Ontvangen 13 december 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel F, wordt in artikel 248a «iemand die zich voordoet» vervangen door: iemand die zich, al dan niet met een technisch hulpmiddel, waaronder een virtuele creatie van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, voordoet.
II
In artikel I, onderdeel G, wordt in artikel 248e «iemand die zich voordoet» vervangen door: iemand die zich, al dan niet met een technisch hulpmiddel, waaronder een virtuele creatie van een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, voordoet.
Met dit amendement beogen de indieners explicieter dan nu in de wet staat geformuleerd een persoon strafrechtelijk te vervolgen indien hij op internet seksuele contacten met minderjarigen zoekt en/of legt met een virtuele fictieve creatie. Strafbaarstelling beperkt zich derhalve niet tot het contact zoeken met een persoon. Een en ander vanzelfsprekend indachtig geldende relevante jurisprudentie. Te denken valt daarbij in het bijzonder aan het «lokfiets-arrest». Indiener onderstreept hierbij dat bewijs dat voortvloeit uit strafrechtelijk onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van de hiervoor genoemde mogelijkheid, niet per definitie terzijde kan worden geschoven onder verwijzing naar schending van het zogenoemde Tallon-criterium dat in de jurisprudentie is uitgelegd. Het inzetten van een dergelijk middel maakt niet dat een verdachte per definitie tot andere handelingen wordt gebracht dan die waarop zijn opzet reeds is gericht.
Tellegen Van Toorenburg