Ontvangen 15 november 2018
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 3, zesde lid, komt te luiden:
6. Indien de instelling overeenkomstig het vierde lid een cliëntenraad heeft ingesteld die de belangen van de cliënten op een bepaalde locatie behartigt, behandelt deze bij uitsluiting van andere cliëntenraden de aangelegenheden die specifiek de cliënten op die locatie raken. Aangelegenheden die alle cliënten of meerdere groepen cliënten waarvoor een cliëntenraad is ingesteld betreffen, worden, indien de instelling deze heeft, bij uitsluiting behandeld door de centrale cliëntenraad.
II
Artikel 7, tweede lid, vervalt.
III
Artikel 8, tweede lid, vervalt.
De voorgestelde wijziging regelt de verdeling van bevoegdheden tussen cliëntenraden. Door in een wettelijk criterium te voorzien wordt gewaarborgd dat onderwerpen die voor een specifieke groep cliënten van belang zijn, worden behandeld door de cliëntenraad die voor die groep cliënten is ingesteld. De centrale cliëntenraad is ten aanzien van deze onderwerpen niet bevoegd. Gaat het om onderwerpen die van belang zijn voor alle cliënten of voor meerdere groepen cliënten voor wie een cliëntenraad is ingesteld, dan is alleen de centrale cliëntenraad bevoegd.
Iedere zorgaanbieder is op basis van artikel 3, eerste lid, verplicht om een cliëntenraad in te stellen die de gezamenlijke belangen van de cliëntenraad behartigt. Onderdeel I van dit amendement beoogt duidelijk te maken dat, als een zorgaanbieder gebruik maakt van de mogelijkheid om daarnaast een of meerdere cliëntenraden in te stellen die de gezamenlijke belangen van een groep cliënten behartigen, de in het eerste lid bedoelde cliëntenraad automatisch kwalificeert als centrale cliëntenraad.
Slootweg