Ontvangen 28 september 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 7.35, tweede lid, wordt na «van overeenkomstige toepassing» toegevoegd:, indien onderzoek bij eerstgenoemde vennootschappen naar het oordeel van de Algemene Rekenkamer tot onvoldoende duidelijkheid heeft geleid.
De bevoegdheid van de Algemene Rekenkamer om een onderzoek uit te voeren bij dochter- en kleindochtervennootschappen die voor 100% in handen zijn van een vennootschap waarvan de Staat 95% of meer van de aandelen bezit, wordt met dit amendement beperkt tot de situatie waarin onderzoek bij de moedermaatschappij of holding geen of onvoldoende duidelijkheid geeft.
Aukje de Vries