Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2018
Op 1 mei 2018 treedt de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) in werking. Deze wet heeft in de afgelopen jaren veel politieke en maatschappelijke discussie teweeg gebracht. Centraal in dat debat staat de vraag of de bevoegdheden van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) ter bescherming van de nationale veiligheid in balans zijn met waarborgen voor de bescherming van de grondrechten van de burger, zoals het recht op privacy en de bescherming van persoonsgegevens. De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) ziet het als haar kerntaak blijvend inzicht te geven in die balans.
Naast de thematische rechtmatigheidsonderzoeken die de CTIVD op grond van de Wiv 2017 zal verrichten, richt zij haar toezichtsactiviteiten op de werking van de nieuwe wet. Daartoe zal zij direct vanaf de inwerkingtreding van de Wiv 2017 toezien op de uitoefening van bepaalde bevoegdheden en op de in de nieuwe wet en in toegezegd (aanvullend) beleid opgenomen waarborgen. In deze brief zet de CTIVD uiteen hoe het toezicht op de werking van de Wiv 2017 vorm krijgt.
Focus
De CTIVD richt zich in het toezicht op de werking van de Wiv 2017 op thema’s die in het politiek en maatschappelijk debat veel aandacht hebben gekregen. Van een aantal bevoegdheden en wettelijke of beleidsmatige waarborgen is het belang van toezicht specifiek benadrukt. Dit vond onder meer plaats via toezeggingen van het kabinet aan de Eerste en Tweede Kamer de CTIVD te verzoeken over bepaalde onderwerpen te rapporteren. Per brief van 25 april 2018 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een aantal verzoeken die voortvloeien uit de parlementaire behandeling van de wet bij de CTIVD neergelegd1. De onafhankelijkheid van de CTIVD houdt in dat zij een eigen keuze maakt in de onderwerpen die zij onderzoekt. De onderwerpen genoemd in voornoemde brief corresponderen in belangrijke mate met de aandachtspunten die de CTIVD zelf tijdens en na de parlementaire behandeling van de wet naar voren heeft gebracht en die zij vanuit haar wettelijke taak relevant acht en prioriteit geeft. In dat verband is de CTIVD bereid aan de verzoeken te voldoen.
De CTIVD komt op basis hiervan tot de volgende focus:
1. De inzet en uitvoering van de bevoegdheid van onderzoeksopdrachtgerichte interceptie, waaronder de toepassing van het criterium «zo gericht mogelijk» en het nut en de noodzaak van de bewaartermijn van maximaal drie jaar;
2. De wijze waarop verantwoorde databeperking plaatsvindt bij de inzet van bijzondere bevoegdheden, waarbij centraal staat de toepassing van de plicht gegevens z.s.m. op relevantie te beoordelen en niet relevante gegevens (terstond) te vernietigen;
3. De toepassing van de bevoegdheid van geautomatiseerde data-analyse, waaronder het gebruik van modellen, algoritmen en nieuwe technieken;
4. Het bestaan van het toegezegde instrumentarium voor de zorgplicht van de diensten voor o.m. de kwaliteit van de gegevensverwerking en de toepassing van dat instrumentarium;
5. De samenwerking met buitenlandse diensten, waaronder het bestaan en de werking van wegingsnotities en de uitwisseling van ongeëvalueerde gegevens;
6. De wijze waarop het proces van interne klachtbehandeling en meldingen van misstanden binnen de diensten is ingericht.
Methodiek
Op die terreinen waar bevoegdheden van de diensten nieuw zijn en/of wettelijke en beleidsmatige waarborgen veel invullingsruimte laten, verricht de CTIVD een nulmeting. Met een nulmeting wordt bedoeld:
het vaststellen van de beschikbaarheid en op inhoud marginaal toetsen van beleid, werkinstructies, handleidingen, instrumenten en/of randvoorwaarden (interne naleving), waarmee een startpositie voor effectief toezicht wordt geboden.
De nulmetingen geven de CTIVD een beeld van de mate waarin de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) op dat moment invulling geven aan het wettelijk kader. In die zin zijn de nulmetingen te vergelijken met een risico-analyse. Op basis van de uitkomst van de nulmetingen, bepaalt de CTIVD de nadere inrichting van haar toezichtsactiviteiten. Het kan hierbij gaan om het volgen van de ontwikkelingen bij de diensten van de invulling van wettelijke en beleidsmatige waarborgen (monitoren) en/of het verrichten van systeem- of diepteonderzoek naar de werking van bevoegdheden en waarborgen in de Wiv 2017 in de praktijk (rechtmatigheidsonderzoek).
De CTIVD verricht een nulmeting naar elk van de eerder genoemde zes (samengestelde) onderwerpen, met uitzondering van de samenwerking met buitenlandse diensten en de uitwisseling van ongeëvalueerde gegevens. Hier geldt dat de plicht te komen tot een risicoweging voorafgaande aan en (bij voorvallen) tijdens de samenwerkingsrelatie niet nieuw is. Het kader dat hiervoor in de Wiv 2017 is neergelegd geeft specifieke criteria voor samenwerking die ook nu al gelden. De CTIVD verricht daarom direct vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe wet een rechtmatigheidsonderzoek naar de wijze waarop de diensten de samenwerkingscriteria toepassen. Ook de uitwisseling van ongeëvalueerde gegevens met buitenlandse diensten zal onderwerp zijn van rechtmatigheidsonderzoek.
De nulmeting naar de wijze waarop het proces van interne klachtbehandeling en meldingen van misstanden binnen de diensten is ingericht, wordt verricht zodat de CTIVD daarop kan voortbouwen bij de externe behandeling van klachten en meldingen van misstanden. Deze nulmeting zal derhalve geen opvolging krijgen in monitoring of rechtmatigheidsonderzoek.
Zoals reeds vermeld in de inleiding van deze brief verricht de CTIVD vanzelfsprekend, naast haar toezichtsactiviteiten naar de werking van de Wiv 2017, thematische rechtmatigheidsonderzoeken. Dergelijke onderzoeken vinden plaats op eigen initiatief dan wel naar aanleiding van een verzoek van het Parlement of de betrokken Minister(s), en worden telkens separaat aangekondigd. De CTIVD vindt het van belang ook bij die onderzoeken nadrukkelijk aan te sluiten bij een actueel of maatschappelijk belang.
Verantwoording
De toezichtsactiviteiten naar de werking van de Wiv 2017 zullen in ieder geval de komende twee jaar plaatsvinden. Met het oog op de vervroegde evaluatie van de Wiv 2017 streeft de CTIVD er nadrukkelijk naar over elk van de genoemde onderwerpen binnen twee jaar in concluderende zin te rapporteren. Zij zal voorts ten minste halfjaarlijks aan de betrokken Ministers en het parlement rapporteren, waarbij aandacht wordt besteed aan de voortgang van het traject en voorlopige conclusies kunnen worden getrokken m.b.t. de stand van zaken bij de werking van de Wiv 2017. De eerste rapportage vindt plaats uiterlijk november 2018. Indien de CTIVD dit aangewezen acht, zal zij reeds eerder rapporteren. Van de bevindingen en conclusies van rechtmatigheidsonderzoeken wordt telkens een separaat toezichtsrapport vastgesteld. Ook in haar jaarverslag reflecteert de CTIVD op de door haar verrichte activiteiten van het afgelopen verslagjaar.
De CTIVD is gaarne bereid desgewenst een nadere mondelinge of schriftelijke toelichting te geven op haar toezichtsactiviteiten naar de werking van de Wiv 2017.
Een gelijkluidende brief heeft de CTIVD doen toekomen aan de voorzitter van de Eerste Kamer, de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie en van Defensie en de hoofden van de AIVD en de MIVD.
De Voorzitter CTIVD, H.N. Brouwer
De Secretaris CTIVD. A.J. Kervel-de Goei