Gepubliceerd: 3 februari 2016
Indiener(s): Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA)
Onderwerpen: beroepsonderwijs onderwijs en wetenschap
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34402-4.html
ID: 34402-4

Nr. 4 NADER RAPPORT1

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 1 februari 2016, aangeboden aan de Koning door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 9 november 2015, nr. 2015001942, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 16 december 2015, nr. W05.15.03821/I, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

De redactionele kanttekeningen van de Raad zijn verwerkt, op een uitzondering na. Er is niet voorzien in medeondertekening van de beoogde wet door de Staatssecretaris van Economische Zaken, aangezien dit wetsvoorstel het mbo in algemene zin betreft en niet specifiek het groene mbo-onderwijs. Om deze reden zijn dit nader rapport en de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot stand gekomen in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Van de gelegenheid van het uitbrengen van een nader rapport is gebruik gemaakt om de volgende wijzigingen aan te brengen.

  • 1. In artikel I, onderdeel C, artikel 7.4.5a, eerste lid, en artikel II, onderdeel C, artikel 7.4.7a, eerste lid, zijn de wijzigingen uit artikel IV (Samenloop met wetsvoorstel keuzedelen) verwerkt en artikel IV is geschrapt. Een samenloopbepaling is niet meer nodig omdat de wet keuzedelen tot stand is gekomen (Stb. 2015, 390) en artikel I, onderdeel R, van die wet in werking treedt met ingang van 1 augustus 2016. De toelichting is hieraan aangepast.

  • 2. In artikel I, onderdeel C, artikel 7.4.5a, zesde lid, en artikel II, onderdeel C, artikel 7.4.7a, zesde lid, is verduidelijkt dat het verslag van de examencommissie tevens betrekking heeft op de kwaliteit van de examens. Voorts is aangegeven dat het bevoegd gezag waaraan de examencommissie het verslag verstrekt ook het bevoegd gezag van een exameninstelling kan zijn (als het een examencommissie van een exameninstelling betreft). De toelichting is hieraan aangepast.

  • 3. In artikel I, onderdeel E, en artikel II, onderdeel E, is het opschrift van de wet waarnaar wordt verwezen, toegevoegd.

  • 4. In de tweede alinea van paragraaf 3, onderdeel d, van de toelichting is verduidelijkt welke onderdelen van de opleiding op de instellingsverklaring kunnen worden vermeld.

Ik moge U, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker