Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 oktober 2018
Op de agenda van de procedurevergadering van de vaste commissie voor VWS voor 17 oktober staat bij het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza, agendapunt 22) genoemd dat de Kamer verzocht heeft een aantal toezeggingen gestand te doen vóór de plenaire behandeling van de wetsvoorstellen 34 767 en 34 768 en dat de commissie in afwachting is van stukken.
In mijn brief van 13 februari 20181 gaf ik aan te verwachten in het voorjaar 2018 deze toezeggingen gestand te kunnen doen. Ten behoeve van de verdere besluitvorming door uw Kamer over de agendering van de Wtza, informeer ik u over het volgende.
Aan alle toezeggingen is inmiddels voldaan2, behalve de afronding van het nog lopende aanvullende IGJ-onderzoek naar Alliade en de uitvoering van de daarmee samenhangende gewijzigde motie Leijten3 over onderzoek naar dochterondernemingen van zorginstellingen. In de brief van 5 juli 20184 is gemeld dat de resultaten van het aanvullende IGJ-onderzoek naar Alliade naar verwachting dit najaar beschikbaar komen. Dan kan ook op de motie worden gereageerd.
In reactie5 op berichtgeving over een onderzoek van de Consumentenbond naar het IGJ-toezicht bij nieuwe zorgaanbieders in de thuiszorg, heb ik samen met de Minister van VWS en de Staatssecretaris van VWS het belang van een spoedige behandeling en inwerkingtreding van de Wtza benadrukt, om een einde te maken aan de huidige situatie waarin nieuwe zorgaanbieders niet altijd tijdig in beeld zijn en waarin nieuwe zorgaanbieders zich vaak niet bewust zijn van de voor hen geldende kwaliteitseisen.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins