Voorgesteld 4 oktober 2017
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er pas vijf jaar na inwerkingtreding van de wet over het pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer een evaluatie van deze wet wordt uitgevoerd;
overwegende dat er ook alternatieve methoden zijn die de privacy van leerlingen kunnen waarborgen;
overwegende dat er nog onvoldoende zicht is of de gekozen aanpak van zelfregulering in de praktijk voldoende effect sorteert;
overwegende dat in deze toenemende digitale tijd bescherming van persoonsgegevens van groot belang is en er telkens nieuwe ontwikkelingen op dit vlak zijn;
verzoekt de regering om, jaarlijks een stand van zaken te geven over de implementatie van de wet over het pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer;
verzoekt de regering tevens om, hierbij de bescherming van persoonsgegevens van alle onderwijsdeelnemers, de ontwikkelingen die op dit vlak hebben plaatsgevonden en hoe de regering hierop inspeelt te betrekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld