Ontvangen 15 februari 2018
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel IV wordt «de termijn voor het afleggen van ondersteuningsverklaringen ten behoeve van het definitieve verzoek tot het houden van een referendum, is verlopen» vervangen door «mededeling is gedaan in de Staatscourant van het besluit dat daarover een referendum kan worden gehouden».
Met dit amendement wordt geregeld dat de regels tijdens het spel niet veranderen. Pas als de Intrekkingswet van kracht wordt, houdt de Wet raadgevend referendum (Wrr) op te bestaan. Daarvóór is de Wrr geldig en daarom zouden wetten die eerder referendabel zijn verklaard ook echt referendabel moeten blijven. Het achteraf niet-referendabel maken van wetten die eerder al wel als referendabel zijn aangemerkt, of zelfs het frustreren van lopende referendumverzoeken, is het scheppen van rechtsonzekerheid en tast het vertrouwen aan dat burgers mogen hebben in gepubliceerde besluiten van Ministers. Dat mag nooit de bedoeling zijn van de wetgever.
Krol