Vastgesteld 21 november 2016
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Lodders
De griffier van de commissie, Teunissen
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel tot Wijziging van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet op de zorgtoeslag in verband met enkele inhoudelijke en technische verbeteringen. Zij hebben daarover nog enkele opmerkingen en vragen.
De leden van de VVD-fractie stellen vast dat zorgverzekeraars na inwerkingtreding van deze wet de zorgpremie een week eerder bekend moeten maken. Deze leden stellen dat het voor de definitieve vaststelling van de zorgtoeslag belangrijk is dat de regering tijdig de gemiddelde premie kan vaststellen zodat ook de zorgtoeslag voor het daarop volgende jaar kan worden vastgesteld. Zij stellen dat met de vervroegde bekendmaking de overstaptijd voor verzekeren met een week wordt verlengd. Dit heeft diverse voordelen voor zowel de verzekerden als de zorgverzekeraars. De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat verzekerden tijdig worden geïnformeerd over de nieuwe polissen en de daarbij behorende gecontracteerde zorg. Zij vragen de regering of de wijziging ook betekent dat het gecontracteerde aanbod een week eerder bekend dient te worden gemaakt. Welke effecten heeft dit (eenmalig) op het contracteringsproces tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders? Heeft de regering zich vergewist van de consequenties voor zorgverzekeraars als zij hun premie een week eerder bekend moeten maken? Zijn verzekeraars hiertoe in staat? Hebben zij tijdig alle gegevens beschikbaar om een week eerder een accurate premie vast te stellen?
De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij staan positief tegenover de aspecten die in het wetsvoorstel aan bod komen, met name tegenover de aspecten waarbij het gaat om vervroeging van de jaarlijkse bekendmaking van de nominale premie en de standaardpremie.
De leden van de fractie van de PvdA lezen dat eerdere bekendmaking van de premie door zorgverzekeraars nodig is voor de vaststelling van de zorgtoeslag, de verwerking in de beschikkingen en de voorbereiding van uitingen van zorgverzekeraars richting burgers. Genoemde leden zijn het eens met het belang van een juiste vaststelling van de zorgtoeslag, en zijn daarom positief over het voorliggend wetsvoorstel. De verzekerden zouden volgens de regering met deze wijziging ook een week langer de tijd hebben een passende zorgverzekering te kiezen, zo lezen zij in de memorie van toelichting.
De leden van de fractie van de PvdA willen hierbij echter graag benadrukken dat het kiezen voor een passende verzekering uitsluitend kan wanneer zorgverzekeraars en zorgaanbieders de fase van contractering hebben afgerond voor het komend jaar, zodat verzekerden weten bij welke zorgaanbieders zij terecht kunnen met welke polis. Kan de regering aangeven op welke manier dit gestimuleerd wordt? In hoeverre draagt het voorliggend wetsvoorstel hieraan bij, nu ook de datum waarop de inkoopcyclus en de informatievoorziening over het gecontracteerd aanbod gereed dient te zijn, met een week wordt vervroegd? Vorige jaren bleken zorgverzekeraars en zorgaanbieders dit proces lang niet altijd op tijd te hebben afgerond; welke verwachting heeft de regering over de tijdige afronding van het contracteerproces van het huidig jaar en het jaar waarin de wetswijziging van kracht zal gaan? De leden van de fractie van de PvdA lezen in de beantwoording van de schriftelijke vragen van het lid Bouwmeester over de contracteerperiode en in de voortgangsrapportage over «Kwaliteit loont» dat de Minister van VWS vorig jaar in overleg is getreden met aanbieders en verzekeraars om afspraken te maken over de contracteringstermijnen en -processen. Kan de regering een stand van zaken van deze gesprekken en afspraken geven? Hoe kan de Minister van VWS hiernaast als stelselverantwoordelijke volgens de regering aansturen op het voorkomen van onrust en speculeren over de hoogte van de premie?
De leden van de fractie van de PvdA lezen dat Zorgverzekeraars Nederland (ZN) geconsulteerd is inzake de voorliggende wijziging, en de consequenties hiervan voor zorgverzekeraars. ZN heeft hierbij aangegeven geen problemen te voorzien, maar onder voorwaarde dat de datum waarop deze wet van kracht wordt tijdig bekend wordt gemaakt. Heeft ZN aangegeven wat «tijdig» genoeg is? Hoe is het oordeel van de regering over deze datum, en is dit haalbaar volgens de regering?
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voorgenomen wijziging van de Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag in verband met enkele inhoudelijke en technische verbeteringen. Zij hebben hierover nog de volgende vragen en opmerkingen.
Zij constateren dat zorgverzekeraars zich niet houden aan de termijn van tenminste zes weken voor het informeren van verzekerden over de hoogte van de zorgpremie. Zij vragen hoe de regering het vervroegen van de termijn gaat handhaven. Is er sprake van onvolledige wetgeving of gebrek aan handhaving en maatschappelijk besef bij zorgverzekeraars die hiermee de tijdige uitvoering van bijvoorbeeld de zorgtoeslag in gevaar brengen. Waarom denkt de regering dat de vervroegde bekendmaking van de grondslag van de premie zal leiden tot een gedragsverbetering bij de zorgverzekeraars? Welke instrumenten heeft de regering thans om dit af te dwingen, waarom zijn die onvoldoende, en welke garantie heeft de regering dat na deze wetswijziging zij wel de juiste en voldoende instrumenten heeft?
Deze leden constateren dat ook bij de contractering van zorg jaarlijks een soortgelijk probleem speelt. Is het voor verzekerden wel helder welke zorg wel en niet gecontracteerd is door een verzekeraar? Hoe wordt hierop toegezien en gehandhaafd?
Zij stellen vast dat het huidige stelsel met marktwerking onlosmakelijk verbonden is dat onderhandelingen stevig zijn, en de tijdsdruk maakt dat er tot op het gaatje wordt onderhandeld. Leidt het huidige stelsel met onderlinge concurrentie volgens de regering niet onlosmakelijk tot het tot het laatste moment de kaarten tegen de borst houden van verzekeraars en is daar wel tegenop te handhaven? Hoe ziet de regering het feit dat er wederom wetgeving nodig is om het marktfalen van de zorgverzekeraars te herstellen? Hoe vaak heeft de regering inmiddels wettelijk moeten ingrijpen om het marktfalen te repareren? Kan zij een opsomming geven?
De leden van de SP-fractie juichen het toe dat er een eind komt aan de dubbele petten van de bestuursleden van het Zorginstituut, die tevens deel uitmaken van de Adviescommissie Pakket (ACP). Deze leden zijn dan ook blij te zien dat deze aanbeveling uit het rapport «Meer dan een incident» naar de casus Pompe en Fabry uit 2012, nu eindelijk wordt opgevolgd. Kan de regering aangeven of ook de overige aanbevelingen en adviezen, waaronder een meer heldere afstemming met het ministerie en een betere rolverdeling tussen het Zorginstituut en de Minister, zijn opgevolgd? Deze leden vragen een overzicht waarin per aanbeveling is aangeven hoe er vervolg aan is gegeven, en tot welke concrete maatregelen dit heeft geleid.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel waarmee de jaarlijkse bekendmaking van de nominale en standaardpremie met een week wordt vervroegd. Zij hebben een enkele vraag.
Zij vragen op welke datum het wetsvoorstel uiterlijk van kracht moet worden, zodanig dat de processen van de premieberekening door zorgverzekeraars nog op tijd aangepast kunnen worden. Heeft de regering hierover afspraken gemaakt met ZN?
De leden van de CDA-fractie vragen een toelichting waarom de huidige termijn van zes weken tekort zou zijn voor het vaststellen van de zorgtoeslag. Kan worden onderbouwd dat de zorgtoeslag nu niet op een juiste wijze wordt vastgesteld?
De Minister schrijft dat het wetsvoorstel is getoetst op het risico van fraude. De leden van de CDA-fractie vragen waarom hierop getoetst is, en specifiek op welke onderdelen dat het geval is.
De leden van de CDA-fractie vragen waarom het wetsvoorstel niet is getoetst op regeldruk. Daarbij vragen zij in te gaan op de brief van Actal van 21 april 2016, waarin gesteld wordt dat het wetsvoorstel met name gevolgen heeft voor zorgverzekeraars, en dat dit op gespannen voet staat met de toelichting waarin geconcludeerd wordt dat er geen effecten voor de regeldruk optreden. De leden van de CDA-fractie vragen of de regering – conform het advies van Actal – de eenmalige kennisnemingskosten en de kosten van aanpassing van de administratieve organisatie kan (laten) berekenen.