Ontvangen 28 juni 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 4 wordt «onverminderd het recht dat de rechthebbende ten aanzien van de oppervlakte heeft op vergoeding van de door deze activiteiten veroorzaakte schade» vervangen door: onverminderd het recht dat de rechthebbende ten aanzien van de oppervlakte heeft op vergoeding van schade die ontstaat door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk. Dit omvat zowel schade door aardbevingen ten gevolge van gaswinning, als schade door bodemdaling ten gevolge van gaswinning, als bedoeld in artikel 177 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
De indieners beogen met dit amendement te zorgen dat grondeigenaren alle schades zoals vastgelegd in artikel 6:177 BW ten gevolge van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk vergoed krijgen. In de praktijk wordt momenteel enkel schade als gevolg van aardbevingen vergoed. In de mijnbouwwetgeving is geen specifieke bepaling van het schadebegrip geregeld. Hiervoor wordt verwezen naar het Burgerlijk Wetboek (art. 6:177 BW). Hierin wordt gesproken over schade die ontstaat door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk. Dit omvat zowel de directe als de indirecte schade als gevolg van aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk, zoals snellere inklinking van de bodem door aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk.
Van Tongeren Wassenberg Dik-Faber