Vastgesteld 14 december 2016
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Voor het merendeel behelst dit wetsvoorstel technische wijzigingen die ervoor zorgen dat onderwijswetten meer in overeenstemming worden gebracht met de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Deze leden hebben nog wel enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie zijn het eens met de Raad van State dat de memorie van toelichting moest worden aangepast aan een drietal aanbevelingen vanuit het onderzoeksrapport «Anders, of toch niet»1, die niet waren opgenomen. De reden hiervoor is dat onderzoekers indertijd specifiek is gevraagd te kijken of de onderwijswetten moesten worden aangepast op de punten bekostigingsregels en de subsidietitel van de Awb, de bestuurlijke boete en de rechtsbescherming. Deze leden vragen of de regering nader kan toelichten waarom zij de mening van de onderzoekers niet deelt dat de bestuurlijke boete vooral een aanvulling op het bestaande instrumentarium zou zijn. Ook vragen deze leden wat de regering nu precies bedoelt met de kwalitatieve afweging die voor de verschillende normen die de onderwijswetgeving stelt, verschillend kan uitvallen. Is bestuurlijke boete iets wat wordt gezien als een onderdeel dat aan de onderwijswetgeving wordt toegevoegd, tenzij de afweging van verschillende aspecten anders uitvalt, of bedoelt de regering hier iets anders mee? Dat is deze leden uit de aangepast memorie van toelichting nog niet duidelijk. Graag ontvangen zij een nadere toelichting hierop.
De voorzitter van de commissie, Wolbert
De adjunct-griffier van de commissie, Arends