Kamerstuk 34348-28

Amendement van het lid Van Tongeren c.s. dat regelt dat in de Mijnbouwwet wordt verankerd dat een MER verplicht is bij de verlening van een opsporingsvergunning en een winningsvergunning voor delfstoffen in een provincie waar sprake is van grootschalige mijnbouwactiviteiten, het Waddengebied en werelderfgoedgebied

Dossier: Wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings-, winnings- en opslagvergunningen)


Nr. 28 AMENDEMENT VAN HET LID VAN TONGEREN C.S.

Ontvangen 29 juni 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij de verlening van een opsporingsvergunning en een winningsvergunning voor delfstoffen in:

    • a. een provincie waar sprake is van grootschalige mijnbouwactiviteiten,

    • b. het waddengebied, als aangewezen krachtens de Wet ruimtelijke ordening, of

    • c. een gebied dat is aangewezen op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155),

      geldt de verplichting dat een milieueffectrapport wordt gemaakt volgens de procedure vastgesteld krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet milieubeheer.

Toelichting

Met dit amendement wil indiener in de Mijnbouwwet verankeren dat een MER nodig is in provincies waar sprake is van grootschalige mijnbouwactiviteiten en in het Waddengebied en werelderfgoedgebied. De MER-plicht geldt in ieder geval bij aanvraag van een vergunning voor een nieuwe boring ten behoeve van opsporing of winning van delfstoffen in de betreffende gebieden.

Van Tongeren Wassenberg Dik-Faber