Vastgesteld 23 februari 2017
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wet implementatie verordening essentiële-informatiedocumenten en hebben daarover nog een paar opmerkingen en vragen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Wet implementatie verordening essentiële-informatiedocumenten. Deze leden zijn tevreden dat de verordening extra regels stelt aan verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben geen verdere vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel voor de Wet implementatie verordening essentiële-informatiedocumenten. Zij vinden het goed dat de regering de transparantie vergroot voor retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten, waardoor klanten beter weten wat de producten inhouden die zij aanschaffen en verschillende producten beter kunnen vergelijken.
Essentiële-informatiedocument
De leden van de VVD-fractie zijn voorstander van het doel van de verordening, namelijk dat retailbeleggers de producten beter kunnen begrijpen en de kenmerken daarvan beter kunnen doorgronden. Deze leden steunen het verbeteren van de transparantie om de retailbelegger beter te beschermen, zoals is opgenomen in de verordening. Zij vragen de regering wat er nu feitelijk zal veranderen of verbeteren in vergelijking met de huidige Nederlandse praktijk.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het essentiële-informatiedocument precontractuele informatie is. In hoeverre krijgen bestaande retailbeleggers in verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten eveneens alsnog een essentiële-informatiedocument? Zo zij dit niet krijgen, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie zien het als logisch dat het essentiële-informatiedocument accurate, eerlijke, duidelijke en niet-misleidende informatie moet bevatten. Zij vragen wie dat controleert. En gebeurt dit vooraf of achteraf? Waar kan de retailbelegger terecht op het moment dat achteraf blijkt dat de informatie in het document niet klopte?
De leden van de VVD-fractie vragen wat wordt verstaan onder «tijdig» als het gaat om het verstrekken van het essentiële informatiedocument aan de retailbelegger.
De leden van de D66-fractie lezen dat er een essentiële-informatie document komt. Wie controleert de inhoud van deze pagina’s? Zal de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dit gaan doen? Hoe worden consumenten betrokken bij de toets of de gegevens inderdaad duidelijk zijn, ook voor consumenten met minder kennis van financiële diensten?
De leden van de D66-fractie lezen dat het document «tijdig» aan de retailbelegger moet wordt worden verstrekt en vragen wat in deze context wordt verstaan onder «tijdig». Is dit alleen voorafgaand aan het aangaan van de overeenkomst, zo vragen deze leden aan de regering.
Toepassingsgebied
De leden van de PvdA-fractie vragen waarom er een overgangsregeling is getroffen voor collectieve beleggingen in effecten (icbe’s).
De leden van de D66-fractie lezen dat het essentiële-informatiedocument achteraf overlegd mag worden, indien de transactie via communicatie op afstand verloopt. Waarom is hiervoor gekozen? Kan de regering toelichten in welke situatie het niet mogelijk is om (digitaal) het document te overleggen aan de retailbelegger voordat de overeenkomst gesloten wordt?
Wijziging Nederlandse regelgeving
De leden van de VVD-fractie lezen dat de AFM een nieuwe bevoegdheid krijgt, namelijk het stellen van een beperking aan of een verbod op de verkoop van verzekeringen met een beleggingscomponent. Gaat het hier om een generiek verbod dan wel beperking, of om een verbod of beperking van een specifiek product?
De leden van de VVD-fractie vinden het goed dat de retailbelegger op de hoogte wordt gebracht van een sanctie of maatregel van de toezichthouder indien de toezichthouder dat verzoekt. In welke gevallen zal de toezichthouder daartoe verzoeken en in welke niet?
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de AFM de nieuwe bevoegdheid krijgt tot het stellen van een beperking aan of een verbod van de verkoop van verzekeringen met een beleggingscomponent. Is de AFM al voornemens deze bevoegdheid te gaan gebruiken?
De leden van de D66-fractie lezen dat de toezichthouder een ontwikkelaar, verkoper of adviseur van een verpakt retailbeleggingsproduct of verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct kan verzoeken de betrokken retailbeleggers te informeren bij een opgelegde sanctie of maatregel. Wanneer kan en zal de toezichthouder hierom verzoeken?
Gevolgen voor het bedrijfsleven
De leden van de VVD-fractie lezen dat er geen administratieve lasten en nalevingskosten voor het bedrijfsleven zijn verbonden aan dit wetsvoorstel. Dat geldt naar verwachting niet voor de verordening. Wat zijn de administratieve lasten en nalevingskosten voor het bedrijfsleven van de verordening zelf?
Transponeringstabel
De leden van PvdA-fractie vragen of de regering nader kan toelichten waarom ervoor is gekozen om niet gebruik te maken van de lidstaatopties die nadere eisen stellen aan het melden van daadwerkelijke of potentiële inbreuken op deze verordening. Zij vragen of deze lidstaatopties de handhaving van de verordening niet vergemakkelijken, en daarmee dus ook de bescherming van consumenten verbeteren.
De voorzitter van de commissie, Duisenberg
De adjunct-griffier van de commissie, Van Zuilen