Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2021
Hierbij informeer ik uw Kamer over de uitvraag die mijn ministerie onder stakeholders heeft gedaan naar de omgang met gezondheidsgegevens van werknemers in geval van ziekte.
Bij het parlementaire traject van de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG) en de implementatie van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in Nederland zijn bij motie van het lid Koopmans1 door uw Kamer vragen gesteld bij de praktische toepasbaarheid in de praktijk van arbodiensten en verzuimbeleid in ondernemingen. Bij brief van 16 januari 20202 is toegezegd de uitvraag naar ervaringen te verwerken, te bespreken met stakeholders en uw Kamer hierover te informeren.
De uitvraag onder stakeholders heeft naar voren gebracht dat er een algemene tendens is dat zowel de uitvoerders (bedrijfsartsen, verzekeringsartsen, arbodiensten en verzekeraars) als sociale partners constateren dat met de start van de AVG het bewustzijn voor goede omgang met privacy en persoonsgegevens is versterkt. Wél wordt aangegeven dat de regelgeving in een aantal situaties complicaties oplevert in relatie tot andere wettelijke verplichtingen van de werkgever en wordt als suggestie meegegeven om de door SZW gepubliceerde uitleg praktischer en toegankelijker te maken, zodat deze meer toegevoegde waarde heeft in de praktijk. De aanpassing van de uitleg zal ik samen met de sociale partners ter hand zal nemen. Voor het overige zie ik op basis van de uitkomsten geen aanleiding voor nadere acties.
Een samenvatting van de uitkomsten is voorgelegd in een tweetal gesprekken met de stakeholders. U treft de samenvatting bijgaand ter informatie aan.3
Ik wil nogmaals het belang onderstrepen van een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens in het kader van ziekteverzuim. Ik waardeer het zeer dat dit belang door alle stakeholders wordt ondersteund en zijn toepassing vindt in de praktijk.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees