Vastgesteld 16 december 2016
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbe-reidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaak-te opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de com-missie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbe-reid.
Inhoudsopgave
1. |
Inleiding |
1 |
2. |
Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies |
2 |
3. |
Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling |
2 |
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar. Zij constateren dat het hier gaat om een vrijwillige samenvoeging in de provincie Gelderland, voortkomend uit de wens om de bestuurlijke organisatie te versterken, een en ander met het oog op huidige en toekomstige lokale en regionale opgaven. Bij deze leden leeft nog een enkele vraag over de regionale ontwikkeling.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggend wetsvoorstel waarmee de gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar worden samengevoegd. De aan het woord zijnde leden zijn van mening dat de aanzet voor het voorstel tot samenvoeging «van onderop» voorop staat, evenals de vrijwilligheid van de samenvoeging. De leden van de PvdA-fractie hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Rijn-waarden en Zevenaar. Deze leden hechten eraan, dat gemeentelijke herin-delingen van onderop tot stand komen en leiden tot herkenbare, toekomst-bestendige gemeenten. Wel hebben deze leden nog enkele vragen over het voorstel.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel om de gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar samen te voegen. Gegeven de toelichting bij het wetsvoorstel en het provinciale zienswijze op het herinde-lingsadvies hebben deze leden nog enige vragen.
De leden van de CDA-fractie merken op dat de gemeenten Rijnwaarden, Zevenaar, Duiven en Westervoort kennelijk sinds 2011 actief samenwerken. Waarin bestond die samenwerking, zo vragen deze leden en welke conse-quenties heeft de voorgestelde herindeling voor de samenwerking?
De leden van de D66-fractie merken op dat oorspronkelijk gedacht werd aan een herindeling waarbij vier gemeenten in de Liemers zouden samengaan. Het ging dan niet enkel om Zevenaar en Rijnwaarden, maar ook om Duiven en Westervoort. Naar zij begrepen hebben, lag er toen enerzijds het advies om snel helderheid te bieden over de bestuurlijke toekomst van de regio, en leefde anderzijds de gedachte dat een herindeling van alle vier de gemeenten de grootste toename van bestuurskracht zou opleveren. Deze leden horen graag nader waarom voor die brede herindeling, ter vergroting van de bestuurskracht in de gehele Liemerse regio, het draagvlak na de gemeente-raadsverkiezingen 2014 ontvallen is. Welke argumenten en gevoelens lagen daaraan ten grondslag? En welke verhoudingen tussen voor- en tegen-standers, zowel maatschappelijk als politiek, bestonden er en bestaan er ten aanzien van zo’n brede Liemerse herindeling? Het valt de aan het woord zijnde leden namelijk op dat daar slechts relatief kort over gesproken wordt in de toegezonden toelichtende stukken.
De leden van de D66-fractie lezen, tussen de regels van de provinciale ziens-wijze en de toelichting van het wetsvoorstel door, dat zowel de provincie als de regering liever een samenvoeging van vier gemeenten hadden gezien. Is die indruk juist?
De leden van de VVD-fractie willen graag een nadere toelichting op de toekomstige ontwikkeling en positionering van de gemeenten Duiven en Westervoort, die nu geen onderdeel uitmaken van de samenvoeging.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de gemeente Rijnwaarden zelf «aan de bel trok» bij de provincie omdat bleek dat «toenemende opgaven» de ambtelijke en bestuurlijke organisatie kwetsbaar hadden gemaakt. Forse krimp van de ambtelijke capaciteit zou de oorzaak zijn. Hoeveel gemeenten in Nederland hebben ook een dergelijk signaal afgegeven? In welke mate leiden degelijke signalen tot proactief handelen zoals de gemeente Rijnwaarden heeft getoond? De leden van de PvdA-fractie menen dat de gemeente Rijnwaarden een voorbeeldfunctie zou moeten hebben. Deelt de regering deze mening en, zo ja, hoe kan dat worden ingevuld? Gaat de regering het beleid aanpassen naar aanleiding van de stap die de gemeente Rijnwaarden actief heeft gezet?
De leden van de CDA-fractie merken op dat op verzoek van de gemeenten Rijnwaarden, Zevenaar, Duiven en Westervoort door de adviescommissie «Sterk bestuur in Gelderland» in 2014 een preadvies is uitgebracht over de bestuurlijke toekomst van deze vier gemeenten in de Liemers. De adviescommissie onderkende dat de regio met grote economische en maatschappelijke vraagstukken wordt geconfronteerd en concludeerde dat een schaalvergroting van de Liemerse gemeenten nodig zou zijn om ook in de toekomst voldoende toegerust te zijn voor de lokale en regionale opgaven. De leden van de CDA-fractie vragen, of de voorgestelde samenvoeging van Rijnwaarden en Zevenaar in het licht van de aanbevelingen van deze adviescommissie voldoende duurzaam is. Welke gevolgen heeft het voorliggende wetsvoorstel voor de gemeenten Westervoort en Duiven, zo vragen deze leden.
De leden van de CDA-fractie stellen deze vragen mede in verband met de constatering, dat de gemeenten grenzend aan Rijnwaarden en Zevenaar zich op dit moment vooral oriënteren op de vraag hoe zij hun samenwerkings-relaties kunnen intensiveren om op die manier hun toekomstbestendigheid te borgen. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitwerking van de toekomstvisie van de gemeente Montferland en het onderzoek van de gemeenten Westervoort en Duiven naar de mogelijkheden voor een ambtelijke fusie?
De beoogde nieuwe gemeente zal voor de (dorps)kernen in het landelijk gebied in een harmonisatietraject beleid ontwikkelen. Wat moet worden verstaan onder een harmonisatietraject, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Zij stellen deze vraag mede in het licht van de opmerkingen over het behoud van voorzieningen in de kernen die hebben geleid tot concretisering in het herindelingsadvies.
In de memorie van toelichting wordt gesteld, dat Zevenaar als gemeentenaam al bestaat sinds het ontstaan van de Nederlandse gemeenten na de Napoleontische tijd in 1815. De leden van de CDA-fractie stellen vast, dat de gemeente Zevenaar in 1815 behoorde tot het Koninkrijk Pruisen en pas in 1816 aan het Koninkrijk der Nederlanden werd toegevoegd. «De inwoners dier streken verheugen zich over het algemeen in deze nu zoo kort op handen zijnde verandering, door welke ons Koningrijk met een niet onaanzienlijk met allervruchtbaarst bouwland en uitmuntende weiden beslagen en door nijvere inwoners bewoond territoir wordt vergroot» (Ned. Stscrt, 29 mei 1816). Is de Minister bereid de vergissing in de memorie van toelichting recht te zetten?
De leden van de D66-fractie constateren dat er met de samenvoeging van Rijnwaarden en Zevenaar op korte termijn een oplossing gevonden wordt voor de kwetsbare situatie in Rijnwaarden. Evenwel blijft de vraag hangen hoe duurzaam de gekozen oplossing is. Welke kans bestaat er volgens de regering dat binnen enkele jaren alsnog besloten wordt tot een herindeling die leidt tot één Liemerse gemeente? Kan de regering nader expliceren hoe de nadelen die dat oplevert opwegen tegen de voordelen van het nu oplossen van problemen met de bestuurskracht in Rijnwaarden? Hadden de bestuurs-krachtproblemen ook op andere wijze ondervangen kunnen worden?
Bij voorkeur beëindigt een herindeling de lopende schaalgroottediscussie in een gebied, en biedt het zodoende rust en zekerheid om aan de toekomst te werken. Daarvan lijkt hier geen sprake te zijn. Klopt die indruk? Hoe kan aan de ene kant gesteld worden dat de overige Liemerse gemeenten zich op hun toekomst oriënteren, en anderzijds dat de nieuwe te vormen gemeente Zeve-naar niet binnen afzienbare tijd te maken zal krijgen met een herindeling? Wat is in dat kader «afzienbare» tijd?
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx