelen 16a en 16b is onjuist. Dit moet zijn: de artikelen 16 en 16a.

Artikel I, onderdeel Z

Dit onderdeel betreft een onjuiste verwijzing in de voorgestelde wijziging van artikel 14:17 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Kamerstukken 32 399).

Artikel I, onderdeel AA

Dit onderdeel betreft enkele meer technische wijzigingen van de voorgestelde evaluatiebepaling. In de eerste plaats wordt voorgesteld de verwijzing naar Onze Minister voor Justitie en Veiligheid te vervangen door een verwijzing naar Onze Minister voor Rechtsbescherming, als ondertekenaar van het wetsvoorstel. In de tweede plaats bevat de voorgestelde evaluatiebepaling abusievelijk tekst tussen haken, ter correctie wordt voorgesteld de haken te schrappen. In de derde plaats wordt een grammaticale correctie voorgesteld, door het plaatsen van komma’s rond de verwijzing naar Onze Minister van Defensie.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker