Gepubliceerd: 28 september 2016
Indiener(s): Michel Rog (CDA)
Onderwerpen: hoger onderwijs onderwijs en wetenschap
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34412-17.html
ID: 34412-17

65,3 %
34,7 %

SGP

VVD

Houwers

CU

SP

CDA

GL

50PLUS

PvdD

Van Vliet

Klein

D66

GrBvK

PVV

PvdA

GrKÖ


Nr. 17 AMENDEMENT VAN HET LID ROG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 81

Ontvangen 28 september 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel Z een onderdeel ingevoegd, luidende:

ZA

Na artikel 10.3e wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 1a. Onderwijsbeoefening

Artikel 10.3f Verantwoordelijkheden en rechten lectoren

  • 1. Tot het personeel van de hogeschool behoren in elk geval de lectoren. In het benoemingsbesluit wordt vermeld het vakgebied waarin de lector zijn onderwijs- en onderzoektaken uitoefent.

  • 2. De lectoren zijn verantwoordelijk voor het praktijkgericht onderzoek en voor de bevordering van de verwevenheid daarvan met het onderwijs op het hun toegewezen vakgebied.

  • 3. De lectoren zijn gerechtigd de titel lector te voeren.

Toelichting

Dit artikel is nieuw in de WHW. De lector is een professional die binnen de hogescholen is geïntroduceerd. Het is de taak van de lector om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van hogescholen tot kennisinstellingen. De lector is een hooggekwalificeerde professional die ruime ervaring heeft met onderwijs en onderzoek binnen een bepaald deel van de beroepspraktijk. De lector heeft een centrale rol in kenniskringen binnen de instellingen, waaraan naast de lector ook docenten deelnemen. Deze kenniskringen geven vorm aan praktijkgericht onderzoek op delen van de beroepspraktijk.

Versterking van de beroepskolom is belangrijk, en samenwerking tussen het vmbo, mbo en hbo draagt daaraan bij. Via de kenniskringen is samenwerking met de beroepspraktijk een kerntaak van het werk van de lector. Samenwerking tussen mbo en hbo ter zake van de versterking van de beroepskolom is langs die weg dus verankerd. Het is een goede zaak dat mbo en hbo samenwerken. Een mogelijkheid is om lectoren die zijn aangesteld aan een hogeschool ook een onderzoeks- en/of onderwijstaak te geven binnen een mbo-instelling. Dit is al staande praktijk en hogescholen en mbo-instellingen maken hier onderling afspraken over. Voor de versterking van de beroepskolom is het derhalve niet noodzakelijk dat mbo-instellingen zelfstandig lectoraten instellen.

Bovendien veroorzaakt het zelfstandig instellen van lectoraten in het mbo een vertroebeling ten aanzien van verantwoordelijkheden van betrokken functionarissen. Dit komt de maatschappelijke transparantie niet ten goede. Met een dergelijke vertroebeling is niemand gebaat. En niet in de laatste plaats zou hiermee onrecht gedaan worden aan de enorme inspanningen die de hogescholen zich de afgelopen 20 jaar hebben getroost om de functie, de maatschappelijke positie en het aanzien van lectoren te ontwikkelen en uit te bouwen.

Het ligt dan ook voor de hand de positie van de lector wettelijk te verankeren. Hiermee wordt benadrukt dat de activiteiten van lectoren behoren tot de kerntaak van een hogeschool. Met dit amendement wordt de titel «lector» beschermd en gereserveerd voor de als zodanig benoemde lectoren en hogescholen. Een dergelijke bescherming staat de ontwikkeling van een vorm van practoraat in het mbo niet in de weg. Integendeel: door transparantie over verantwoordelijkheden wordt de samenwerking tussen mbo en hbo juist versterkt, waarvan het beroepenveld uiteindelijk profiteert.

Rog