Nr. 4 VERSLAG

Vastgesteld 22 januari 2016

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

   

Blz.

Algemeen

1

     

1.

Aanleiding

2

2.

Privacybescherming

2

3.

Ontvangen adviezen

3

     

Artikelsgewijs

3

ALGEMEEN

De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel ter aanpassing van de Wet publieke gezondheid en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met het verstrekken van gegevens uit het basisregister onderwijs (BRON). Met dit voorstel krijgen de jeugdgezondheidszorginstellingen (JGZ-instellingen) toegang tot leerlinggegevens uit het BRON. Deze leden hebben nog wel enkele vragen met betrekking tot het voorliggende wetsvoorstel.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voorgestelde wijzigingen in de Wet publieke gezondheid en de Wet op het onderwijstoezicht. Zij stellen nog de volgende vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet publieke gezondheid en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met het verstrekken van gegevens uit het basisregister onderwijs. Deze leden hebben enkele vragen bij dit wetsvoorstel.

1. Aanleiding

De leden van de SP-fractie vragen of de regering een drietal concrete voorbeelden kan noemen waarom JGZ-organisaties inzage zouden moeten hebben in privégegevens van alle leerlingen in het (basis)onderwijs. Kan nader onderbouwd worden waarom dergelijke gegevens niet via andere registratiesystemen te verkrijgen zijn? Op welke wijze worden nu dergelijke gegevens verzameld? Deze leden vragen de regering of het hier primair gaat over het bereiken van leerlingen. Zo ja, op welke gegevens baseert de jeugdgezondheidszorg zich nu en waarom voldoet dit niet?

De leden van de CDA-fractie lezen dat met het nieuwe basispakket de JGZ een sterkere monitor rol heeft gekregen. De regering ziet aansluiting van de JGZ op het BRON als een belangrijk middel om deze monitor rol goed te kunnen vervullen. Deze leden lezen in de artikelsgewijze toelichting echter dat de persoonsgegevens uit het BRON uitsluitend gebruikt mogen worden voor het administratieve proces van het uitnodigen van leerlingen om jeugdgezondheidszorg te kunnen aanbieden. De leden van de CDA-fractie vragen daarom op welke wijze de regering denkt dat de JGZ gegevens uit het BRON alsnog kan gebruiken voor de monitor rol.

2. Privacybescherming

Het stemt de leden van de PvdA-fractie positief om te lezen dat het voorliggende wetsvoorstel bijdraagt aan bescherming van de privacy van de leerling en een zorgvuldige behandeling van de gegevens. Het belang van kind en ouders staat voor deze leden voorop bij de beoordeling van dit voorstel. Het voorstel schetst helder de randvoorwaarden waaronder de JGZ-instellingen toegang krijgen tot de gegevens en hoe zij met deze gegevens dienen om te gaan. Genoemde leden zien daarnaast tot hun tevredenheid dat hiermee via een bestaand register scholen maar ook de JGZ-instellingen een vermindering in de regeldruk kunnen gaan ervaren.

De leden van de PvdA-fractie delen de noodzaak tot een zorgvuldige en degelijke wijze van informeren van ouders en leerlingen over het verstrekken van gegevens aan de JGZ-instellingen via het BRON.

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering in hoeverre het voor de JGZ-instellingen mogelijk is om ook verzuimgegevens van leerlingen in te zien via het BRON. Genoemde leden vragen dit omdat bovenmatig verzuim ook een belangrijk signaal voor andere problemen kan zijn, zoals problemen in de huiselijke sfeer. Het is daarom ook van belang dat de JGZ informatie moet kunnen koppelen die relevant is voor de beoordeling van de ontwikkeling, omstandigheden en gezondheidstoestand van een kind. Deze leden vragen de regering in hoeverre dit soort gegevens straks beschikbaar zijn via het BRON en of dergelijke gegevens ook op de hierboven beschreven wijze gebruikt kunnen worden, in het belang van het kind.

De leden van de SP-fractie vragen welke gegevens specifiek zichtbaar worden voor de JGZ- instellingen. Betreft dit slechts adresgegevens of ook gegevens rond beperkingen, indeling in clusters, toetsresultaten, informatie uit het leerlingvolgsysteem of de leerloopbaan?

Genoemde leden vragen of de regering van mening is dat ouders geïnformeerd worden of toestemming moeten geven wanneer gegevens uit het BRON met de JGZ gedeeld worden. Wat acht de regering in dezen wenselijk?

De benodigde persoonsgegevens zullen in het vervolg niet meer schriftelijk, maar digitaal en gestandaardiseerd aangeleverd worden aan de JGZ-organisatie. De leden van de CDA-fractie vragen of de ICT van de JGZ-organisaties hiervoor op orde is, of dat hier nog aanvullende investeringen gedaan moeten worden.

De regering schrijft dat uit het Privacy Impact Assessment (PIA) blijkt dat het hier persoonsgegevens betreft die JGZ-organisaties voorheen ook al van scholen kregen. De leden van de CDA-fractie vragen of dit wel klopt, aangezien er op dit moment geen verplichting voor scholen is tot het leveren van deze gegevens.

3. Ontvangen adviezen

De leden van de PvdA-fractie constateren dat de PO-Raad heeft aangegeven geen bezwaren te hebben tegen het wetsvoorstel maar dat hij wel benadrukt dat dataminimalisatie moet worden toegepast. De regering stelt in de memorie van toelichting dat dit betekent dat niet te veel gegevens of dat gegevens niet vaker dan noodzakelijk beschikbaar komen voor een JGZ-instelling. De PO-Raad geeft aan dat dit punt onder de aandacht van DUO is gebracht. Deze leden vragen de regering te schetsen wat dit behelst. Hoe gaat DUO met dit verzoek om, is dit praktisch uitvoerbaar en hoe kan er tegemoet worden gekomen aan deze wens op een wijze die de JGZ-instellingen ook niet onnodig belemmert in het verkrijgen van relevante en noodzakelijke gegevens?

Bij de ontvangen adviezen staat dat de VNG in haar reactie twee opmerkingen heeft meegegeven, maar de regering gaat in de toelichting alleen in op een van deze opmerkingen. De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan aangeven wat de andere opmerking van de VNG was, en wat de reactie van de regering hierop is.

GGD GHOR heeft in haar reactie aangegeven een sterke wens te hebben om bij de gegevens een klas inclusief toevoeging te verkrijgen. DUO heeft aangegeven dat wel voor het primair onderwijs, maar niet voor het voortgezet onderwijs te kunnen leveren. Genoemde leden vragen waarom de GGD GHOR deze wens heeft en vooral wat de meerwaarde hiervan is. Waarom is een toevoeging van belang om een leerling te kunnen uitnodigen voor jeugdgezondheidszorg? En waarom is het alsnog genoeg voor de GGD GHOR nu dit alleen voor het primair onderwijs geregeld is? Als verschaffing van deze informatie niet noodzakelijk is, waarom voldoet dat dan binnen de grondwetstoets?

De PO-Raad heeft benadrukt dat dataminimalisatie moet worden toegepast. De regering geeft aan dat dit punt onder de aandacht van DUO is gebracht. De leden van de CDA-fractie vragen wat DUO met dit verzoek gaat doen.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel II

Onderdeel A

De regering geeft aan dat indien er sprake is van geheime adressen, DUO en de JGZ-organisaties specifieke afspraken zullen maken over de afhandeling van de contactgegevens van de betreffende kinderen. De leden van de CDA-fractie vragen hierop een nadere toelichting. Op welke wijze wordt de privacy van betreffende kinderen gewaarborgd? En waarom worden hierover geen algemene afspraken gemaakt?

De leden van de CDA-fractie vragen ook of het klopt dat JGZ-organisaties nu alleen persoonsgegevens van leerlingen in de betreffende gemeente opvragen bij scholen. Zo ja, wordt op enigerlei wijze gewaarborgd dat JGZ-organisaties met de toegang tot het BRON niet ook gegevens van kinderen buiten de eigen gemeente kunnen raadplegen?

De voorzitter van de vaste commissie, Lodders

Adjunct-griffier van de vaste commissie, Clemens