Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter nadere invulling van het verbod om ongeoorloofd onderscheid te maken op grond van geslacht, de Algemene wet gelijke behandeling te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Algemene wet gelijke behandeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt vernummerd tot derde lid.
2. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Onder onderscheid op grond van geslacht wordt mede verstaan onderscheid op grond van geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie.
B
Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel a wordt « en» vervangen door een puntkomma.
2. Onderdeel b komt te luiden:
b. in gevallen waarin het de bescherming van de vrouw betreft, en.
3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. in verband met zwangerschap en moederschap..
C
In artikel 7, tweede lid, wordt «leerlingen van beide geslachten» vervangen door: alle leerlingen, ongeacht hun geslacht,.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Veiligheid en Justitie,