Kamerstuk 34348-46

Amendement van de leden Smaling en Wassenberg ter vervanging van nr. 24 dat regelt dat een tijdslimiet van twee jaar wordt gebonden aan eenmaal afgegeven vergunningen voor opsporing

Dossier: Wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings-, winnings- en opslagvergunningen)


Nr. 46 AMENDEMENT VAN DE LEDEN SMALING EN WASSENBERG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 241

Ontvangen 30 juni 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel C, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Aan artikel 11 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Een aanvraag voor een winningsvergunning als bedoeld in artikel 10, eerste lid, geschiedt binnen twee jaar na het aantonen van de aanwezigheid van de betrokken delfstoffen, bedoeld in dat lid.

II

In artikel I, onderdeel M, wordt de aanhef vervangen door: Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het winningsplan wordt ingediend binnen twee jaar nadat de winningsvergunning, bedoeld in artikel 10, eerste lid, is verleend.

2. Het vierde, vijfde en zesde lid worden vervangen door de volgende leden:.

III

Na artikel I, onderdeel N, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Na

Na artikel 35 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 35a

  • 1. Onze Minister beoordeelt elke twee jaar na het besluit tot instemming met het winningsplan, bedoeld in artikel 34, derde lid, of de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 6:

    • a. voldoet aan het bepaalde in artikel 35, eerste lid, onderdelen b en c, en

    • b. als gevolg van de met gebruikmaking van de vergunning verrichte activiteiten geen nadelige gevolgen of schade veroorzaakt als bedoeld in artikel 33, onderdelen a tot en met d.

  • 2. Indien de door de houder van een vergunning verrichte activiteiten niet of niet volledig voldoen aan de beschrijving in het winningsplan, bedoeld in artikel 35, eerste lid, onderdelen b en c, dan wel de door de houder van de winningsvergunning verrichte activiteiten nadelige gevolgen of schade veroorzaken als bedoeld in artikel 33, herziet Onze Minister zijn besluit tot instemming.

IV

In artikel I, onderdeel O, wordt aan artikel 36, derde lid, aan de eerste volzin een zinsnede toegevoegd, luidende: , of op grond van het bepaalde in artikel 35a, tweede lid.

Toelichting

Dit amendement zorgt ervoor dat een eenmaal afgegeven vergunning voor opsporing aan een tijdslimiet wordt gebonden. Voorheen kon een dergelijke vergunning onbeperkt blijven liggen. De eenmaal afgegeven vergunning kon vervolgens op ieder moment worden aangewend, zonder toetsing van eventueel gewijzigde omstandigheden. Dit amendement verandert dat. Dit amendement bepaalt dat binnen twee jaar begonnen moet worden met het doel van de vergunning, namelijk opsporen. Het amendement zorgt ervoor dat een eenmaal afgegeven winningsvergunning, binnen twee jaar na de aangetoonde aanwezigheid van betrokken delfstoffen, wordt omgezet in een winningsplan. Dit winningsplan wordt vervolgens iedere twee jaar tegen het licht gehouden. Wetstechnisch wordt dit vormgegeven door het opnemen van een daartoe strekkend nieuw artikel 35a in de Mijnbouwwet alsmede door wijziging van de artikelen 11, 34 en 36.

Smaling Wassenberg