Ontvangen 20 november 2015
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt na onderdeel N een onderdeel ingevoegd, luidende:
N1
Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. «over de maand oktober» wordt vervangen door: over de maand september.
2. Er wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het rentepercentage wordt vastgesteld op nul indien deze overeenkomstig de eerste volzin minder dan nul procent bedraagt.
B
Artikel VI wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid (nieuw) wordt na «treden» ingevoegd: , met uitzondering van artikel I, onderdeel N1, subonderdeel 2.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Artikel I, onderdeel N1, subonderdeel 2, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2016.
A – artikel 4.3 Wet studiefinanciering BES
Onderdeel 1: In 2015 is artikel 6.3 van de Wet studiefinanciering 2000 gewijzigd (Stb. 2015, 50). Voor debiteuren is een financieel technische wijziging doorgevoerd. Waar eerst jaarlijks werd gekeken naar de gemiddelde rente in de maand oktober van enig jaar is dit gewijzigd naar de maand september om eerder de beschikkingen rond terugbetaling te kunnen versturen. Door onderhavige wijziging wordt de situatie zoals die geldt voor Caribisch Nederland gelijkgetrokken met de situatie zoals die geldt voor Europees Nederland. Nu de gemiddelde rente in de maand oktober van dit jaar lager was dan in de maand september zal de voorgestelde wijziging niet met terugwerkende kracht maar met ingang van het volgende peilmoment – september 2016 – worden ingevoerd. De voorgestelde wijziging zal aldus voor het eerst worden toegepast voor de renteberekening voor kalenderjaar 2017.
Onderdeel 2: Hiermee wordt, conform de bedoeling van de wetgever, die ondubbelzinnig blijkt uit het feit dat in de WSF BES wordt gesproken over zaken als «tenietgaan van rente», «vermeerdering van rente» en «verschuldigde rente», verduidelijkt dat ingeval het op basis van artikel 4.3 vastgestelde rentepercentage lager dan nul bedraagt, dat rentepercentage op nul wordt gesteld.
In 2015 is dezelfde aanvulling gedaan in artikel 6.3 van de Wet studiefinanciering 2000 (Stb. 2015, 284) en begin 2013 voor oude leningen (aangegaan vóór 1992) in artikel 12.10a van de Wet studiefinanciering 2000 (Stb. 2013, 88).
B
Artikel I, onderdeel N1, subonderdeel 2, betreft een aanvulling om de bedoeling van de wetgever te verduidelijken. Vanwege de uitvoerbaarheid van de renteberekening werkt deze wijziging terug tot en met 1 januari 2016 (de renteberekening gaat per kalenderjaar). De wijziging die is opgenomen in artikel I, onderdeel N1, subonderdeel 1, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip; beoogd per 1 september 2016.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker