Gepubliceerd: 13 oktober 2016
Indiener(s): Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Piet Hein Donner (CDA)
Onderwerpen: ziekten en behandelingen zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34575-4.html
ID: 34575-4

Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 1 juli 2016 en het nader rapport d.d. 11 oktober 2016, aangeboden aan de Koning door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 7 juni 2016, no. 2016000976, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag in verband met enkele inhoudelijke en technische verbeteringen (Verzamelwet Zvw 2016), met memorie van toelichting.

Het voorstel strekt er onder meer toe de Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag te wijzigen in verband met het vervroegen van de jaarlijkse bekendmaking van de nominale premie en de standaardpremie.

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan de Tweede Kamer te zenden, maar acht voor het creëren van de mogelijkheid om toepassing te geven aan de spoedprocedure van de Wet raadgevend referendum (Wrr) een dragende motivering aangewezen en bij gebreke daarvan schrapping van de toepassing van de spoedprocedure.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 7 juni 2016, no. 2016000976, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 1 juli 2016, no. W13.16.0138/III, bied ik U hierbij aan.

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan de Tweede Kamer te zenden, maar acht voor het creëren van de mogelijkheid om toepassing te geven aan de spoedprocedure van de Wet raadgevend referendum (Wrr) een dragende motivering aangewezen en bij gebreke daarvan schrapping van de toepassing van de spoedprocedure.

1. Spoedprocedure Wet raadgevend referendum

In artikel III wordt de mogelijkheid gecreëerd om in het inwerkingtredingsbesluit de spoedprocedure uit artikel 12 Wrr toe te passen.

De toelichting stelt dat dit nodig zou kunnen zijn om de jaarlijkse bekendmaking van de nominale premie met een week te vervroegen teneinde de zorgtoeslag met ingang van een nieuw kalenderjaar te kunnen vaststellen. Of dat nodig is, hangt mede af van het moment waarop het parlement het wetsvoorstel aanneemt, aldus de toelichting.

Uitgangspunt van de Wrr is dat een wet niet in werking treedt voordat een referendum is gehouden of de gelegenheid is geweest om een inleidend verzoek daartoe in te dienen. Daarvan kan slechts worden afgeweken als een wet dermate spoedeisend is dat zij onmiddellijk in werking moet treden. Indien de wetgever daarvoor te lichtvaardig zou kiezen, zou dat het karakter van de Wrr als algemene wet aantasten.

De Afdeling merkt op dat beoogd wordt af te wijken van de Wrr in een context waarin een wijziging in werking gaat treden op een vooralsnog onbekend moment, te weten een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

De reden voor toepassing van artikel 12 Wrr zal, blijkens de toelichting op de Wrr,2 geen andere kunnen zijn dan dat de wet dermate spoedeisend is dat afgeweken moet worden van de algemene inwerkingtredingsprocedure uit de artikelen 8 en 9.3 Het voor de zekerheid opnemen van een bepaling die artikel 12 Wrr van toepassing verklaart, voor het geval toepassing er van in de loop van de parlementaire behandeling wenselijk lijkt, voldoet niet aan dit uitgangspunt.

De Afdeling adviseert dragend te motiveren waarom de spoedprocedure mogelijk wordt gemaakt en bij gebreke van een dergelijke motivering de mogelijkheid om de spoedprocedure te volgen te schrappen.

1. Spoedprocedure Wet raadgevend referendum

De Afdeling merkt op dat beoogd wordt af te wijken van de Wrr in een context waarin een wijziging in werking gaat treden op een vooralsnog onbekend moment, te weten een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De reden voor toepassing van artikel 12 Wrr zal, blijkens de toelichting op de Wrr, geen andere kunnen zijn dan dat de wet dermate spoedeisend is dat afgeweken moet worden van de algemene inwerkingtredingsprocedure uit de artikelen 8 en 9 Wrr. Artikel III van het wetsvoorstel voldoet naar het oordeel van de Afdeling niet aan dit uitgangspunt.

Naar aanleiding van het advies van de Afdeling is de spoedprocedure in het kader van de Wrr geschrapt. De spoedprocedure was opgenomen voor de vervroeging van de jaarlijkse bekendmaking van de nominale premie. Het streven is de wet op een zodanig tijdstip in werking te laten treden dat de nominale premie voor 2018 uiterlijk 12 november 2017 bekend gemaakt moet worden. Dit biedt voldoende tijd voor de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel en voor de bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding van de wet, ook wanneer rekening wordt gehouden met de uit hoofde van de Wrr in acht te nemen termijn en de periode die zorgverzekeraars nodig hebben om zich voor te bereiden op de uitvoering van de wet.

2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De redactionele kanttekeningen van de Afdeling zijn verwerkt.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

J.P.H. Donner

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no. W13.16.0138/III

  • In artikel I, onderdeel B, rekening houden met artikel I, onderdeel J, van de Wijzigingswet van 8 april 2016 (Stb. 173), waarbij het Zorginstituut wordt vervangen door het CAK in verband met de overgang van een aantal taken.

  • In artikel I, onderdeel F, de verwijzing naar artikel 59a, derde tot en met zevende lid, wijzigen in: derde tot en met achtste lid.

  • In artikel I, onderdeel G, na «artikel 66e, tweede lid,» invoegen: aanhef,.