Gepubliceerd: 13 oktober 2016
Indiener(s): Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen: ziekten en behandelingen zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34575-3.html
ID: 34575-3

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Dit wetsvoorstel voor een Verzamelwet Zvw 2016 strekt ertoe de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet op de zorgtoeslag (Woz) op enkele kleine onderdelen inhoudelijk te wijzigen alsmede om ontstane misslagen te verbeteren en ontdekte omissies weg te nemen. Het gaat om de volgende inhoudelijke wijzigingen:

  • de jaarlijkse bekendmaking van de nominale premie wordt vervroegd met een week;

  • in verband hiermee wordt ook de standaardpremie een week eerder bekend gemaakt;

  • samenstelling, benoeming en zittingsduur van de Adviescommissie Pakket (ACP) en de Adviescommissie Kwaliteit (ACK) van het Zorginstituut Nederland (Zorginstituut).

De inhoudelijke wijzigingen worden hieronder toegelicht. Voor de technische wijzigingen wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

Vervroeging bekendmaking premie en vaststelling standaardpremie

De Zvw schrijft voor dat een wijziging in de grondslag van de premie voor zorgverzekeringen niet eerder in werking treedt dan zes weken na de dag waarop deze aan de verzekeringnemer is medegedeeld (artikel 17, zevende lid, Zvw). Dit houdt in dat zorgverzekeraars uiterlijk op 19 november de premie bekend behoren te maken die met ingang van het daaropvolgende jaar zal gelden. Steeds meer zorgverzekeraars maken de premie slechts enkele dagen voor afloop van deze termijn – of zelfs op de laatste dag – bekend. Eerdere bekendmaking is nodig voor de vaststelling van de zorgtoeslag, de verwerking in de beschikkingen en de voorbereiding van uitingen van zorgverzekeraars richting burgers. Gezien de samenhang met andere toeslagen – wordt de zorgtoeslag niet tijdig vastgesteld dan heeft dit uitvoeringstechnische implicaties voor de vaststelling van andere toeslagen – wordt op voorstel van de Belastingdienst de bekendmaking van de grondslag van de premie met een week vervroegd. Vervroeging van de bekendmaking van de premies door zorgverzekeraars verbetert de vaststelling van de gemiddelde premie en daarmee de vaststelling van de zorgtoeslag. Het maatschappelijk belang van een juiste vaststelling van de zorgtoeslag is evident. Een bijkomend effect van de vervroegde bekendmaking van de grondslag van de premie is dat de overstaptijd met een week wordt verlengd. Dit geeft verzekerden langer de tijd een passende zorgverzekering te selecteren, en zorgverzekeraars langer de tijd verzekerden aan zich te binden.

Met het vervroegen van de uiterste datum waarop de premie bekend dient te worden gemaakt, hangt samen dat tevens de datum waarop de inkoopcyclus en de informatievoorziening over het gecontracteerd aanbod gereed dient te zijn met een week wordt vervroegd. Voor de uitvoering is daarnaast van belang dat de datum waarop het Zorginstituut zorgverzekeraars informeert over de toekenning van de vereveningsbijdrage, blijft staan op de tweede helft van september. De formele toekenning volgt zoals gebruikelijk uiterlijk 1 november. Dit betekent dat zorgverzekeraars, als gevolg van het vervroegen van de premiebekendmaking, een week minder de tijd hebben om de premie te berekenen. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders moeten eenmalig de interne en onderlinge processen naar voren halen, welke vervolgens structureel worden toegepast.

Samenstelling, benoeming en zittingsduur Zorginstituut en ACP en ACK

Naar aanleiding van de evaluatie van het Zorginstituut is de Tweede Kamer toegezegd dat de Zvw gewijzigd zou worden zodat de leden van het Zorginstituut niet meer deel zouden uitmaken van de ACP (Kamerstukken II 2015/16, 31 765 nr. 164). Deze dubbele rol kan als onwenselijk worden gezien omdat de ACP de voorbereidingen treft voor de adviezen van het Zorginstituut over het te verzekeren pakket. Hoewel dit niet direct tot problemen heeft geleid, wordt het toch raadzaam geacht om deze rollen te scheiden. Op die manier wordt voorkomen dat het draagvlak voor en de legitimiteit van de adviezen van het Zorginstituut over het te verzekeren pakket afbreuk lijdt. Wel worden de leden van de ACP door het Zorginstituut zelf benoemd, net als bij de ACK. Met het vrijkomen van de posities die de leden van het Zorginstituut innemen in de ACP ontstaat tevens ruimte om de expertise binnen de ACP te verbreden en de diversiteit te vergroten. De commissie bestaat uit negen leden, aangezien er drie niet langer uit het Zorginstituut afkomstig zijn, is het mogelijk drie andere leden te benoemen. Ook zal een maximum van 2 termijnen voor commissieleden worden opgenomen, zodat voldoende doorstroom geborgd wordt in de commissie. Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de benoemingstermijn van de leden van de ACK gelijk te trekken met de benoemingstermijn van de leden van de ACP. Op deze manier wordt ook de doorstroom in deze commissie ook bevorderd. Analoog aan de ACK is voor de leden van de ACP eveneens opgenomen dat zij hun taak op persoonlijke titel uitvoeren.

Consultatie

De koepelorganisatie voor zorgverzekeraars, Zorgverzekeraars Nederland (ZN), is geconsulteerd inzake de wijziging vervroeging premiebekendmaking. Als gevolg van dit wetsvoorstel hebben zorgverzekeraars een week minder de tijd om hun premie vast te stellen. Hier voorziet ZN in beginsel geen problemen, onder de voorwaarde dat de datum waarop deze wet van kracht wordt, tijdig bekend is voor de processen van de premieberekening. Daarnaast heeft ZN gewezen op de noodzaak van het structureel naar voren halen met één week van andere processen die samenhangen met de premiebekendmaking. Zo zal tevens de datum waarop de inkoopcyclus gereed moet zijn met een week worden vervroegd, evenals de informatievoorziening richting verzekerden over het gecontracteerd aanbod.

Er heeft afstemming plaatsgevonden met het Zorginstituut ten aanzien van de wijziging van de samenstelling, benoeming en zittingsduur van de ACP. Het Zorginstituut heeft geen bezwaren tegen de voorgestelde wijzigingen.

De Belastingdienst is geconsulteerd voor wat betreft de wijzigingen in de Wet op de zorgtoeslag en heeft geen bezwaren ten aanzien van deze wijzigingen.

Financiële gevolgen, regeldruk, administratieve lasten en fraude

Qua financiële gevolgen zal rekening moeten worden gehouden met een bedrag ter hoogte van € 37.000,– extra aan vacatiegelden voor de ACP. Dit zal op de begroting van het Zorginstituut worden opgenomen.

De voorgestelde maatregelen hebben geen effect op de regeldruk en de administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

Het wetsvoorstel is getoetst op het risico van fraude. Dit risico is niet aangetroffen.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Artikel 17, zevende lid, van de Zvw schrijft voor dat een wijziging in de grondslag van de premie voor zorgverzekeringen niet eerder in werking treedt dan zes weken na de dag waarop deze aan de verzekeringnemer is medegedeeld. Dit betekent dat een wijziging van de premiegrondslag voor een nieuw kalenderjaar uiterlijk op 19 november aldus bekend gemaakt dient te zijn. Met de onderhavige wijziging wordt de bekendmaking van de grondslag van de premies met één week vervroegd.

Onderdeel B

In artikel 18g, vierde lid, van de Zvw is een oude verwijzing naar het College voor zorgverzekeringen gecorrigeerd in een verwijzing naar het Zorginstituut. Per 1 april 2014 is genoemd college opgevolgd door het Zorginstituut.

Onderdeel C

In artikel 39, derde lid, onderdeel g, van de Zvw is een oude verwijzing naar het College voor zorgverzekeringen gecorrigeerd in een verwijzing naar het Zorginstituut.

Onderdeel D

In artikel 57, eerste lid, van de Zvw is de verwijzing naar de inkomensafhankelijke bijdrage gecorrigeerd. Die bijdrage is genoemd in het eerste lid van artikel 43, in plaats van het tweede lid.

Onderdelen E en F

Als gevolg van de onderhavige wijzigingen van artikel 59a van de Zvw maken de leden van het Zorginstituut niet meer tevens deel uit van de Adviescommissie Pakket (ACP). Er is uitdrukkelijk bepaald dat de lidmaatschappen van het Zorginstituut, de ACP en de ACK onverenigbaar zijn. De leden van de ACP functioneren op persoonlijke titel. Zij worden voortaan benoemd, geschorst en ontslagen door het Zorginstituut in plaats van door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op dit moment wordt reeds in de geest van deze voorgestelde wijziging gehandeld: leden van de raad van bestuur nemen geen deel meer aan de beraadslagingen van de ACP en de totstandkoming van de adviezen. Bij de benoeming van nieuwe leden zal het Zorginstituut acht slaan op de deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van de taken van de ACP alsmede op de maatschappelijke kennis en ervaring. Op die manier wordt ook diversiteit in de samenstelling van de ACP gerealiseerd. Bij diversiteit gaat het bijvoorbeeld om leeftijd, geslacht en achtergrond van de leden. De herbenoeming van de leden van de ACP is teruggebracht naar maximaal éénmaal. De benoemingstermijn van de leden van de ACK is gelijk getrokken met de benoemingstermijn van de leden van de ACP.

Met het oog op de leesbaarheid zijn deze wijzigingen aangebracht door artikel 59a van de Zvw grotendeels te vervangen. De nieuwe redactie is geënt op artikel 59b van de Zvw dat de ACK regelt. Daardoor kan die bepaling grotendeels vervangen worden door een verwijzing naar artikel 59a van de Zvw.

Onderdeel G

In het voorstel van wet tot wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg en andere wetten in verband met de taken en bevoegdheden op het gebied van de kwaliteit van zorg (Kamerstukken 2011/12, 33 243, nr. 3) was opgenomen de naam van het College voor zorgverzekeringen te veranderen in Instituut voor Zorg. Dit is later gewijzigd in Zorginstituut Nederland. Abusievelijk is in de aanpassing van artikel 66e, tweede lid, van de Zvw deze wijziging niet doorgevoerd. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt dit te herstellen.

Onderdeel H

Ingevolge artikel 42, achtste lid, van de Zvw wordt de inkomensafhankelijke bijdrage van gemoedsbezwaarden gestort op een rekening die door het Zorginstituut wordt aangehouden. Deze storting werd nog niet genoemd in artikel 70, eerste en tweede lid, Zvw. Met de onderhavige wijziging is deze omissie hersteld.

Onderdeel I

Artikel 118, vierde lid, van de Zvw, dat nog niet in werking is getreden, verplicht de zorgaanbieder het burgerservicenummer (voorheen sociaal-fiscaalnummer) van de verzekerde te vermelden op de declaratie van de door hem aan de verzekerde verleende zorg of andere diensten. Deze bepaling kan komen te vervallen. Deze verplichting is inmiddels opgenomen in artikel 9 van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg. Overigens is het derde lid (gedeeltelijk) ook nog niet in werking treden, namelijk voor zover het betreft de verplichting het burgerservicenummer (voorheen sociaal-fiscaalnummer) van de verzekerde in de administratie op te nemen. Uiterlijk bij de inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel zal daarin worden voorzien.

Artikel II

Onderdeel A

De zorgtoeslag is een tegemoetkoming in de (bestuursrechtelijke) premie voor de zorgverzekering en in het verplicht eigen risico dat aan de zorgverzekering is verbonden.

Onderdeel B

In artikel 4 van de Wet op de zorgtoeslag is de termijn voor het vaststellen van de standaardpremie vervroegd van uiterlijk 15 dagen naar uiterlijk 22 dagen voorafgaande aan het berekeningsjaar.

Artikel III

Zowel de wet van 8 april 2016 tot wijziging van de Zorgverzekeringswet en andere wetten in verband met de overgang van een aantal taken van het Zorginstituut Nederland naar het CAK (Stb. 2016, 173), als artikel I, onderdeel B, wijzigen artikel 18g van de Zvw. Als die wet eerder in werking treedt, is de wijziging met deze wet niet meer nodig. Dan is «het college» al vervangen door het CAK. Als deze wet eerder in werking treedt, moet met de andere wet niet «het college» maar «het Zorginstituut» worden vervangen door het CAK.

Artikel IV

De jaarlijkse bekendmaking van de nominale premie wordt met een week vervroegd. Het streven is de wet op een zodanig tijdstip in werking te laten treden dat de nominale premie voor 2018 uiterlijk 12 november 2017 bekend gemaakt moet worden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers