Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de positie van leraren en docenten in de school of instelling te verstevigen en hun beroepskwaliteit te verbeteren; dat het daarvoor noodzakelijk is een omschrijving van het beroep van leraar of docent, diens professionele ruimte en het onderhoud van zijn bekwaamheid door middel van een lerarenregister en een registervoorportaal wettelijk te verankeren; dat het daarvoor noodzakelijk is de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsbepaling «persoonsgebonden nummer» vervalt: , bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer,.
2. Na de begripsbepaling van «bevoegd gezag van volgens deze wet bekostigde scholen» wordt een begripsbepaling ingevoegd:
burgerservicenummer als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van de begripsbepaling «afdeling» door een puntkomma, worden de volgende begripsbepalingen toegevoegd:
lerarenregister als bedoeld in artikel 38b;
herregistratiecriteria die op grond van artikel 38c, eerste lid, zijn vastgesteld;
registervoorportaal als bedoeld in artikel 38p;
gegevens als bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onderdelen a tot en met d.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening in het derde tot en met achtste schooljaar kan in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, onder 1, behalve door degene die beschikt over een in dat onderdeel b, onder 1, bedoeld getuigschrift waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen voor het geven van lichamelijke opvoeding in het voortgezet onderwijs, uitsluitend worden gegeven door degene die beschikt over een in dat onderdeel b, onder 1, bedoeld getuigschrift waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen die zijn vastgesteld krachtens artikel 32a, eerste lid, en
a. in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of
b. onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt.
2. Er wordt een lid toegevoegd:
5. Op de inzet van een leraar voor schoolonderwijs zijn de artikelen 31a, en 38b tot en met 38u van toepassing.
C
Na artikel 31 wordt ingevoegd:
1. Onder het beroep van leraar wordt verstaan het binnen de kaders van het onderwijskundig beleid van de school, verantwoordelijkheid dragen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de school.
2. Leraren komt een zelfstandige verantwoordelijkheid toe als het gaat om het beoordelen van de onderwijsprestaties van leerlingen.
3. Leraren beschikken over voldoende vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische zeggenschap, waaronder wordt verstaan de zeggenschap over:
a. de inhoud van de lesstof;
b. de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden en de middelen die daarbij worden gebruikt;
c. de te hanteren pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven, waaronder de begeleiding van de leerlingen en de contacten met de ouders;
d. het in samenhang met de onderdelen a, b en c, onderhouden van de bekwaamheid van de leraren als onderdeel van het team.
4. Het bevoegd gezag stelt in overleg met de leraren een professioneel statuut op waarin de afspraken zijn opgenomen over de wijze waarop de zeggenschap van leraren, bedoeld in het derde lid, wordt georganiseerd. Bij het opstellen van het professioneel statuut wordt de professionele standaard van de beroepsgroep in acht genomen.
D
Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 32, vijfde lid, wordt «te voldoen aan artikel 3, eerste lid, of op grond van het derde lid van dat artikel bevoegd te zijn tot het geven van onderwijs» vervangen door: te voldoen aan de desbetreffende vereisten, bedoeld in artikel 3, eerste tot en met vierde lid.
2. Er wordt een lid toegevoegd:
12. Na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming verstrekt het bevoegd gezag binnen vier weken de basisgegevens van de leraar overeenkomstig de artikelen 38h, eerste lid, en 38r aan Onze Minister voor opname in het lerarenregister of het registervoorportaal.
E
In artikel 32b wordt «waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld» vervangen door: waarvoor bekwaamheidseisen als bedoeld in artikel 32a, tweede en derde lid, zijn vastgesteld.
F
Na artikel 38a worden twee paragrafen ingevoegd:
1. Er is een lerarenregister. In het lerarenregister zijn van leraren voor wie de grond voor benoeming of tewerkstelling zonder benoeming is gelegen in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a, of derde lid, persoonsidentificerende gegevens, en gegevens betreffende de school, de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming, en de herregistratie opgenomen.
2. Het lerarenregister heeft tot doel:
a. het vastleggen van het onderwijs waarvoor een leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a, of derde lid;
b. het vastleggen op welke wijze een leraar voldoet aan de bekwaamheidseisen; en
c. het vastleggen of een leraar voldoet aan de herregistratiecriteria.
3. In aanvulling op het tweede lid heeft het lerarenregister tot doel gegevens te verstrekken:
a. aan Onze Minister ten behoeve van de beleidsvorming; en
b. aan de inspectie voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
4. Onze Minister draagt zorg voor het beheer van het lerarenregister.
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden herregistratiecriteria en regels voor herregistratie vastgesteld voor leraren die zijn opgenomen in het lerarenregister.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels vastgesteld voor het door Onze Minister te valideren activiteitenaanbod voor herregistratie.
3. Onze Minister stelt een beroepsorganisatie die hij vanuit het oogpunt van beroepskwaliteit representatief acht voor leraren, in de gelegenheid hem een voorstel te doen voor herregistratiecriteria en regels ter validering van het activiteitenaanbod. Onze Minister stelt deze organisatie vervolgens in elk geval eenmaal in de vier jaar in de gelegenheid, hem een voorstel te doen over het in stand laten of wijzigen van de herregistratiecriteria en regels ter validering van het activiteitenaanbod. Een voorstel als bedoeld in de eerste en tweede volzin heeft draagvlak bij een vertegenwoordiging van bevoegde gezagsorganen.
4. De herregistratiecriteria omvatten criteria die gericht zijn op het bekwaamheidsonderhoud van de leraar en criteria die gericht zijn op besluitvorming over herregistratie op grond van artikel 38l. Bij het opstellen van het voorstel voor de herregistratiecriteria worden de bekwaamheidseisen, bedoeld in artikel 32a, eerste lid, in acht genomen.
5. Het bevoegd gezag stelt een leraar in staat om te voldoen aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a, of derde lid.
6. De leraar is, gelet op artikel 38l, verantwoordelijk voor het verrichten van activiteiten die zijn gevalideerd op grond van het tweede lid, en heeft zeggenschap over de keuze van deze activiteiten.
Onze Minister is voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming, bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens, die belast is met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels over de autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
1. Het lerarenregister bevat voor elke daarin opgenomen leraar:
a. het burgerservicenummer;
b. de geslachtsnaam, de voornamen, het geslacht, het adres, de postcode, en de geboortedatum van de leraar;
c. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming, waaronder in ieder geval de ingangsdatum ervan;
d. gegevens betreffende de school waaraan hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, waaronder in ieder geval het registratienummer van de school;
e. het onderwijs waarvoor de leraar kan opgaan voor herregistratie;
f. voor welk onderwijs als bedoeld in onderdeel e de leraar opgaat voor herregistratie; en
g. gegevens betreffende de activiteiten voor herregistratie.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen c tot en met g, nader worden gespecificeerd.
1. Het bevoegd gezag verstrekt aan Onze Minister de basisgegevens van leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a, of derde lid, en draagt zorg voor het correct bijhouden van die gegevens ten behoeve van het lerarenregister.
2. De leraar verstrekt aan Onze Minister de gegevens, genoemd in artikel 38g, eerste lid, onderdelen e tot en met g.
3. Indien een leraar niet is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming, kan hij ten behoeve van opname in het lerarenregister de gegevens als genoemd in artikel 38g, eerste lid, onderdelen e tot en met g, verstrekken aan Onze Minister mits hij tevens de gegevens, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onderdelen a en b, verstrekt en middels een bewijsstuk als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a, of derde lid, aantoont dat hij aan de bekwaamheidseisen voldoet.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de tijdstippen en wijze van levering, de correctie van de gegevens en over het aantonen van de bekwaamheidseisen, bedoeld in het derde lid.
1. De gegevens, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder b, zijn gekoppeld aan het burgerservicenummer van de desbetreffende leraar en worden door Onze Minister verkregen uit de basisregistratie personen.
2. Voor zover de gegevens, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder b, niet voorkomen in de basisregistratie personen, worden zij verkregen uit de levering op grond van artikel 38h.
Nadat een leraar de gegevens, bedoeld in artikel 38h, tweede of derde lid, heeft verstrekt, neemt Onze Minister het burgerservicenummer en de andere gegevens die zijn geleverd op grond van artikel 38h en verkregen op grond van artikel 38i of 38s, tweede lid, op in het lerarenregister, met dien verstande dat hij de basisgegevens slechts opneemt voor zover deze niet kunnen worden verkregen uit de basisadministratie personen.
1. Indien een of meer van de basisgegevens van een leraar in het lerarenregister afwijken van de betreffende basisgegevens behorende bij de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van deze leraar, kan de betrokkene Onze Minister elektronisch verzoeken deze gegevens te verbeteren. Onze Minister verzoekt het bevoegd gezag om hem overeenkomstig artikel 38h, eerste lid, de juiste gegevens te verstrekken.
2. Indien het bevoegd gezag na het verzoek van Onze Minister constateert dat de basisgegevens van de leraar in het lerarenregister overeenkomen met de betreffende basisgegevens behorende bij de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van deze leraar, deelt hij dit elektronisch mee aan Onze Minister en deelt Onze Minister dit elektronisch mee aan de betrokkene.
3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de gegevens die op grond van artikel 38i zijn overgenomen uit de basisregistratie personen.
4. Een beslissing op een verzoek als bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, geldt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
1. Na het moment van opname in het lerarenregister controleert Onze Minister telkens aan het eind van een periode van vier jaar of de leraar voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder f.
2. Indien de leraar aan het eind van de periode, bedoeld in het eerste lid, niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder f, besluit Onze Minister tot het plaatsen van een aantekening van het niet voldoen aan de herregistratiecriteria van dat onderwijs.
3. Onze Minister verwijdert de aantekening, bedoeld in het tweede lid, nadat de betreffende leraar heeft voldaan aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarbij deze aantekening is geplaatst.
Indien uit het lerarenregister blijkt dat een leraar vier jaar na registratie of herregistratie niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, kan deze leraar voor dit onderwijs geen verantwoordelijkheden dragen als bedoeld in artikel 31a, eerste en tweede lid, totdat de betreffende leraar hieraan voldoet.
1. Gegevens van een leraar als bedoeld in artikel 38g worden verwijderd uit het lerarenregister:
a. indien betrokkene Onze Minister hier om verzoekt;
b. indien betrokkene de pensioengerechtigde leeftijd bereikt;
c. indien betrokkene is overleden.
2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, worden alle in het lerarenregister geregistreerde gegevens van betrokkene verwijderd.
3. Indien een of meerdere gegevens van een leraar op grond van het eerste lid worden verwijderd uit het lerarenregister, blijven deze gegevens tot vijf jaar na verwijdering bewaard.
4. Indien de leraar gegevens verstrekt op grond van artikel 38h voor heropname in het lerarenregister neemt Onze Minister de overeenkomstige bewaarde gegevens van de leraar op in het lerarenregister.
5. Op verzoek van een leraar aan Onze Minister is het eerste lid, aanhef en onder b, op deze leraar niet van toepassing.
6. Met pensioengerechtigde leeftijd wordt in dit artikel bedoeld de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet.
1. Op verzoek van een ieder worden uit het lerarenregister de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. de geslachtsnaam en de voornamen;
b. het onderwijs, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onderdeel e;
c. voor welk onderwijs hij opgaat voor herregistratie;
d. indien van toepassing: de aantekening, bedoeld in artikel 38l, tweede lid.
2. Op verzoek van het bevoegd gezag van de school waaraan de leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming worden in aanvulling op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. het geslacht, het adres, de postcode en de geboortedatum;
b. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;
c. gegevens betreffende de school waaraan hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming;
d. indien het bevoegd gezag daarvoor toestemming heeft van de leraar: gegevens betreffende de activiteiten voor herregistratie.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur:
a. wordt de wijze waarop de gegevens van een leraar worden verstrekt vastgesteld;
b. kan worden bepaald welke andere gegevens als bedoeld in artikel 38g aan een ieder worden verstrekt; en
c. kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, nader worden gespecificeerd.
4. Uit het lerarenregister kunnen aan betrokkene het burgerservicenummer en de andere gegevens worden verstrekt.
5. De betrokkene heeft toegang tot de gegevens die worden bewaard op grond van artikel 38n, derde lid.
6. Uit het lerarenregister worden aan Onze Minister gegevens verstrekt ten behoeve van:
a. de herregistratie, bedoeld in artikel 38l; en
b. de beleidsvorming.
7. Uit het lerarenregister worden aan de inspectie gegevens verstrekt voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
8. De gegevens, bedoeld in het zesde lid, onder b, en zevende lid, worden op een zodanige wijze verstrekt, dat degenen op wie zij betrekking hebben niet geïdentificeerd of identificeerbaar zijn.
1. Er is een registervoorportaal. In het registervoorportaal zijn van leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming en niet voldoen aan de bekwaamheidseisen van het onderwijs dat zij verzorgen persoonsidentificerende gegevens en gegevens betreffende de school en de benoeming of tewerkstelling opgenomen.
2. Het registervoorportaal heeft tot doel het inzichtelijk maken welke leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming niet voldoen aan de bekwaamheidseisen van het onderwijs dat zij verzorgen.
3. In aanvulling op het tweede lid heeft het registervoorportaal tot doel gegevens te verstrekken:
a. aan Onze Minister ten behoeve van de beleidsvorming; en
b. aan de inspectie voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
4. Onze Minister draagt zorg voor het beheer van het registervoorportaal.
1. Het registervoorportaal bevat voor elke daarin opgenomen leraar de basisgegevens, die op grond van artikel 38r worden geleverd.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid, nader worden gespecificeerd.
1. Het bevoegd gezag verstrekt aan Onze Minister de basisgegevens van leraren die
zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 32 en 3, eerste lid, onderdeel b, onder 3, vierde lid, en 176b, en draagt zorg voor het correct bijhouden van die gegevens ten behoeve van het registervoorportaal.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het tijdstip en de wijze van levering en over de correctie van de gegevens.
1. De leraar blijft voor het onderwijs waarvoor hij in het registervoorportaal is opgenomen vermeld:
a. totdat hij voldoet aan de bekwaamheidseisen van dat onderwijs; of
b. maximaal voor de duur van de periode, genoemd in het artikel op grond waarvan deze leraar dit onderwijs geeft.
2. Vanaf het moment dat een leraar voor het onderwijs waarvoor hij in het registervoorportaal is opgenomen, voldoet aan de criteria om in het lerarenregister te worden vermeld, worden de gegevens van deze leraar verstrekt voor opname in het lerarenregister.
3. Indien een leraar die opgenomen is in het registervoorportaal niet langer voldoet aan de vereisten die op grond van de in artikel 38r, eerste lid, genoemde bepalingen zijn gesteld aan de leraar, worden de gegevens van deze leraar verwijderd uit het registervoorportaal en gedurende vijf jaar bewaard.
1. Op verzoek van een ieder worden uit het registervoorportaal de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. de geslachtsnaam en de voornamen;
b. het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.
2. Op verzoek van het bevoegd gezag van de school waaraan de leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming worden in aanvulling op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. het geslacht, het adres, de postcode en de geboortedatum;
b. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;
c. gegevens betreffende de school waaraan hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur:
a. wordt de wijze waarop de gegevens van een leraar worden verstrekt vastgesteld;
b. kan worden bepaald welke andere gegevens als bedoeld in artikel 38q aan een ieder worden verstrekt; en
c. kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, nader worden gespecificeerd.
4. Uit het registervoorportaal kunnen aan de leraar het burgerservicenummer en de andere gegevens worden verstrekt.
5. De leraar heeft toegang tot de gegevens die worden bewaard op grond van artikel 38s, derde lid.
6. Uit het registervoorportaal worden aan Onze Minister gegevens verstrekt ten behoeve van de beleidsvorming.
7. Uit het registervoorportaal worden aan de inspectie gegevens verstrekt voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
8. De gegevens, bedoeld in het vierde en vijfde lid, worden op een zodanige wijze verstrekt, dat degenen op wie zij betrekking hebben niet geïdentificeerd of identificeerbaar zijn.
1. Indien bij of na de registratie in het lerarenregister of het registervoorportaal blijkt dat een leraar die is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming niet voldoet aan de vereisten voor benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van het onderwijs dat hij geeft, wordt de leraar overeenkomstig deze paragraaf in het registervoorportaal geplaatst totdat hij voldoet aan de desbetreffende vereisten voor benoeming van dat onderwijs of dat een periode van vier jaar is verstreken.
2. Het bevoegd gezag stelt een leraar in staat om binnen vier jaar te voldoen aan de vereisten om voor het desbetreffende onderwijs in het lerarenregister te kunnen worden opgenomen.
De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsbepaling «persoonsgebonden nummer» vervalt: , bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer,.
2. Na de begripsbepaling van «bevoegd gezag van volgens deze wet bekostigde scholen» wordt een begripsbepaling ingevoegd:
burgerservicenummer als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van de begripsbepaling «schoolondersteuningsprofiel» door een puntkomma, worden de volgende begripsbepalingen toegevoegd:
lerarenregister als bedoeld in artikel 38b;
herregistratiecriteria die op grond van artikel 38c, eerste lid, zijn vastgesteld;
registervoorportaal als bedoeld in artikel 38p;
gegevens als bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onderdelen a tot en met d.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening in groepen bestemd voor leerlingen vanaf 7 jaar in het speciaal onderwijs kan in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, onder 1, uitsluitend worden gegeven door degene die beschikt over een in dat onderdeel b, onder 1, bedoeld getuigschrift waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen die zijn vastgesteld krachtens artikel 32a, eerste lid, en:
a. in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of
b. onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt.
2. Het achtste lid komt te luiden:
8. Op het geven van onderwijs in een entreeopleiding die wordt verzorgd op basis van artikel 14a, tweede lid, is het eerste lid, onderdeel b, sub 1° en sub 3°, niet van toepassing. In plaats daarvan zijn de volgende bepalingen uit de Wet op het voortgezet onderwijs van overeenkomstige toepassing:
a. artikel 33, eerste lid, onderdeel b, sub 1°,
b. artikel 33, eerste lid, onderdeel b, sub 3°, en
c. de voorschriften gegeven bij of krachtens artikel 33, veertiende lid, artikel 33b, artikel 38 en de artikelen 118j tot en met 118s.
3. Er wordt een lid toegevoegd:
9. Op de inzet van een leraar voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn artikelen 31a, 31b, en 38b tot en met 38u van toepassing.
C
Na artikel 31 wordt ingevoegd:
1. Onder het beroep van leraar wordt verstaan het binnen de kaders van het onderwijskundig beleid van de school, verantwoordelijkheid dragen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de school.
2. Leraren komt een zelfstandige verantwoordelijkheid toe als het gaat om het beoordelen van de onderwijsprestaties van leerlingen.
3. Leraren beschikken over voldoende vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische zeggenschap, waaronder wordt verstaan de zeggenschap over:
a. de inhoud van de lesstof;
b. de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden en de middelen die daarbij worden gebruikt;
c. de te hanteren pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven, waaronder de begeleiding van de leerlingen en de contacten met de ouders;
d. het in samenhang met de onderdelen a, b en c, onderhouden van de bekwaamheid van de leraren als onderdeel van het team.
4. Het bevoegd gezag stelt in overleg met de leraren een professioneel statuut op waarin de afspraken zijn opgenomen over de wijze waarop de zeggenschap van leraren als bedoeld in het derde lid wordt georganiseerd. Bij het opstellen van het professioneel statuut wordt de professionele standaard van de beroepsgroep in acht genomen.
D
Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid, wordt «derde, vierde of achtste lid» vervangen door: derde, vierde, zesde of achtste lid.
2. Er wordt een lid toegevoegd:
12. Na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming verstrekt het bevoegd gezag binnen vier weken de basisgegevens van de leraar overeenkomstig de artikelen 38h, eerste lid, en 38q aan Onze Minister voor opname in het lerarenregister of het registervoorportaal.
E
In artikel 32b, wordt na «waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld» ingevoegd: als bedoeld in artikel 32a, tweede en derde lid.
F
Na artikel 38a worden twee paragrafen ingevoegd:
1. Er is een lerarenregister. In het lerarenregister zijn van leraren voor wie de grond van benoeming of tewerkstelling zonder benoeming is gelegen in artikelen 32, vijfde lid, en die bevoegd zijn tot het geven van onderwijs op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onder a, derde, vierde, of achtste lid, aanhef en onderdeel a, persoonsidentificerende gegevens en gegevens betreffende de school of instelling, de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming, en de herregistratie opgenomen.
2. Het lerarenregister heeft tot doel:
a. het vastleggen van het onderwijs waarvoor een leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van 32, vijfde lid, en die bevoegd zijn tot het geven van onderwijs op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onder a, derde, vierde, of achtste lid, aanhef en onderdeel a,
b. het vastleggen op welke wijze een leraar voldoet aan de bekwaamheidseisen; en
c. het vastleggen of een leraar voldoet aan de herregistratiecriteria.
3. In aanvulling op het tweede lid heeft het lerarenregister tot doel gegevens te verstrekken:
a. aan Onze Minister ten behoeve van de beleidsvorming; en
b. aan de inspectie voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
4. Onze Minister draagt zorg voor het beheer van het lerarenregister.
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden herregistratiecriteria en regels voor herregistratie vastgesteld voor leraren die zijn opgenomen in het lerarenregister.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels vastgesteld voor het door Onze Minister te valideren activiteitenaanbod voor herregistratie.
3. Onze Minister stelt een beroepsorganisatie die hij vanuit het oogpunt van beroepskwaliteit representatief acht voor leraren, in de gelegenheid hem een voorstel te doen voor herregistratiecriteria en regels ter validering van het activiteitenaanbod. Onze Minister stelt deze organisatie vervolgens in elk geval eenmaal in de vier jaar in de gelegenheid, hem een voorstel te doen over het in stand laten of wijzigen van de herregistratiecriteria en regels ter validering van het activiteitenaanbod. Een voorstel als bedoeld in de eerste en tweede volzin heeft draagvlak bij een vertegenwoordiging van bevoegde gezagsorganen.
4. De herregistratiecriteria, omvatten criteria die gericht zijn op het bekwaamheidsonderhoud van de leraar en criteria die gericht zijn op besluitvorming over herregistratie op grond van artikel 38l. Bij het opstellen van het voorstel voor de herregistratiecriteria worden de bekwaamheidseisen, bedoeld in artikel 32a, eerste lid, in acht genomen.
5. Het bevoegd gezag stelt een leraar in staat om te voldoen aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van 32, vijfde lid, en die bevoegd zijn tot het geven van onderwijs op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onder a, derde, vierde, of achtste lid, aanhef en onderdeel a.
6. De leraar is, gelet op artikel 38l, verantwoordelijk voor het verrichten van activiteiten die zijn gevalideerd op grond van het tweede lid, en heeft zeggenschap over de keuze van deze activiteiten.
Onze Minister is voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming als bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens die belast is met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels over de autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
1. Het lerarenregister bevat voor elke daarin opgenomen leraar:
a. het burgerservicenummer;
b. de geslachtsnaam, de voornamen, het geslacht, het adres, de postcode, en de geboortedatum van de leraar;
c. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming, waaronder in ieder geval de ingangsdatum ervan;
d. gegevens betreffende de school waaraan hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, waaronder in ieder geval het registratienummer van de school dan wel scholengemeenschap;
e. het onderwijs waarvoor de leraar kan opgaan voor herregistratie;
f. voor welk onderwijs als bedoeld in onderdeel e de leraar opgaat voor herregistratie; en
g. gegevens betreffende de activiteiten voor herregistratie.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen c tot en met g, nader worden gespecificeerd.
1. Het bevoegd gezag verstrekt aan Onze Minister de basisgegevens van leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 32, vijfde lid, en die bevoegd zijn tot het geven van onderwijs op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onder a, derde, vierde, of achtste lid, aanhef en onderdeel a, en draagt zorg voor het correct bijhouden van die gegevens ten behoeve van het lerarenregister.
2. De leraar verstrekt aan Onze Minister de gegevens, genoemd in artikel 38g, eerste lid, onderdelen e tot en met g.
3. Indien een leraar niet is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming, kan hij ten behoeve van opname in het lerarenregister de gegevens, genoemd in artikel 38g, eerste lid, onderdelen e tot en met g, verstrekken aan Onze Minister mits hij tevens de gegevens, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onderdelen a en b, verstrekt en middels een bewijsstuk als bedoeld in de artikelen 32, vijfde lid, en die bevoegd zijn tot het geven van onderwijs op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onder a, derde, vierde, of achtste lid, aanhef en onderdeel a, aantoont dat hij aan de bekwaamheidseisen voldoet.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de tijdstippen en wijze van levering, de correctie van de gegevens en over het aantonen van de bekwaamheidseisen, als bedoeld in het derde lid.
1. De gegevens, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder b, zijn gekoppeld aan het burgerservicenummer van de desbetreffende leraar en worden door Onze Minister verkregen uit de basisregistratie personen.
2. Voor zover de gegevens, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder b, niet voorkomen in de basisregistratie personen, worden zij verkregen uit de levering op grond van artikel 38h.
Nadat een leraar de gegevens, bedoeld in artikel 38h, tweede en derde lid, heeft verstrekt, neemt Onze Minister het burgerservicenummer en de andere gegevens die zijn geleverd op grond van artikel 38h en verkregen op grond van artikel 38i of 38r, tweede lid, op in het lerarenregister, met dien verstande dat hij de basisgegevens slechts opneemt voor zover deze niet kunnen worden verkregen uit de basisadministratie personen.
1. Indien een of meer van de basisgegevens van een leraar in het lerarenregister afwijken van de betreffende basisgegevens behorende bij de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van deze leraar, kan de betrokkene Onze Minister elektronisch verzoeken deze gegevens te verbeteren. Onze Minister verzoekt het bevoegd gezag om hem overeenkomstig artikel 38h, eerste lid, de juiste gegevens te verstrekken.
2. Indien het bevoegd gezag na het verzoek van Onze Minister constateert dat de basisgegevens van de leraar in het lerarenregister overeenkomen met de betreffende basisgegevens behorende bij de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van deze leraar, deelt hij dit elektronisch mee aan Onze Minister en deelt Onze Minister dit elektronisch mee aan de betrokkene.
3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de gegevens die op grond van artikel 38i zijn overgenomen uit de basisregistratie personen.
4. Een beslissing op een verzoek als bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, geldt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
1. Na het moment van opname in het lerarenregister controleert Onze Minister telkens aan het eind van een periode van vier jaar of de leraar voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder f.
2. Indien de leraar aan het eind van de periode, bedoeld in het eerste lid, niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onder f, besluit Onze Minister tot het plaatsen van een aantekening van het niet voldoen aan de herregistratiecriteria van dat onderwijs.
3. Onze Minister verwijdert de aantekening, bedoeld in het tweede lid, nadat de betreffende leraar heeft voldaan aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarbij deze aantekening is geplaatst.
Indien uit het lerarenregister blijkt dat een leraar vier jaar na registratie of herregistratie niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, kan deze leraar voor dit onderwijs geen verantwoordelijkheden dragen als bedoeld in artikel 31a, eerste en tweede lid, totdat de betreffende leraar hieraan voldoet.
1. Gegevens van een leraar als bedoeld in artikel 38g worden verwijderd uit het lerarenregister:
a. indien betrokkene Onze Minister hier om verzoekt;
b. indien betrokkene de pensioengerechtigde leeftijd bereikt;
c. indien betrokkene is overleden.
2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, worden alle in het lerarenregister geregistreerde gegevens van betrokkene verwijderd.
3. Indien een of meer gegevens van een leraar op grond van het eerste lid worden verwijderd uit het lerarenregister, blijven deze gegevens tot vijf jaar na verwijdering bewaard.
4. Indien de leraar gegevens verstrekt op grond van artikel 38h voor heropname in het lerarenregister neemt Onze Minister de overeenkomstige bewaarde gegevens van de leraar op in het lerarenregister.
5. Op verzoek van een leraar aan Onze Minister is het eerste lid, aanhef en onder b, op deze leraar niet van toepassing.
6. Met pensioengerechtigde leeftijd wordt in dit artikel bedoeld de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet.
1. Op verzoek van een ieder worden uit het lerarenregister de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. de geslachtsnaam en de voornamen;
b. het onderwijs, bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onderdeel e;
c. voor welk onderwijs hij opgaat voor herregistratie;
d. indien van toepassing: de aantekening, bedoeld in artikel 38l, tweede lid.
2. Op verzoek van het bevoegd gezag van de school waaraan de leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming worden in aanvulling op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. het geslacht, het adres, de postcode en de geboortedatum;
b. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;
c. gegevens betreffende de school waaraan hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming;
d. indien het bevoegd gezag daarvoor toestemming heeft van de leraar: gegevens betreffende de activiteiten voor herregistratie.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur:
a. wordt de wijze waarop de gegevens van een leraar worden verstrekt vastgesteld;
b. kan worden bepaald welke andere gegevens als bedoeld in artikel 38g aan een ieder worden verstrekt; en
c. kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, nader worden gespecificeerd.
4. Uit het lerarenregister kunnen aan betrokkenen het burgerservicenummer en de andere gegevens worden verstrekt.
5. De betrokkene heeft toegang tot de gegevens die worden bewaard op grond van artikel 38n, derde lid.
6. Uit het lerarenregister worden aan Onze Minister gegevens verstrekt ten behoeve van:
a. de herregistratie, bedoeld in artikel 38l; en
b. de beleidsvorming.
7. Uit het lerarenregister worden aan de inspectie gegevens verstrekt voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
8. De gegevens, bedoeld in het zesde lid, onder b, en zevende lid, worden op een zodanige wijze verstrekt, dat degenen op wie zij betrekking hebben niet geïdentificeerd of identificeerbaar zijn.
1. Er is een registervoorportaal. In het registervoorportaal zijn van leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming en niet voldoen aan de bekwaamheidseisen van het onderwijs dat zij verzorgen persoonsidentificerende gegevens en gegevens betreffende de school en de benoeming of tewerkstelling opgenomen.
2. Het registervoorportaal heeft tot doel het inzichtelijk maken welke leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming niet voldoen aan de bekwaamheidseisen van het onderwijs dat zij verzorgen.
3. In aanvulling op het tweede lid heeft het registervoorportaal tot doel gegevens te verstrekken:
a. aan Onze Minister ten behoeve van de beleidsvorming; en
b. aan de inspectie voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
4. Onze Minister draagt zorg voor het beheer van het registervoorportaal.
1. Het registervoorportaal bevat voor elke daarin opgenomen leraar de basisgegevens die op grond van artikel 38r worden geleverd.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid, nader worden gespecificeerd.
1. Het bevoegd gezag verstrekt aan Onze Minister de basisgegevens van leraren:
a. die zijn benoemd of zijn tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 32 en artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 3, vierde lid, en 176b; of
b. die onderwijs verzorgen op grond van artikel 3, vijfde lid;
en draagt zorg voor het correct bijhouden van die gegevens ten behoeve van het registervoorportaal.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het tijdstip en de wijze van levering en over de correctie van de gegevens.
1. De leraar blijft voor het onderwijs waarvoor hij in het registervoorportaal is opgenomen vermeld:
a. totdat hij voldoet aan de bekwaamheidseisen van dat onderwijs; of
b. maximaal voor de duur van de periode, genoemd in het artikel op grond waarvan deze leraar dit onderwijs geeft.
2. Vanaf het moment dat een leraar voor het onderwijs waarvoor hij in het registervoorportaal is opgenomen, voldoet aan de criteria om in het lerarenregister te worden vermeld, worden de gegevens van deze leraar verstrekt voor opname inhet lerarenregister.
3. Indien een leraar die opgenomen is in het registervoorportaal niet langer voldoet aan de vereisten die op grond van de in artikel 38r, eerste lid, genoemde bepalingen zijn gesteld aan de leraar, worden de gegevens van deze leraar verwijdert uit het registervoorportaal en gedurende vijf jaar bewaard.
1. Op verzoek van een ieder worden uit het registervoorportaal de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. de geslachtsnaam en de voornamen;
b. het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.
2. Op verzoek van het bevoegd gezag van de school waaraan de leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming worden in aanvulling op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. het geslacht, het adres, de postcode en de geboortedatum;
b. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;
c. gegevens betreffende de school waaraan hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur:
a. wordt de wijze waarop de gegevens van een leraar worden verstrekt vastgesteld;
b. kan worden bepaald welke andere gegevens als bedoeld in artikel 38q aan een ieder worden verstrekt; en
c. kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, nader worden gespecificeerd.
4. Uit het registervoorportaal kunnen aan de leraar het burgerservicenummer en de andere gegevens worden verstrekt.
5. De leraar heeft toegang tot de gegevens die worden bewaard op grond van artikel 38s, derde lid.
6. Uit het registervoorportaal worden aan Onze Minister gegevens verstrekt ten behoeve van de beleidsvorming.
7. Uit het registervoorportaal worden aan de inspectie gegevens verstrekt voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
8. De gegevens, bedoeld in het zesde en zevende lid, worden op een zodanige wijze verstrekt, dat degenen op wie zij betrekking hebben niet geïdentificeerd of identificeerbaar zijn.
1. Indien bij of na de registratie in het lerarenregister of het registervoorportaal blijkt dat een leraar die is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming niet voldoet aan de vereisten voor benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van het onderwijs dat hij geeft, wordt de leraar overeenkomstig deze paragraaf in het registervoorportaal geplaatst totdat hij voldoet aan de desbetreffende vereisten voor benoeming van dat onderwijs of dat een periode van vier jaar is verstreken.
2. Het bevoegd gezag stelt een leraar in staat om binnen vier jaar te voldoen aan de vereisten om voor het desbetreffende onderwijs in het lerarenregister te kunnen worden opgenomen.
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsbepaling «persoonsgebonden nummer» vervalt: , bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer,.
2. Na de begripsbepaling van «agrarisch opleidingscentrum» wordt een begripsbepaling ingevoegd:
burgerservicenummer als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van de begripsbepaling «samenwerkingsverband» door een puntkomma, worden de volgende begripsbepalingen toegevoegd:
lerarenregister als bedoeld in artikel 41a;
herregistratiecriteria die op grond van artikel 41b, eerste lid, zijn vastgesteld;
registervoorportaal als bedoeld in artikel 41o;
gegevens als bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onderdelen a tot en met d.
B
Na artikel 32d wordt ingevoegd:
1. Onder het beroep van leraar wordt verstaan het binnen de kaders van het onderwijskundig beleid van de school, verantwoordelijkheid dragen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de school.
2. Leraren komt een zelfstandige verantwoordelijkheid toe als het gaat om het beoordelen van de onderwijsprestaties van leerlingen.
3. Leraren beschikken over voldoende vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische zeggenschap, waaronder wordt verstaan de zeggenschap over:
a. de inhoud van de lesstof;
b. de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden en de middelen die daarbij worden gebruikt;
c. de te hanteren pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven, waaronder de begeleiding van de leerlingen en de contacten met de ouders;
d. het in samenhang met de onderdelen a, b en c, onderhouden van de bekwaamheid van de leraren als onderdeel van het team.
4. Het bevoegd gezag stelt in overleg met de leraren een professioneel statuut op waarin de afspraken zijn opgenomen over de wijze waarop de zeggenschap van leraren als bedoeld in het derde lid wordt georganiseerd. Bij het opstellen van het professioneel statuut wordt de professionele standaard van de beroepsgroep in acht genomen.
C
Aan artikel 33 wordt een lid toegevoegd:
17. Na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming verstrekt het bevoegd gezag binnen vier weken de basisgegevens van de leraar overeenkomstig artikel 41g, eerste lid, of artikel 41q aan Onze Minister voor opname in het lerarenregister of het registervoorportaal.
D
In artikel 37a wordt «waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld» vervangen door: waarvoor bekwaamheidseisen als bedoeld in artikel 36, tweede en derde lid, zijn vastgesteld.
E
Na artikel 41 worden twee paragrafen ingevoegd:
1. Er is een lerarenregister. In het lerarenregister zijn van leraren voor wie de grond voor benoeming of tewerkstelling zonder benoeming is gelegen in artikelen 33, eerste lid, onderdeel b, onderdelen 1 en 2, lid 1a, lid 1b, tweede of zestiende lid, 33a of 33b, persoonsidentificerende gegevens en gegevens betreffende de school, de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming, en de herregistratie opgenomen.
2. Het lerarenregister heeft tot doel:
a. het vastleggen van het onderwijs waarvoor een leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikelen 33, eerste lid, onderdeel b, onderdelen 1 en 2, lid 1a, lid 1b, tweede of zestiende lid, 33a of 33b;
b. het vastleggen op welke wijze een leraar voldoet aan de bekwaamheidseisen; en
c. het vastleggen of een leraar voldoet aan de herregistratiecriteria.
3. In aanvulling op het tweede lid heeft het lerarenregister tot doel gegevens te verstrekken:
a. aan Onze Minister ten behoeve van de beleidsvorming; en
b. aan de inspectie voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
4. Onze Minister draagt zorg voor het beheer van het lerarenregister.
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden herregistratiecriteria en regels voor herregistratie vastgesteld voor leraren die zijn opgenomen in het lerarenregister.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels vastgesteld voor het door Onze Minister te valideren activiteitenaanbod voor herregistratie.
3. Onze Minister stelt een beroepsorganisatie die hij vanuit het oogpunt van beroepskwaliteit representatief acht voor leraren, in de gelegenheid hem een voorstel te doen voor herregistratiecriteria en regels ter validering van het activiteitenaanbod. Onze Minister stelt deze organisatie vervolgens in elk geval eenmaal in de vier jaar in de gelegenheid, hem een voorstel te doen over het in stand laten of wijzigen van de herregistratiecriteria en regels ter validering van het activiteitenaanbod. Een voorstel als bedoeld in de eerste en tweede volzin heeft draagvlak bij een vertegenwoordiging van bevoegde gezagsorganen.
4. De herregistratiecriteria, omvatten criteria die gericht zijn op het bekwaamheidsonderhoud van de leraar en criteria die gericht zijn op besluitvorming over herregistratie op grond van artikel 41k. Bij het opstellen van het voorstel voor de herregistratiecriteria worden de bekwaamheidseisen, bedoeld in artikel 36, eerste lid, in acht genomen.
5. Het bevoegd gezag stelt een leraar in staat om te voldoen aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming grond van artikelen 33, eerste lid, onderdeel b, onderdelen 1 en 2, lid 1a, lid 1b, tweede of zestiende lid, 33a of 33b.
6. De leraar is, gelet op artikel 41k, verantwoordelijk voor het verrichten van activiteiten die zijn gevalideerd op grond van het tweede lid, en heeft zeggenschap over de keuze van deze activiteiten.
Onze Minister is voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming, bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens die belast is met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels over de autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
1. Het lerarenregister bevat voor elke daarin opgenomen leraar:
a. het burgerservicenummer;
b. de geslachtsnaam, de voornamen, het geslacht, het adres, de postcode, en de geboortedatum van de leraar;
c. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming, waaronder in ieder geval de ingangsdatum ervan;
d. gegevens betreffende de school waaraan hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, waaronder in ieder geval het registratienummer van de school;
e. het onderwijs waarvoor de leraar kan opgaan voor herregistratie;
f. voor welk onderwijs als bedoeld in onderdeel e de leraar opgaat voor herregistratie; en
g. gegevens betreffende de activiteiten voor herregistratie.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen c tot en met g, nader worden gespecificeerd.
1. Het bevoegd gezag verstrekt aan Onze Minister de basisgegevens van leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikelen 33, eerste lid, onderdeel b, onderdelen 1 en 2, lid 1a, lid 1b, tweede of zestiende lid, 33a of 33b en draagt zorg voor het correct bijhouden van die gegevens ten behoeve van het lerarenregister.
2. De leraar verstrekt aan Onze Minister de gegevens, genoemd in artikel 41f, eerste lid, onderdelen e tot en met g.
3. Indien een leraar niet is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming, kan hij ten behoeve van opname in het lerarenregister de gegevens als genoemd in artikel 41f, eerste lid, onderdelen e tot en met g, verstrekken aan Onze Minister mits hij tevens gegevens, bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onderdelen a en b, verstrekt en middels een bewijsstuk als bedoeld in de artikelen 33, eerste lid, onderdeel b, onderdelen 1 en 2, lid 1a, lid 1b, tweede of zestiende lid, 33a of 33b, aantoont dat hij aan de bekwaamheidseisen voldoet.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de tijdstippen en over de wijze van levering, de correctie van de gegevens en over het aantonen van de bekwaamheidseisen, bedoeld in het derde lid.
1. De gegevens, bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onder b, zijn gekoppeld aan het burgerservicenummer van de desbetreffende leraar en worden door Onze Minister verkregen uit de basisregistratie personen.
2. Voor zover de gegevens, bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onder b, niet voorkomen in de basisregistratie personen, worden zij verkregen uit de levering op grond van artikel 41g.
Nadat een leraar de gegevens, bedoeld in artikel 41g, tweede en derde lid, heeft verstrekt, neemt Onze Minister het burgerservicenummer en de andere gegevens die zijn geleverd op grond van artikel 41g en verkregen op grond van artikel 41h of 41r, tweede lid, op in het lerarenregister, met dien verstande dat hij de basisgegevens slechts opneemt voor zover deze niet kunnen worden verkregen uit de basisadministratie personen.
1. Indien een of meer van de basisgegevens van een leraar in het lerarenregister afwijken van de betreffende basisgegevens behorende bij de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van deze leraar, kan de betrokkene Onze Minister elektronisch verzoeken deze gegevens te verbeteren. Onze Minister verzoekt het bevoegd gezag om hem overeenkomstig artikel 41g, eerste lid, de juiste gegevens te verstrekken.
2. Indien het bevoegd gezag na het verzoek van Onze Minister constateert dat de basisgegevens van de leraar in het lerarenregister overeenkomen met de betreffende basisgegevens behorende bij de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van deze leraar, deelt hij dit elektronisch mee aan Onze Minister en deelt Onze Minister dit elektronisch mee aan de betrokkene.
3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de gegevens die op grond van artikel 41h zijn overgenomen uit de basisregistratie personen.
4. Een beslissing op een verzoek als bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, geldt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
1. Na het moment van opname in het lerarenregister controleert Onze Minister telkens aan het eind van een periode van vier jaar of de leraar voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs, bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onder f.
2. Indien de leraar aan het eind van de periode, bedoeld in het eerste lid, niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs, bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onder f, besluit Onze Minister tot het plaatsen van een aantekening van het niet voldoen aan de herregistratiecriteria van dat onderwijs.
3. Onze Minister verwijdert de aantekening, bedoeld in het tweede lid, nadat de betreffende leraar hij heeft voldaan aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarbij deze aantekening is geplaatst.
Indien uit het lerarenregister blijkt dat een leraar vier jaar na registratie of herregistratie niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, kan deze leraar voor dit onderwijs geen verantwoordelijkheden dragen als bedoeld in artikel 32e, eerste en tweede lid, totdat de betreffende leraar hieraan voldoet.
1. Gegevens van een leraar als bedoeld in artikel 41f worden verwijderd uit het lerarenregister:
a. indien betrokkene Onze Minister hier om verzoekt;
b. indien betrokkene de pensioengerechtigde leeftijd bereikt;
c. indien betrokkene is overleden.
2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, worden alle in het lerarenregister geregistreerde gegevens van betrokkene verwijderd.
3. Indien een of meerdere gegevens van een leraar op grond van het eerste lid worden verwijderd uit het lerarenregister, blijven deze gegevens tot vijf jaar na verwijdering bewaard.
4. Indien de leraar gegevens verstrekt op grond van artikel 41g voor heropname in het lerarenregister neemt Onze Minister de overeenkomstige bewaarde gegevens van de leraar op in het lerarenregister.
5. Op verzoek van een leraar aan Onze Minister is het eerste lid, aanhef en onder b, op deze leraar niet van toepassing.
6. Met pensioengerechtigde leeftijd wordt in dit artikel bedoeld de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet.
1. Op verzoek van een ieder worden uit het lerarenregister de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. de geslachtsnaam en de voornamen;
b. het onderwijs, bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onderdeel e;
c. voor welk onderwijs hij opgaat voor herregistratie;
d. indien van toepassing: de aantekening, bedoeld in artikel 41k, tweede lid.
2. Op verzoek van het bevoegd gezag van de school waaraan de leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming worden in aanvulling op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. het geslacht, het adres, de postcode en de geboortedatum;
b. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;
c. gegevens betreffende de school waaraan hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming;
d. indien het bevoegd gezag daarvoor toestemming heeft van de leraar: gegevens betreffende de activiteiten voor herregistratie.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur:
a. wordt de wijze waarop de gegevens van een leraar worden verstrekt vastgesteld;
b. kan worden bepaald welke andere gegevens als bedoeld in artikel 41f aan een ieder worden verstrekt; en
c. kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, nader worden gespecificeerd.
4. Uit het lerarenregister kunnen aan betrokkenen het burgerservicenummer en de andere gegevens worden verstrekt.
5. De betrokkene heeft toegang tot de gegevens die worden bewaard op grond van artikel 41m, derde lid.
6. Uit het lerarenregister worden aan Onze Minister gegevens verstrekt ten behoeve van:
a. de herregistratie, bedoeld in artikel 41k;
b. de beleidsvorming.
7. Uit het lerarenregister worden aan de inspectie gegevens verstrekt voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
8. De gegevens, bedoeld in het zesde lid, onder b, en zevende lid, worden op een zodanige wijze verstrekt, dat degenen op wie zij betrekking hebben niet geïdentificeerd of identificeerbaar zijn.
1. Er is een registervoorportaal. In het registervoorportaal zijn van
leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming en niet voldoen aan de bekwaamheidseisen van het onderwijs dat zij verzorgen persoonsidentificerende gegevens en gegevens betreffende de school en de benoeming of tewerkstelling opgenomen.
2. Het registervoorportaal heeft tot doel het inzichtelijk maken welke leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming niet voldoen aan de bekwaamheidseisen van het onderwijs dat zij verzorgen.
3. In aanvulling op het tweede lid heeft het registervoorportaal tot doel gegevens te verstrekken:
a. aan Onze Minister ten behoeve van de beleidsvorming; en
b. aan de inspectie voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
4. Het eerste lid, is niet van toepassing op leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 33, vijftiende lid.
5. Onze Minister draagt zorg voor het beheer van het registervoorportaal.
1. Het registervoorportaal bevat voor elke daarin opgenomen leraar de basisgegevens die op grond van artikel 41q worden gemeld.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid, nader worden gespecificeerd.
1. Het bevoegd gezag verstrekt aan Onze Minister de basisgegevens van leraren:
a. die zijn benoemd of zijn tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 33, eerste lid, onderdeel b, onder 3, en 118k, negende en twaalfde lid, of
b. die onderwijs verzorgen op grond van artikel 33, derde of vierde lid,
en draagt zorg voor het correct bijhouden van die gegevens ten behoeve van het registervoorportaal.
2. Het eerste lid, onder b, is van overeenkomstige toepassing op een leraar die onderwijs verzorgt op grond van artikel 33, vijfde lid, en niet voldoet aan de bekwaamheidseisen voor het onderwijs dat hij geeft.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de tijdstippen en de wijze van levering en over de correctie van de gegevens.
1. De leraar blijft voor het onderwijs waarvoor hij in het registervoorportaal is opgenomen vermeld:
a. totdat hij voldoet aan de bekwaamheidseisen van dat onderwijs;
b. maximaal voor de duur van de periode, genoemd in het artikel op grond waarvan deze leraar dit onderwijs geeft.
2. Vanaf het moment dat een leraar voor het onderwijs waarvoor hij in het registervoorportaal is opgenomen, voldoet aan de criteria om in het lerarenregister te worden vermeld, worden de gegevens van deze leraar verstrekt voor opname in het lerarenregister.
3. Indien een leraar opgenomen is in het registervoorportaal niet langer voldoet aan de vereisten die op grond van de in artikel 41q, eerste en tweede lid, genoemde bepalingen zijn gesteld aan de leraar, worden de gegevens van deze leraar verwijdert uit het registervoorportaal en gedurende vijf jaar bewaard.
1. Op verzoek van een ieder worden uit het registervoorportaal de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. de geslachtsnaam en de voornamen;
b. het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.
2. Op verzoek van het bevoegd gezag van de school waaraan de leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming worden in aanvulling op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, de volgende gegevens van een leraar verstrekt:
a. het geslacht, het adres, de postcode en de geboortedatum;
b. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;
c. gegevens betreffende de school waaraan hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur:
a. wordt de wijze waarop de gegevens van een leraar worden verstrekt vastgesteld;
b. kan worden bepaald welke andere gegevens als bedoeld in artikel 41p aan een ieder worden verstrekt; en
c. kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, nader worden gespecificeerd.
4. Uit het registervoorportaal kunnen aan de leraar het burgerservicenummer en de andere gegevens worden verstrekt.
5. De leraar heeft toegang tot de gegevens die worden bewaard op grond van artikel 41r, derde lid.
6. Uit het registervoorportaal worden aan Onze Minister gegevens verstrekt ten behoeve van de beleidsvorming.
7. Uit het registervoorportaal worden aan de inspectie gegevens verstrekt voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
8. De gegevens, bedoeld in het zesde en zevende lid, worden op een zodanige wijze verstrekt, dat degenen op wie zij betrekking hebben niet geïdentificeerd of identificeerbaar zijn.
1. Indien bij of na de registratie in het lerarenregister of het registervoorportaal blijkt dat een leraar die is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming niet voldoet aan de vereisten voor benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van het onderwijs dat hij geeft, wordt de leraar overeenkomstig deze paragraaf in het registervoorportaal geplaatst totdat hij voldoet aan de desbetreffende vereisten voor benoeming van dat onderwijs of dat een periode van vier jaar is verstreken.
2. Het bevoegd gezag stelt een leraar in staat om binnen vier jaar te voldoen aan de vereisten om voor het desbetreffende onderwijs in het lerarenregister te kunnen worden opgenomen.
G
In het eerste lid van artikel 55 wordt «artikelen 33, leden 1a tot en met vijf en veertien tot en met zestien, en 33a» vervangen door: artikelen 32e, 33, leden 1a tot en met vijf en veertien tot en met zeventien, 33a, 41a tot en met 41t.
De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsbepaling «y. persoonsgebonden nummer» vervalt: , bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer,.
2. Na de begripsbepaling van «x. waarborgfonds» wordt een begripsbepaling ingevoegd:
burgerservicenummer als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;
3. Onder vervanging van de punt aan het slot van de begripsbepaling «ee. ondernemingsraad» door een puntkomma, worden de volgende begripsbepalingen toegevoegd:
lerarenregister als bedoeld in artikel 4.4.1.
herregistratiecriteria die op grond van artikel 4.4.2, eerste lid, zijn vastgesteld;
registervoorportaal als bedoeld in artikel 4.4.14;
gegevens als bedoeld in artikel 4.4.6, eerste lid, onderdelen a tot en met d.
B
Na hoofdstuk 4, titel 1, wordt een titel ingevoegd:
1. Onder het beroep van docent wordt verstaan het binnen de kaders van het onderwijskundig beleid van de instelling, verantwoordelijkheid dragen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de instelling.
2. Docenten komt een zelfstandige verantwoordelijkheid toe als het gaat om het beoordelen van de onderwijsprestaties van deelnemers.
3. Docenten beschikken over voldoende vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische zeggenschap, waaronder wordt verstaan de zeggenschap over:
a. de inhoud van de lesstof;
b. de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden en de middelen die daarbij worden gebruikt;
c. de te hanteren pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven, waaronder de begeleiding van de deelnemers en de contacten met de ouders;
d. het in samenhang met de onderdelen a, b en c, onderhouden van de bekwaamheid van de docenten als onderdeel van het team.
4. Het bevoegd gezag maakt met de docenten afspraken over de wijze waarop de zeggenschap van docenten als bedoeld in het derde lid wordt georganiseerd. Bij het maken van deze afspraken wordt de professionele standaard van de beroepsgroep in acht genomen.
C
In artikel 4.2.1, wordt een lid toegevoegd:
7. Na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming verstrekt het bevoegd gezag binnen vier weken de basisgegevens van de docent overeenkomstig artikel 4.4.7, eerste lid, en 4.4.17 aan Onze Minister voor opname in het lerarenregister of het registervoorportaal.
D
In artikel 4.2.3a wordt na «werkzaamheden verricht waarvoor bekwaamheidseisen» ingevoegd: als bedoeld in artikel 4.2.3, tweede lid,.
E
Na artikel 4.3.2 wordt een titel ingevoegd:
1. Er is een lerarenregister. In het lerarenregister zijn van docenten voor wie de grond voor benoeming of tewerkstelling zonder benoeming is gelegen in artikel 4.2.1, tweede lid, onder b, of voor zover hij in bezit is van een getuigschrift als bedoeld in artikel 7a.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, onder c, persoonsidentificerende gegevens en gegevens betreffende de instelling, de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming, en de herregistratie opgenomen.
2. Het lerarenregister heeft tot doel:
a. het vastleggen van het onderwijs waarvoor een docent is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 4.2.1, tweede lid, onder b, of onder c, voor zover hij in bezit is van een getuigschrift als bedoeld in artikel 7a.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
b. het vastleggen op welke wijze een docent voldoet aan de bekwaamheidseisen; en
c. het vastleggen of een docent voldoet aan de herregistratiecriteria.
3. In aanvulling op het tweede lid heeft het lerarenregister tot doel gegevens te verstrekken:
a. aan Onze Minister ten behoeve van de beleidsvorming ten aanzien van benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van docenten als bedoeld in de artikelen 4.2.1 en 4.2.3b; en
b. aan de inspectie voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
4. Onze Minister draagt zorg voor het beheer van het lerarenregister.
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden herregistratiecriteria en regels voor herregistratie vastgesteld voor docenten die zijn opgenomen in het lerarenregister.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels vastgesteld voor het door Onze Minister te valideren activiteitenaanbod voor herregistratie.
3. Onze Minister stelt een beroepsorganisatie die hij vanuit het oogpunt van beroepskwaliteit representatief acht voor docenten, in de gelegenheid hem een voorstel te doen voor herregistratiecriteria en regels ter validering van het activiteitenaanbod. Onze Minister stelt deze organisatie vervolgens in elk geval eenmaal in de vier jaar in de gelegenheid, hem een voorstel te doen over het in stand laten of wijzigen van de herregistratiecriteria en regels ter validering van het activiteitenaanbod. Een voorstel als bedoeld in de eerste en tweede volzin heeft draagvlak bij een vertegenwoordiging van bevoegde gezagsorganen.
4. De herregistratiecriteria, omvatten criteria die gericht zijn op het bekwaamheidsonderhoud van de docent en criteria die gericht zijn op besluitvorming over herregistratie op grond van artikel 4.4.9. Bij het opstellen van het voorstel voor de herregistratiecriteria worden de bekwaamheidseisen, bedoeld in artikel 4.2.3, eerste lid, in acht genomen.
5. Het bevoegd gezag stelt een docent in staat om te voldoen aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 4.2.1, tweede lid, onder b, of onder c, voor zover hij in bezit is van een getuigschrift als bedoeld in artikel 7a.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
6. De docent is, gelet op artikel 4.4.11, verantwoordelijk voor het verrichten van activiteiten die zijn gevalideerd op grond van het tweede lid, en heeft zeggenschap over de keuze van deze activiteiten.
Onze Minister is voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming als bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens die belast is met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels over de autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister.
1. Het lerarenregister bevat voor elke daarin opgenomen docent:
a. het burgerservicenummer;
b. de geslachtsnaam, de voornamen, het geslacht, het adres, de postcode, en de geboortedatum van de docent;
c. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming, waaronder in ieder geval de ingangsdatum ervan;
d. gegevens betreffende de instelling waaraan hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, waaronder in ieder geval het registratienummer van de instelling;
e. het onderwijs waarvoor de docent kan opgaan voor herregistratie;
f. voor welk onderwijs als bedoeld in onderdeel e de docent opgaat voor herregistratie;
en
g. gegevens betreffende de activiteiten voor herregistratie.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen c tot en met g, nader worden gespecificeerd.
1. Het bevoegd gezag verstrekt aan Onze Minister de basisgegevens van docenten die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 4.2.1, tweede lid, onder b, of onder c, voor zover hij in bezit is van een getuigschrift als bedoeld in artikel 7a.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, en draagt zorg voor het correct bijhouden van die gegevens ten behoeve van het lerarenregister.
2. De docent verstrekt aan Onze Minister de gegevens, genoemd in artikel 4.4.6, eerste lid, onderdelen e tot en met g.
3. Indien een docent niet is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming, kan hij ten behoeve van opname in het lerarenregister de gegevens, genoemd in 4.4.6, eerste lid, onderdelen e tot en met g, verstrekken aan Onze Minister mits hij tevens gegevens, bedoeld in artikel 4.4.6, eerste lid, onderdelen a en b, verstrekt en middels een bewijsstuk als bedoeld in artikel 4.2.1, tweede lid, onder b, of voor zover hij in bezit is van een getuigschrift als bedoeld in artikel 7a.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, onder c, aantoont dat hij aan de bekwaamheidseisen voldoet.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de tijdstippen en wijze van levering, de correctie van gegevens en over het aantonen van de bekwaamheidseisen, bedoeld in het derde lid.
1. De gegevens, bedoeld in artikel 4.4.6, eerste lid, onder b, zijn gekoppeld aan het burgerservicenummer van de desbetreffende docent en worden door Onze Minister verkregen uit de basisregistratie personen.
2. Voor zover de gegevens, bedoeld in artikel 4.4.6, eerste lid, onder b, niet voorkomen in de basisregistratie personen, worden zij verkregen uit de levering op grond van artikel 4.4.7.
Nadat een docent de gegevens, bedoeld in artikel 4.4.7, tweede en derde lid, heeft verstrekt, neemt Onze Minister het burgerservicenummer en de andere gegevens die zijn geleverd op grond van artikel 4.4.7 en verkregen op grond van artikel 4.4.8 of 4.4.18, tweede lid, op in het lerarenregister, met dien verstande dat hij de basisgegevens slechts opneemt voor zover deze niet kunnen worden verkregen uit de basisadministratie personen.
1. Indien een of meer van de basisgegevens van een leraar in het lerarenregister afwijken van de betreffende basisgegevens behorende bij de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van deze leraar, kan de betrokkene Onze Minister elektronisch verzoeken deze gegevens te verbeteren. Onze Minister verzoekt het bevoegd gezag om hem overeenkomstig artikel 4.4.7, eerste lid, de juiste gegevens te verstrekken.
2. Indien het bevoegd gezag na het verzoek van Onze Minister constateert dat de basisgegevens van de leraar in het lerarenregister overeenkomen met de betreffende basisgegevens behorende bij de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van deze leraar, deelt hij dit elektronisch mee aan Onze Minister en deelt Onze Minister dit elektronisch mee aan de betrokkene.
3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de gegevens die op grond van artikel 4.4.8 zijn overgenomen uit de basisregistratie personen.
4. Een beslissing op een verzoek als bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, geldt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
1. Na het moment van opname in het lerarenregister controleert Onze Minister telkens aan het eind van een periode van vier jaar of de docent voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs, bedoeld in artikel 4.4.6, eerste lid, onder f.
2. Indien de docent aan het eind van de periode, bedoeld in het eerste lid, niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs, bedoeld in artikel 4.4.6, eerste lid, onder f, besluit Onze Minister tot het plaatsen van een aantekening van het niet voldoen aan de herregistratiecriteria van dat onderwijs.
3. Onze Minister verwijdert de aantekening, bedoeld in het tweede lid, nadat de betreffende docent heeft voldaan aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarbij deze aantekening is geplaatst.
Indien uit het lerarenregister blijkt dat een docent vier jaar na registratie of herregistratie niet voldoet aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming, kan deze docent voor dit onderwijs geen verantwoordelijkheden dragen als bedoeld in artikel 4.1a.1, eerste en tweede lid, totdat de betreffende docent hieraan voldoet.
1. Gegevens van een docent als bedoeld in artikel 4.4.6 worden verwijderd uit het lerarenregister:
a. indien betrokkene Onze Minister hier om verzoekt;
b. indien betrokkene de pensioengerechtigde leeftijd bereikt;
c. indien betrokkene is overleden.
2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, worden alle in het lerarenregister geregistreerde gegevens van betrokkene verwijderd.
3. Indien een of meerdere gegevens van een docent op grond van het eerste lid worden verwijderd uit het lerarenregister, blijven deze gegevens tot vijf jaar na verwijdering bewaard.
4. Indien de docent gegevens verstrekt op grond van artikel 4.4.7 voor heropname in het lerarenregister neemt Onze Minister de overeenkomstige bewaarde gegevens van de docent op in het lerarenregister.
5. Op verzoek van een docent aan Onze Minister is het eerste lid, aanhef en onder b, op deze docent niet van toepassing.
6. Met pensioengerechtigde leeftijd wordt in dit artikel bedoeld de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet.
1. Op verzoek van een ieder worden uit het lerarenregister de volgende gegevens van een docent verstrekt:
a. de geslachtsnaam en de voornamen;
b. het onderwijs, bedoeld in artikel 4.4.6, eerste lid, onderdeel e;
c. voor welk onderwijs hij opgaat voor herregistratie;
d. indien van toepassing: de aantekening, bedoeld in artikel 4.4.11, tweede lid.
2. Op verzoek van het bevoegd gezag van de instelling waaraan de docent is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming worden in aanvulling op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, de volgende gegevens van een docent verstrekt:
a. het geslacht, het adres, de postcode en de geboortedatum;
b. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;
c. gegevens betreffende de instelling waaraan hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming;
d. indien het bevoegd gezag daarvoor toestemming heeft van de docent: gegevens betreffende de activiteiten voor herregistratie.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur:
a. wordt de wijze waarop de gegevens van een docent worden verstrekt vastgesteld;
b. kan worden bepaald welke andere gegevens als bedoeld in artikel 4.4.6 aan een ieder worden verstrekt; en
c. kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, nader worden gespecificeerd.
4. Uit het lerarenregister kunnen aan betrokkenen het burgerservicenummer en de andere gegevens worden verstrekt.
5. De betrokkene heeft toegang tot de gegevens die worden bewaard op grond van artikel 4.4.13, derde lid.
6. Uit het lerarenregister worden aan Onze Minister gegevens verstrekt ten behoeve van:
a. de herregistratie, bedoeld in artikel 4.4.11; en
b. de beleidsvorming.
7. Uit het lerarenregister worden aan de inspectie gegevens verstrekt voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
8. De gegevens, bedoeld in het vierde lid, onder b, en vijfde lid, worden op een zodanige wijze verstrekt, dat degenen op wie zij betrekking hebben niet geïdentificeerd of identificeerbaar zijn.
1. Er is een registervoorportaal. In het registervoorportaal zijn van
docenten die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming en niet voldoen aan de bekwaamheidseisen van het onderwijs dat zij verzorgen persoonsidentificerende gegevens en gegevens betreffende de school en de benoeming of tewerkstelling opgenomen.
2. Het registervoorportaal heeft tot doel het inzichtelijk maken welke docenten die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming niet voldoen aan de bekwaamheidseisen van het onderwijs dat zij verzorgen.
3. In aanvulling op het tweede lid heeft het registervoorportaal tot doel gegevens te verstrekken:
a. aan Onze Minister ten behoeve van de beleidsvorming; en
b. aan de inspectie voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
4. Het eerste lid, is niet van toepassing op docenten die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 4.2.1, zesde lid.
5. Onze Minister draagt zorg voor het beheer van het registervoorportaal.
1. Het registervoorportaal bevat voor elke daarin opgenomen docent de basisgegevens die op grond van artikel 4.4.17 wordt geleverd.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid, nader worden gespecificeerd.
1. Het bevoegd gezag verstrekt aan Onze Minister de basisgegevens van docenten
die zijn benoemd of zijn tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 4.2.1, tweede lid, onder c, met uitzondering van de geschiktheidsverklaring afgegeven op grond van 4.2.4, eerste lid, onder b, derde en vijfde lid, en draagt zorg voor het correct bijhouden van die gegevens ten behoeve van het registervoorportaal.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het tijdstip en de wijze van levering en over de correctie van de gegevens.
1. De docent blijft voor het onderwijs waarvoor hij in het registervoorportaal is opgenomen vermeld:
a. totdat hij voldoet aan de bekwaamheidseisen van dat onderwijs; of
b. maximaal voor de duur van de periode, genoemd in het artikel op grond waarvan deze docent dit onderwijs geeft.
2. Vanaf het moment dat een docent voor het onderwijs waarvoor hij in het registervoorportaal is opgenomen, voldoet aan de criteria om in het lerarenregister te worden vermeld, worden de gegevens van deze docent verstrekt voor opname in het lerarenregister.
3. Indien een docent opgenomen is in het registervoorportaal niet langer voldoet aan de vereisten die op grond van de in artikel 4.4.17, eerste lid, genoemde bepalingen zijn gesteld aan de docent, worden de gegevens van deze docent verwijdert uit het registervoorportaal en gedurende vijf jaar bewaard.
1. Op verzoek van een ieder worden uit het registervoorportaal de volgende gegevens van een docent verstrekt:
a. de geslachtsnaam en de voornamen;
b. het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.
2. Op verzoek van het bevoegd gezag van de instelling waaraan de docent is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming worden in aanvulling op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, de volgende gegevens van een docent verstrekt:
a. het geslacht, het adres, de postcode en de geboortedatum;
b. gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming;
c. gegevens betreffende de instelling waaraan hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur:
a. wordt de wijze waarop de gegevens van een docent worden verstrekt vastgesteld;
b. kan worden bepaald welke andere gegevens als bedoeld in artikel 4.4.16 aan een ieder worden verstrekt; en
c. kunnen de gegevens, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, nader worden gespecificeerd.
4. Uit het registervoorportaal kunnen aan de docent het burgerservicenummer en de andere gegevens worden verstrekt.
5. De docent heeft toegang tot de gegevens die worden bewaard op grond van artikel 4.4.18, derde lid.
6. Uit het registervoorportaal worden aan Onze Minister gegevens verstrekt ten behoeve van de beleidsvorming.
7. Uit het registervoorportaal worden aan de inspectie gegevens verstrekt voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak.
8. De gegevens, bedoeld in het vierde en vijfde lid, worden op een zodanige wijze verstrekt, dat degenen op wie zij betrekking hebben niet geïdentificeerd of identificeerbaar zijn.
1. Indien bij of na de registratie in het lerarenregister of het registervoorportaal blijkt dat een docent die is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming niet voldoet aan de vereisten voor benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van het onderwijs dat hij geeft, wordt de docent overeenkomstig deze paragraaf in het registervoorportaal geplaatst totdat hij voldoet aan de desbetreffende vereisten voor benoeming van dat onderwijs of dat een periode van vier jaar is verstreken.
2. Het bevoegd gezag stelt een docent in staat om binnen vier jaar te voldoen aan de vereisten om voor het desbetreffende onderwijs in het lerarenregister te kunnen worden opgenomen.
3. Indien de docent, bedoeld in het eerste lid, voldoet aan de desbetreffende vereisten van artikel 4.2.4, verzoekt hij binnen drie maanden na de registratie die plaatsvindt bij de invoering van het lerarenregister het bevoegd gezag schriftelijk een geschiktheidsverklaring af te geven. Indien het bevoegd gezag niet binnen een maand aan het verzoek voldoet, kan de docent overeenkomstig artikel 4.4.7, derde lid, in het lerarenregister of in het registervoorportaal opgenomen worden, mits hij aan Onze Minister tevens de gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming en de gegevens betreffende de instelling waaraan hij benoemd is of tewerkgesteld zonder benoeming verstrekt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,