Vastgesteld 9 juni 2016
De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, De Roon
De adjunct-griffier van de commissie, Wiskerke
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voornemen tot opzegging van het op 8 april 1979 te Wenen tot stand gekomen Statuut van de Organisatie der Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling (UNIDO). Deze leden onderschrijven het principe dat belastinggeld zo effectief mogelijk dient te worden besteed. Eveneens zijn deze leden van mening, dat verdragen die niet meer van belang zijn voor Nederland, opgezegd dienen te worden. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de regering over het wetsvoorstel.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het Voorstel van Rijkswet met betrekking tot de opzegging van het Statuut van de Organisatie van de VN voor Industriële Ontwikkeling. Zij hebben hier geen verdere vragen of opmerkingen over.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel, dat hun geen aanleiding geeft tot het stellen van nadere vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben mede naar aanleiding van de voorgeschiedenis van dit voorstel nog de nodige vragen.
Toelichting bij de opzegging
De scorekaarten
De leden van de VVD-fractie merken op dat de scorekaarten evenmin een rooskleurig beeld laten zien bij onder andere UN-Habitat. «De relevantie van UN-Habitat voor het beleid op het gebied van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is hoogstens beperkt voor enkele deelaspecten», zo lezen de leden van de VVD-fractie in de laatste scorekaart. Toch gaat daar blijkens de antwoorden op de feitelijke vragen bij het jaarverslag 2015 nog 2 miljoen euro naartoe. Kan de regering een reflectie geven op deze bijdrage? Is de regering voornemens om ook deze bijdrage stop te zetten, gezien de overeenkomsten met de casus UNIDO? Deze leden vragen de regering om een toelichting op dit punt.
De leden van de D66-fractie constateren dat United Nations Industrial Development Organization (UNIDO) op de scorekaart opgesteld door het Ministerie van Buitenlandse Zaken niet goed scoort, net als andere multilaterale organisaties. UNIDO scoort gemiddeld een 2,75; vijf andere organisatie scoren ook onder een 3 gemiddeld. Drie organisaties scoren gemiddeld lager dan UNIDO, te weten: UN Habitat, UNCTAD en de WHO. Kan de regering nader toelichten waarom zij het Statuut van UNIDO wil opzeggen en die van de drie andere slecht scorende organisaties niet?
De aan het woord zijnde leden merken verder op dat veel multilaterale organisaties die tot familie van de Verenigde Naties (VN) behoren slecht scoren op gebieden als beleidsevaluatie, de effectiviteit van de bestuursorganen en resultaatgerichtheid. Dat bleek laatst ook bij het voornemen tot beleidsdoorlichting door de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) van het VN-kanaal. Hoe waardeert de regering deze tekortkomingen bij UNIDO in de context van de prestaties van ander VN-organisaties? Welke acties gaat de regering ondernemen om de prestaties van de multilaterale organisaties VN-breed te verbeteren? Hoe gaat dat tot resultaat leiden?
Effectiviteit UNIDO
De leden van de D66-fractie lezen dat de regering het statuut van UNIDO op wil zeggen omdat de organisatie niet voldoet aan de criteria op het gebied van efficiëntie c.q. effectiviteit en omdat de doelstelling van de organisatie niet in voldoende mate aansluit op het bredere Nederlandse beleidsbelang. Hoe beoordeelt de regering in dat licht het recent door UNIDO aangenomen Medium-Term Programme Framework (MTPF)? Toont dat niet een wil aan ten aanzien van de strategie en focus van de organisatie zodat zij in staat zal zijn haar ambities mede door Nederland onderschreven te verwezenlijken? En hoe beoordeelt de regering de evaluaties van andere lidstaten die een positiever oordeel hebben over het functioneren van UNIDO?
Relevantie UNIDO
De leden van de D66-fractie constateren dat de regering het werk van UNIDO als onvoldoende relevant beoordeelt voor het behalen van Nederlandse beleidsdoelen. Kan de regering per beleidsdoel aangeven of zij de werkzaamheden en missie van UNIDO, wel, niet of beperkt relevant vinden en welke inzet Nederland gepleegd heeft hierin verbetering te doen plaatsvinden? Wanneer de regering de inzet van UNIDO bij een beleidsdoel als wel of beperkt relevant beoordeelt, kan zij dan toelichten welke andere multilaterale organisatie hier beter op aansluiten? Aansluitend daarop vragen deze leden waar het nu beschikbare budget voor UNIDO na aanname van dit wetsvoorstel aan besteed zal gaan worden. Deze leden ontvangen graag een concrete specificering hiervan.
De aan het woord zijnde leden begrijpen van UNIDO dat zij de afgelopen jaren haar missie heeft herijkt, mede door duurzaamheid een centralere rol te geven in haar programma’s en de doelen op het gebied van gendergelijkheid naar boven bij te stellen. In de toelichting vinden deze leden van dat proces nog weinig terug. Kan de regering daar nader op ingaan? En daarbij mede ingaan op de wijze waarop Nederland en UNIDO voornemens zijn de Sustainable Development Goals in te vullen?
Overig
De leden van de VVD-fractie lezen dat opzegging van het Statuut geen gevolgen zal hebben voor de recentelijk tot stand gekomen partnerschappen in het kader van private sectorontwikkeling. Heeft opzegging van het Statuut in het geheel geen gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven?
Visie van UNIDO op de Nederlandse scorekaart
De leden van de D66-fractie krijgen de indruk dat het bestuur van UNIDO zich onvoldoende gehoord voelde bij de totstandkoming van de scorekaart. Wat is de exacte rol van de organisatie zelf geweest bij het opstellen van de scorekaart? In hoeverre is de score gegeven de recente hervormingen nog relevant?
Gevolgen voor de Nederlandse reputatie, de Nederlandse samenwerking in EU-verband en voor UNIDO
Gevolgen voor de Nederlandse reputatie
De leden van de D66-fractie constateren dat de regering geen negatieve gevolgen voor de Nederlandse reputatie verwacht na een opzegging van het Statuut van UNIDO. Dit in tegenstelling tot het Raad van State advies. Zij waren ook kritisch over het feit dat de regering niet duidelijk aangeeft welke stappen er unilateraal en in EU-verband zijn genomen om het functioneren van UNIDO te verbeteren, alvorens te besluiten tot opzegging van het Statuut. De reactie van de regering op het advies is bijzonder kort. De aan het woord zijnde leden geven de regering graag alsnog gelegenheid hierop gemotiveerd te reageren.
Gevolgen voor de Nederlandse samenwerking in EU-verband
De leden van de VVD-fractie merken op dat de Europese Unie een grote donor is van UNIDO. Op deze manier betaalt de Nederlandse belastingbetaler nog steeds mee aan het in stand houden van een VN-organisatie waarvan de regering stelt dat bijdragen aan UNIDO leidt tot inefficiënt gebruik van middelen. Kan de regering bij de Europese instellingen erop aandringen dat inefficiënt gebruik van middelen zoveel mogelijk wordt voorkomen en dus de bijdrage van de EU aan UNIDO wordt stopgezet?
Ook de leden van de D66-fractie constateren dat, terwijl Nederland het Statuut van UNIDO op wil zeggen in navolging van enkele andere Europese leden, de Europese Unie juist doorgaat met UNIDO. Waaruit komt deze tweedeling voort? Welk verschil zit er volgens de regering tussen landen die wel en niet deel willen zijn van UNIDO? Heeft Nederland zijn bedenkingen over het functioneren van UNIDO in daarvoor bedoelde Europese fora in het verleden geuit en besproken, zoals in de motie-Sjoerdsma (Kamerstuk 33 446, nr. 10) verzocht? Zo ja, waartoe heeft dit geleid?
Gevolgen voor UNIDO
De leden van de D66-fractie vragen welke gevolgen het stopzetten van de Nederlandse financiering voor UNIDO zou hebben. Dit mede in het licht van de andere landen die zich hebben teruggetrokken. Concreet zijn zij benieuwd welke gevolgen dit heeft voor het hervormingsprogramma dat moet leiden tot duurzame en effectievere programma’s op door Nederland belangrijk gevonden beleidsterreinen.