Vastgesteld 15 december 2017
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.
Inhoudsopgave |
blz. |
1. Hoofdpunten wetsvoorstel |
1 |
2. Kwaliteitsfonds |
2 |
3. Financiële gevolgen en administratieve lasten |
4 |
4. Consultatie |
4 |
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij hebben enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij zijn te spreken over de mate waarin de sector is betrokken bij de totstandkoming van het wetsvoorstel. Het komt op hen over dat er goed naar hun geluisterd is. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel dat er voor zorgt dat er een wettelijke grondslag is voor de inrichting van een fonds waaruit de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) kosten voor overname van zogenoemde zwevende protocollen, tekorten op de derdenrekening en de door de KNB verschuldigde kosten voor toezicht en tuchtrecht kunnen worden vergoed. Omdat het beheer van een zwevend protocol onredelijk kan uitpakken voor de individuele opvolgende notaris, wordt door middel van dit wetsvoorstel de KNB opgedragen een financieel vangnet te creëren door de inrichting van een kwaliteitsfonds. Deze leden zijn het met de regering eens dat de inrichting van een wettelijk fonds de goede ambtsbediening bevordert en daarmee het maatschappelijk vertrouwen in het notariaat verstevigt. Ook onderschrijven zij dat het fonds kan bijdragen aan een effectieve inning van de bijdrage in de kosten van toezicht en tuchtrecht. Voornoemde leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijzigingsvoorstellen van de Wet op het notarisambt om een fonds op te richten voor niet verhaalbare noodzakelijke kosten voor de continuïteit en kwaliteit van protocollen en voor de vergoeding van de kosten voor toezicht en tuchtrechtspraak. Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij hebben hierover nog wel enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat in toenemende mate er sprake is van notarissen die uit hun ambt worden ontslagen als gevolg van problemen van al dan niet financiële aard. Kan de regering met cijfers aangeven om hoeveel gevallen het gaat en hoe groot de toename is? Is er iets bekend over de oorzaak van de toename?
De leden van de D66-fractie merken op dat de Afdeling advisering Raad van State (hierna: de Afdeling) adviseerde dat de maatstaf voor de vaststelling van de bijdrage die notarissen moeten leveren en de voorwaarden waaronder het fonds tot uitkering mag overgaan, in het wetsvoorstel geregeld zouden moeten worden. Aan het advies van de Afdeling wordt tegemoet gekomen door aan art 88a Wna eisen toe te voegen wanneer het fonds tot uitkering overgaat. Echter, deze leden missen de maatstaf tot vaststelling van de bijdrage die notarissen moeten geven in het gewijzigde wetsvoorstel. Kan de regering deze alsnog toevoegen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie zijn benieuwd hoe vaak het voorkomt dat notarissen weigeren een zwevend protocol te accepteren en waarom dit steeds vaker gebeurt. Wat gebeurt er op dit moment dat een zwevend protocol niet wordt geaccepteerd?
De leden van de CDA-fractie merken op dat een van de problemen bij notarissen die niet meer aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen, het tekort is dat dan ontstaat op de derdenrekening. Het is natuurlijk funest voor het vertrouwen in de beroepsgroep indien men als cliënt te horen krijgt dat het geld waar men recht op heeft er niet meer is. Hoe vaak komt het voor dat een notaris tekorten op de derdenrekening niet kan aanvullen? Om welke bedragen gaat het jaarlijks?
De leden van de SP-fractie lezen dat voor zover tekorten op de derdenrekening niet door de verantwoordelijk notaris kunnen worden aangezuiverd, deze worden aangevuld vanuit het kwaliteitsfonds. Zal dit er niet toe leiden dat notarissen sneller denken dat hun financiële problematiek wel zal worden opgelost door het kwaliteitsfonds? Hoe wordt omgegaan met notarissen die te kwader trouw de derdenrekening leeghalen of verwaarlozen? In hoeverre worden zij aansprakelijk gesteld voor de schade?
Deze leden vragen wat er gebeurt met notarissen die te goeder trouw zijn, maar hun derdenrekening niet op orde hebben. Aan welke eisen moet een notaris voldoen voordat uit het fonds wordt gekeerd? Indien dit nog moet worden vastgesteld, kan de regering hier dan al meer duidelijkheid over geven?
De leden van de CDA-fractie lezen dat het de sector zelf niet is gelukt een kwaliteitsfonds op te richten waarin de leden van de KNB zich konden vinden. Het was niet mogelijk onverplicht tot instelling en vulling van het fonds over te gaan aldus de memorie van toelichting. Hoewel er middels deze wetswijziging een verplichting tot inrichting van het fonds ontstaat, worden de verdere voorwaarden voor het fonds overgelaten aan de KNB. Verwacht men niet alsnog problemen bij het opstellen van de voorwaarden en vulling van het fonds gezien het (individuele) ondernemersbelang van de notaris? Heeft de KNB mogelijkheden om een eventuele impasse te doorbreken?
Verder zien voornoemde leden nog enige onduidelijkheid wat betreft de omvang van het fonds. Het is aan de KNB hierover te besluiten, maar kan de regering aangeven of er een maximum zit aan de omvang van het fonds? Heeft de KNB aangegeven, of kan de regering aangeven, waar op dit moment aan wordt gedacht wat betreft de omvang van het fonds? Hoe wordt ervoor gezorgd dat de verdere vulling van het fonds in de toekomst niet leidt tot flink hogere kosten bij de cliënten van de notarissen?
De leden van de SP-fractie zijn benieuwd naar de overwegingen van de beroepsgroep om niet over te gaan tot het onverplicht instellen en vullen van een fonds. Wat waren daarbij de bezwaren en hoe wordt daar met deze wet aan tegemoet gekomen? Hoe wordt verder de via dit wetsvoorstel ingestelde betalingsverplichting gehandhaafd?
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat het wetsvoorstel regelt dat de KNB een fonds opricht voor de vergoeding van bepaalde kosten die voortkomen uit de doorberekening van de kosten van het toezicht en tuchtrecht aan de juridische beroepen. Deze leden vragen waarom dit onderwerp niet direct is geregeld bij het wetsvoorstel Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen, die reeds door de Kamer is aangenomen? Had de regering bij de totstandkoming van dat wetsvoorstel niet kunnen voorzien dat het inrichten van een fonds nuttig kan zijn? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat voor private partijen met een publieke taak, zoals notarissen en gerechtsdeurwaarders, wordt uitgegaan van de gedachte dat zij voor eigen rekening en risico het ambt uitoefenen. Daarbij hoort dat de kosten die zijn verbonden aan het kwaliteitsfonds, het toezicht en tuchtrechtspraak worden doorberekend. Deze leden vragen om welke kosten het gaat en hoe hoog deze kosten naar verwachting zullen zijn. In hoeverre kunnen deze kosten worden doorberekend aan de clientèle van de beroepsbeoefenaren die door de voorgestelde wetswijziging worden geraakt? Kan de regering aangeven in hoeverre deze extra kosten zullen worden doorberekend aan consumenten en welke effecten dit zal hebben op de motivatie om hun private verhoudingen (huwelijksvermogensregime, nalatenschappen en dergelijke) juridisch adequaat te regelen? Wat zijn de financiële gevolgen voor schuldenaren als voorzien wordt in een wettelijke regeling voor het doorberekenen van de door dit wetsvoorstel veroorzaakte extra kosten voor gerechtsdeurwaarders?
Het verheugt de leden van de VVD-fractie te lezen dat het wetsvoorstel geen financiële gevolgen heeft voor de Rijksbegroting. Wel heeft het uiteraard financiële gevolgen voor de notarissen. Wat zijn de gevolgen voor andere juridische beroepsgroepen, zoals de gerechtsdeurwaarders? De doorberekening van het toezicht en het tuchtrecht aan de juridische beroepen gaat niet alleen over notarissen maar ook over gerechtsdeurwaarders. Waarom is daar niets over geregeld in dit wetsvoorstel? Ziet de regering aanleiding dit alsnog te doen in relatie tot het behoud van de zorgvuldige inleiding van gerechtelijke procedures en de tenuitvoerlegging van vonnissen?
De leden van de SP-fractie begrijpen dat onderhavig wetsvoorstel niet gaat over de doorberekening van de kosten aan de klant. Toch zal dit wetsvoorstel deze consequentie inhouden. Is inmiddels al meer bekend over de financiële gevolgen voor de individuele notaris en dus zijn of haar klanten?
De leden van de CDA-fractie merken op dat op het wetsvoorstel onder meer een reactie kwam van de Koninklijke Bond van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). Zij stellen dat de kosten die gemoeid zijn met het vullen van het kwaliteitsfonds doorberekend zullen worden aan de klanten door de prijs van notariële akten te verhogen. Zij zien daarmee ook hun kosten stijgen. In de memorie van toelichting wordt hier op ingegaan waarbij wordt aangegeven dat het uitgangspunt hetzelfde blijft en gelijk blijft voor deurwaarders. Deze leden vragen of de regering het niet mogelijk acht dat deurwaarders ten gevolge van dit wetsvoorstel hogere kosten moeten gaan maken. Kan de regering ingaan op de klacht van de KBvG dat zij gebonden zijn aan langlopende contracten met cliënten en daarom niet zomaar onverwachte kostenstijgingen kunnen verwerken?
De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat dit wetsvoorstel onder andere de doorvoering is van de inmiddels aangenomen Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen in de Wet op het notarisambt. Klopt het dat omdat het principe «gelijke monniken, gelijke kappen» leidend is, deze invulling van de wet ook maatgevend is voor de Advocatenwet en de Gerechtsdeurwaarderswet?
Hoe kijkt de regering aan tegen het standpunt van de KBvG dat het wetsvoorstel had moeten regelen dat de kosten voor het fonds door notarissen worden doorberekent aan hun klanten? Met name met het oog op het feit dat zonder wettelijke regeling dit niet mogelijk is voor gerechtsdeurwaarders, aangezien zij langlopende contracten met hun klanten hebben die zonder wettelijke basis niet zomaar opengebroken kunnen worden.
Hebben de leden van de SP-fractie het goed begrepen als zij stellen dat de KNB een fonds niet alleen kan inzetten voor de continuïteit van de dienstverlening, maar ook voor het innen van kosten voor tuchtrecht en toezicht? Kan het antwoord worden toegelicht? In hoeverre betekent de toevoeging «in ieder geval» dat de KNB de vrijheid heeft om ook voor andere zaken een bijdrage te vragen aan de beroepsgroep?
Deze leden lezen in de brief van de KNB d.d. 21 november 2017 aan de Tweede Kamer dat op dit moment de Nederlandse staat, formeel eigenaar van het protocol, verantwoordelijk is voor de juridische en financiële gevolgen van een niet over te dragen protocol. Hoe ziet deze verantwoordelijkheid er in de praktijk uit en zal het instellen van een fonds deze verantwoordelijkheid overdragen aan de KNB? Kan dit worden toegelicht? Waarom is de overheveling van verantwoordelijkheid nu precies nodig?
Voornoemde leden wijzen tot slot op de zorgen van de KBvG waar het gaat over het ontbreken van een wettelijke regeling voor het doorberekenen van kosten aan de klant.
Wat is de reden geweest om het uitgangspunt van de Wet doorberekening kosten van toezicht en tuchtrecht om kosten door te berekenen aan de klant in onderhavig wetsvoorstel los te laten? Welke gevolgen heeft dit voor de gerechtsdeurwaarders? Kan worden ingegaan op het standpunt van de gerechtsdeurwaarders dat dit tot gevolg heeft dat elke gerechtsdeurwaarder jaarlijks bijna zevenduizend euro moet betalen, omdat zij dit door het ontbreken van een wettelijke grondslag niet kunnen doorberekenen aan de klant?
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
De griffier van de commissie, Hessing-Puts