Ontvangen 21 juni 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel G, komt artikel 8.1.1c, vijfde lid, te luiden:
5. Bij een inschrijvingsbeperking als bedoeld in het tweede lid, hanteert het bevoegd gezag tijdig door hem kenbaar te maken:
a. kwalitatieve selectiecriteria, waarvan het aantal ten minste twee bedraagt, en
b. de regels van administratieve aard ter uitvoering van onderdeel a.
II
In artikel IV, onderdeel D, komt artikel 8.1.1b., vijfde lid, te luiden:
5. Bij een inschrijvingsbeperking als bedoeld in het tweede lid, hanteert het bevoegd gezag tijdig door hem kenbaar te maken:
a. kwalitatieve selectiecriteria, waarvan het aantal ten minste twee bedraagt, en
b. de regels van administratieve aard ter uitvoering van onderdeel a.
De indiener is van mening dat opleidingen de instroom moeten kunnen beperken wanneer er organisatorisch slechts een beperkt aantal opleidingsplaatsen aangeboden kan worden of er een beperkt perspectief op de arbeidsmarkt is. Deze beperking is in het belang van de mbo-student. De onderwijskwaliteit wordt zo duurzaam geborgd en na de opleiding is er ook daadwerkelijk een baan voor de afgestudeerde. De regering heeft echter voorgesteld dat selectie alleen plaats mag vinden op basis van het lot. De indiener wil zoveel mogelijk studenten succesvol een opleiding laten afronden, de factor «geluk» zal daar niet aan bijdragen. De indiener stelt daarom voor dezelfde systematiek als in het hoger onderwijs te hanteren en de toelating niet alleen over te laten aan het lot. Dat wil zeggen dat de decentrale selectie plaats moet vinden op basis van minimaal twee kwalitatieve criteria. De indiener acht dit rechtvaardiger en in het belang van de mbo-studenten. Studenten komen zo in een omgeving van gelijk-gemotiveerden en studenten bij wie de studie minder past maken niet een verkeerde studiekeuze. Dit zal de motivatie en de prestaties van alle mbo-studenten ten goede komen.
Lucas