Kamerstuk 34516-13

Motie van de leden Van der Staaij en Van Raak over het niet langer behandelen van het voorstel omdat niet de juiste procedure is gevolgd

Dossier: Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een algemene bepaling

Gepubliceerd: 31 mei 2017
Indiener(s): Ronald van Raak , Kees van der Staaij (SGP)
Onderwerpen: recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34516-13.html
ID: 34516-13

Nr. 13 MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER STAAIJ EN VAN RAAK

Voorgesteld 31 mei 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat artikel 137, vierde lid van de Grondwet vereist dat de nieuwe Tweede Kamer in tweede lezing een grondwetswijziging overweegt en dat als gevolg hiervan de behandeling voortvarend ter hand genomen en tijdig afgerond dient te worden (zie notitie herzieningsprocedure van de Grondwet 32 123 VII, B);

constaterende dat het voorstel (tweede lezing) voor het in de Grondwet opnemen van de mogelijkheid van constitutionele toetsing door de rechter (32 334) op 8 maart 2010 is ingediend, maar door die nieuw samengestelde Tweede Kamer niet is afgerond, en bovendien evenmin in stemming is gebracht in de daaropvolgende zittingsperiode, die eindigde met reguliere verkiezingen in 2017;

spreekt uit dat dit voorstel helaas niet de door de Grondwet voorgeschreven procedure heeft gevolgd, en daarom niet langer door de Kamer behandeld kan worden, maar geacht moet zijn door de Tweede Kamer te zijn verworpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Staaij

Van Raak