Gepubliceerd: 12 januari 2016
Indiener(s): Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: economie ondernemen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34383-3.html
ID: 34383-3

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)

Algemeen

Dit wetsvoorstel strekt ter uitvoering van richtlijn 2014/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 tot wijziging van richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen (PbEU 2014, L 330) (hierna: de richtlijn). De richtlijn dient op 6 december 2016 in nationale regelgeving te zijn omgezet. Voor verdere implementatieaspecten zij verwezen naar de transponeringstabel aan het slot van deze toelichting.

De richtlijn wijzigt richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PbEU 2013, L 182). Organisaties van openbaar belang dienen een niet-financiële verklaring in het bestuursverslag op te nemen. Het gaat – kort gezegd – om beursvennootschappen, banken en verzekeraars. Zie voor de omschrijving van organisaties van openbaar belang ook artikel 398 lid 7 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De onderhavige verplichting geldt alleen voor grote organisaties van openbaar belang met meer dan 500 werknemers. In de verklaring moet uiteen worden gezet hoe deze organisaties omgaan met milieu, sociale en personeelsaangelegenheden, eerbiediging van mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping.

Artikel 2:391 lid 5 BW bevat reeds een grondslag om nadere voorschriften te stellen omtrent de inhoud van het bestuursverslag. Daarin is opgenomen dat nadere regels kunnen worden gesteld ten aanzien van de verklaring inzake corporate governance, die door beursvennootschappen dient te worden opgesteld. Voorgesteld wordt om eenzelfde bepaling op te nemen voor het stellen van regels ten aanzien van de niet-financiële verklaring als bedoeld in de richtlijn. De uitwerking van de voorschriften omtrent de niet-financiële verklaring zal geschieden in een algemene maatregel van bestuur: het Besluit bekendmaking niet-financiële informatie.

Ten aanzien van de verklaring inzake corporate governance bevat de richtlijn ook voorschriften. Grote beursvennootschappen dienen in deze verklaring voortaan ook een beschrijving te geven van het diversiteitsbeleid dat zij voeren met betrekking tot het bestuur en de raad van commissarissen. Het Besluit van 23 december 2004 tot vaststelling van nadere voorschriften omtrent de inhoud van het jaarverslag (Stb. 2004, 747) waarin de verklaring inzake corporate governance is geregeld, zal hiertoe worden gewijzigd. Zoals hierboven beschreven, is de wettelijke grondslag daarvoor reeds neergelegd in artikel 2:391 lid 5 BW.

Omdat dit wetsvoorstel enkel een wettelijke grondslag voor de niet-financiële verklaring behelst en de uitwerking van de regeling geschiedt in het Besluit bekendmaking niet-financiële informatie, is ervoor gekozen te consulteren over een voorontwerp van dat besluit. Zie hiervoor www.internetconsultatie.nl/bekendmaking_niet_financiele_informatie). Daarbij zijn ook de lasten voor het bedrijfsleven ten aanzien van de niet-financiële verklaring in kaart gebracht. Deze worden geschat op € 230.000 waarbij wordt uitgegaan van kosten van gemiddeld € 2.000 voor circa 115 ondernemingen die onder het toepassingsbereik van de richtlijnverplichting vallen. Verwezen wordt naar de relevante passage in de toelichting op het besluit.

Artikelen

Artikel I

In artikel 2:391 lid 5 BW is een grondslag opgenomen om bij algemene maatregel van bestuur in het bijzonder nadere voorschriften te stellen omtrent de inhoud, de openbaarmaking en het accountantsonderzoek van een verklaring inzake corporate governance. Voorgesteld wordt een dergelijke specifieke grondslag ook op te nemen voor de niet-financiële verklaring. Ook is bij de verklaring inzake corporate governance aangesloten voor het geval dat de voorgeschreven informatie los van het bestuursverslag bekend wordt gemaakt. De niet-financiële verklaring kan in dat geval als onderdeel van het bestuursverslag worden beschouwd. Daartoe wordt in het Besluit bekendmaking niet-financiële informatie bepaald dat deze informatie dan geacht zal worden deel uit te maken van het bestuursverslag. Hiermee wordt ten algemene tot uitdrukking gebracht dat de wetgeving die van toepassing is op het bestuursverslag, onverkort van toepassing zal zijn op de niet-financiële informatie in het afzonderlijke verslag. Hetzelfde geldt ten aanzien van de verklaring inzake corporate governance.

Artikel II

Dit artikel regelt de inwerkingtreding indien dit voorstel tot wet is verheven. De inwerkingtreding zal bij koninklijk besluit geschieden. Van belang is dat de wijzigingen, in overeenstemming met de richtlijn, gelden voor bestuursverslagen (waarin de niet-financiële verklaring is opgenomen) over boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2017. Dit betekent dat organisaties van openbaar belang voor het eerst in 2018 verslag doen over de niet-financiële informatie.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

BIJLAGE Transponeringstabel

Richtlijn bekendmaking niet-financiële informatie en diversiteitsbeleid

Wetsvoorstel

Beleidsruimte

Artikel 1, eerste en derde lid

Artikel I en het Besluit bekendmaking niet-financiële informatie

Geen

Artikel 4

Artikel II en het Besluit bekendmaking niet-financiële informatie

Geen