Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de verplichting om bestemmingsplannen en beheersverordeningen als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening binnen tien jaar te actualiseren vervalt in verband met de verwachte inwerkingtreding van de Omgevingswet, waarin geen vergelijkbare verplichting is opgenomen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet ruimtelijke ordening wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 3.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
B
Na artikel 3.38 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9.1.4, derde en vierde lid, en artikel 9.2.5, derde lid, van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening vervallen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Infrastructuur en Milieu,