Ontvangen 13 februari 2017
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 30 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Artikel 132 is van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van de bevoegdheid van de rechtbank Den Haag, bedoeld in het tweede en derde lid.
De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (hierna: de CTVID) en de Toezichtscommissie Inzet Bevoegdheden (hierna: TIB) rapporteren in een openbaar jaarverslag over hun activiteiten. Daarmee kan op abstract niveau zicht gehouden worden op de activiteiten van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Indiener wil zeker stellen dat dit ook gebeurt voor de bijzondere bevoegdheden die niet vooraf aan de TIB maar aan de rechtbank Den Haag voorgelegd worden. Dit is belangrijk voor het creëren en behouden van maatschappelijk vertrouwen in de taakuitvoering door de diensten. Zonder enige vorm van openheid kan de indruk van een geheime stempelmachine ontstaan. Die schijn moet voorkomen worden. Hiertoe wordt een door professor Van Eijk aan het parlement toegezonden suggestie overgenomen. De zinsnede «voor zover het belang van de nationale veiligheid zich hier niet tegen verzet» is – ten opzichte van de eerdere versie van dit amendement (nr. 35) – vervallen, nu artikel 12, derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing wordt verklaard in artikel 132.
De eerdere versie van dit amendement (nr. 35) regelde in onderdeel II een actieve notificatieplicht ten aanzien van de inzet van een bijzondere bevoegdheid jegens journalisten en advocaten. Dat onderdeel van het amendement was ontraden, terwijl de regering op het onderdeel ten aanzien van de openbare rapportage positief reageerde en oordeel Kamer uitsprak. Om die reden is het amendement gesplitst en is onderdeel II in een apart amendement opgenomen.
Verhoeven