Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2018
Tijdens de Regeling van werkzaamheden heeft het lid De Graaf (PVV) verzocht om over het bericht «Boerkaverbod krijgt geen prioriteit in drie grote steden» (Volkskrant, 26 november 2018) «de reeds toegezegde brief te ontvangen» (Handelingen II 2018/19, nr. 28). Hierbij ontvangt u mijn reactie, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Bij de behandeling van de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding in de Eerste Kamer is toegezegd dat ik de Eerste Kamer een brief zal sturen nadat het overleg met sectoren heeft plaatsgevonden (Handelingen I 2017/18, nr. 33, item 4 en Handelingen I 2017/18, nr. 35, item 6). Zoals aangegeven vindt de voorbereiding hiervoor plaats met alle betrokken departementen.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft dit ook bevestigd tijdens het mondeling vragenuur op 27 november jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 28) Hij heeft daarbij toegezegd de Tweede Kamer dit voorjaar deze brief toe te sturen.
Het overleg met de sectoren zal in het voorjaar worden afgerond, waarna Eerste Kamer en Tweede Kamer spoedig worden geïnformeerd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren