Kamerstuk 34588-64

Amendement van het lid Verhoeven over het opnemen van een notificatieplicht

Dossier: Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..)


27,3 %
72,7 %

SGP

Klein

CU

GrBvK

GL

Van Vliet

CDA

Monasch

PvdD

SP

GrKÖ

PVV

VVD

Houwers

50PLUS

D66

PvdA


Nr. 64 AMENDEMENT VAN HET LID VERHOEVEN

Ontvangen 13 februari 2017

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 59, eerste lid, wordt na «de uitoefening van» ingevoegd: een bijzondere bevoegdheid waarvoor op grond van artikel 30, tweede of derde lid, toestemming is verleend en.

Toelichting

Dit amendement bevat onderdeel II van amendement 35. Omwille van het oordeel van de regering over dat amendement is dat gesplitst, waarbij het deel over de notificatieplicht in dit amendement geland is. Net als in de huidige Wiv is in het wetsvoorstel een bepaling opgenomen die regelt voor de toepassing van welke bijzondere bevoegdheden een actieve notificatieplicht geldt (artikel 59). Dit in aanvulling op het inzageverzoek, dat geregeld is in artikel 76. Deze notificatieplicht geldt ten aanzien van de meest indringende bevoegdheden, namelijk het binnentreden van een woning (artikel 58), het aftappen van laptops en mobieltjes (artikel 47) en het openen van brieven en andere geadresseerden zendingen (artikel 44).

Omwille van het belang dat wij in de samenleving hechten aan vrije nieuwsgaring door journalisten en een onafhankelijke advocatuur die haar werk goed kan doen, is in het wetsvoorstel verder voorzien in een speciale toestemmingsprocedure waar het gaat om de uitoefening van een bijzondere bevoegdheid jegens een journalist of advocaat die kan leiden tot verwerving van gegevens die zien op de bron van een journalist of op de vertrouwelijke communicatie tussen een advocaat en diens cliënt (artikel 30, tweede en derde lid) verkregen wordt. Gegeven het grote belang dat aan de bescherming van die communicatie in het wetsvoorstel gegeven wordt, de recente klachtenprocedures van enkele advocatenkantoren over de bevoegdheden die tegen hen ingezet zijn en de maatschappelijke discussie daarover, is het niet meer dan logisch om de uitoefening van bijzondere bevoegdheden jegens journalisten en advocaten net als de hiervoor omschreven bijzondere bevoegdheden aan een notificatieplicht te onderwerpen. Dit amendement strekt daartoe.

Verhoeven