Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat richtlijn nr. 2014/91/EU van het Europees parlement en de Raad van 23 juli 2014 tot wijziging van richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat bewaartaken, beloningsbeleid en sancties betreft (PbEU 2014, L 257) en de daarbij behorende uitvoeringsrichtlijnen in Nederland dienen te worden geïmplementeerd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze;
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De definitie van bewaarder komt te luiden:
degene die belast is met de bewaring van de activa van een beleggingsinstelling of icbe;
2. De definitie van bewaarder van een icbe vervalt.
3. De definitie van financiële onderneming wordt als volgt gewijzigd:
Onderdeel i vervalt onder verlettering van de onderdelen j tot en met het eerste onderdeel r tot onderdelen i tot en met q.
B
In artikel 1:13, derde lid, wordt «bewaarders van icbe’s» vervangen door: bewaarders.
C
In artikel 1:48, tweede lid, wordt «artikel 2:67, 2:67b, 2:68, 2:69c of 2:99» vervangen door: artikel 2:3i, 2:67, 2:67b, 2:68, 2:69c of 2:99.
D
Onder vernummering van artikel 1:77a tot artikel 1:77b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Autoriteit Financiële Markten kan de beheerder van een beleggingsinstelling of de beheerder van een icbe door middel van een aanwijzing verplichten om in het algemeen belang of in het belang van de deelnemers de inschrijving, inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming op te schorten.
E
Artikel 1:81 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «aan een bank of aan een beleggingsonderneming in de zin van de verordening kapitaalvereisten» vervangen door: aan een bank, beheerder van een beleggingsinstelling, beheerder van een icbe, beleggingsonderneming in de zin van de verordening kapitaalvereisten of bewaarder.
2. In het achtste lid wordt «een centrale effectenbewaarinstelling of aangewezen kredietinstelling in de zin van de verordening centrale effectenbewaarinstellingen» vervangen door: een beheerder van een beleggingsinstelling, beheerder van een icbe, bewaarder of centrale effectenbewaarinstelling of aangewezen kredietinstelling in de zin van de verordening centrale effectenbewaarinstellingen.
F
Artikel 1:87 komt te luiden:
1. De toezichthouder of de Europese Centrale Bank, indien deze bevoegd is toezicht uit te oefenen op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht, kan bij overtreding van een voorschrift dat op grond van artikel 1:81 beboetbaar is met een boete van de derde categorie, de overtreder of, indien de overtreding is begaan door een rechtspersoon, de natuurlijke personen die tot de betrokken gedraging opdracht hebben gegeven of daar feitelijk leiding aan hebben gegeven, de bevoegdheid ontzeggen om bij een financiële onderneming of marktexploitant bepaalde functies uit te oefenen.
2. Een ontzegging als bedoeld in het eerste lid kan, onverminderd het derde lid, worden opgelegd voor de duur van ten hoogste een jaar en eenmaal met ten hoogste een jaar worden verlengd.
3. Een ontzegging om bij een financiële onderneming of marktexploitant een functie als beleidsbepaler of medebeleidsbepaler uit te oefenen kan voor onbepaalde tijd worden opgelegd, indien ten tijde van het plegen van de overtreding nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert het opleggen aan betrokkene van een bestuurlijke sanctie ter zake van eenzelfde overtreding.
G
In artikel 1:102, vierde lid, wordt «een vergunning voor een icbe» vervangen door: een vergunning voor een bewaarder en een vergunning voor een icbe.
H
Na afdeling 2.2.0 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
1. Het is verboden zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning in Nederland het bedrijf van bewaarder uit te oefenen.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op financiële ondernemingen:
a. waaraan voor het uitoefenen van het bedrijf van bank een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 is verleend of waaraan het ingevolge paragraaf 2.2.2.2 is toegestaan in Nederland het bedrijf van bank uit te oefenen, voor zover het ingevolge de vergunning is toegestaan de werkzaamheden bewaarneming en beheer van effecten te verrichten;
b. waaraan voor het uitoefenen van het bedrijf van beleggingsonderneming een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 is verleend of waaraan het ingevolge paragraaf 2.2.12.2 is toegestaan in Nederland beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten, voor zover:
1°. de beleggingsonderneming beschikt over een minimum eigen vermogen als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de richtlijn kapitaalvereisten;
2°. voldoet aan hoofdstuk 1 van deel 3 van de verordening kapitaalvereisten; en
3°. het ingevolge de vergunning is toegestaan de nevendienst bewaring en beheer van financiële instrumenten voor rekening van cliënten, met inbegrip van bewaarneming en daarmee samenhangende diensten zoals contanten- of zekerhedenbeheer te verrichten.
Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden geregeld van artikel 2:3g, eerste lid.
1. De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van bewaarder indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
a. artikel 4:9, eerste lid, met betrekking tot de geschiktheid en vakbekwaamheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen;
c. artikel 4:11, eerste en derde lid, met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
d. artikel 4:13 met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
e. artikel 4:14, eerste en tweede lid, onderdelen a en b, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering; en
f. artikel 3:53, eerste en derde lid, met betrekking tot het minimum eigen vermogen.
2. De aanvraag van de vergunning geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
I
Artikel 2:67, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef vervalt «en, indien van toepassing, de bewaarders die zijn verbonden aan de beleggingsinstellingen die de beheerder van een beleggingsinstelling voornemens is te beheren,».
2. In onderdeel i wordt «artikel 4:37f, eerste lid» vervangen door: artikel 4:62m, eerste lid.
3. In onderdeel j wordt «artikel 4:37f, tweede lid» vervangen door: artikel 4:62m, tweede lid.
4. Onder vernummering van de onderdelen k tot en met m tot l tot en met n, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
k. artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;.
J
Artikel 2:68, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef vervalt «en, indien van toepassing, de daaraan verbonden bewaarder».
2. In onderdeel i wordt «artikel 4:37f, eerste lid» vervangen door: artikel 4:62m, eerste lid.
3. In onderdeel j wordt «artikel 4:37f, tweede lid» vervangen door: artikel 4:62m, tweede lid.
4. Onder verlettering van de onderdelen k tot en met m tot l tot en met n, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
k. artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;.
K
Artikel 2:69c wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
1°. In de aanhef vervalt «en, indien van toepassing, de bewaarders van icbe’s die zijn verbonden aan de icbe’s die de beheerder voornemens is te beheren».
2°. In onderdeel h wordt «artikel 4:43» vervangen door: artikel 4:62m, tweede lid.
3°. In onderdeel k wordt «artikel 4:56» vervangen door: 4:62m, eerste lid.
4°. Onder verlettering van de onderdelen l tot en met q tot m tot en met r, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
l. artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;.
5°. In onderdeel m (nieuw) wordt «artikel 4:57, eerste lid» vervangen door: 4:62o, vierde lid.
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
1°. In de aanhef vervalt «en, indien van toepassing, de daaraan verbonden bewaarder».
2°. In onderdeel h wordt «artikel 4:43» vervangen door: artikel 4:62m, tweede lid.
3°. In onderdeel j wordt «artikel 4:56» vervangen door: artikel 4:62m, eerste lid.
4°. Onder verlettering van de onderdelen k tot en met p tot l tot en met q wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
k. artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;.
5°. In onderdeel l (nieuw) wordt «artikel 4:57» vervangen door: artikel 4:62o, vierde lid.
3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
1°. In de aanhef vervalt «en, indien van toepassing de daaraan verbonden bewaarder».
2°. In onderdeel d wordt «artikel 4:56» vervangen door: artikel 4:62m, eerste lid.
3°. Onder verlettering van de onderdelen e tot en met h tot f tot en met i, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
e. artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;.
4°. In onderdeel f (nieuw) wordt «artikel 4:57» vervangen door: artikel 4:62o, vierde lid.
L
In artikel 2:72, tweede lid, onderdeel a, wordt «de artikelen 23, vijfde lid, en 33, vijfde lid, van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten» vervangen door: artikel 22, tweede lid, van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten.
M
In artikel 3:3 wordt «bewaarders, bewaarders van een icbe» vervangen door: bewaarders.
N
In artikel 3:17, derde lid, wordt «bewaarders met zetel in Nederland, bewaarders met zetel in Nederland van een icbe» vervangen door: bewaarders met zetel in Nederland.
O
Artikel 3:53 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt « een bewaarder met zetel in Nederland, een bewaarder met zetel in Nederland van een icbe» vervangen door: een bewaarder met zetel in Nederland.
2. In het vijfde lid wordt «bewaarder, bewaarder van een icbe» vervangen door: bewaarder
P
In artikel 3:57, zesde lid, wordt «bewaarders met zetel in Nederland en bewaarders met zetel in Nederland van icbe’s» vervangen door: bewaarders met zetel in Nederland.
Q
Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt aan het eind van de volzin «van die beleggingsinstellingen».
2. In het eerste lid, onderdeel d, vervalt «eventueel».
3. In het derde lid wordt «4:10, 4:37e en 4:37g» vervangen door: 4:10 en 4:37e.
R
In de artikelen 4:9, eerste lid, 4:10, eerste lid, en 4:16, derde lid, onderdeel c, wordt «bewaarder, bewaarder van een icbe» vervangen door: bewaarder.
S
In artikel 4:13, eerste en tweede lid, wordt telkens «bewaarder, bewaarder van een icbe» vervangen door: bewaarder.
T
In artikel 4:14, eerste lid, wordt «bewaarder van een beleggingsinstelling, bewaarder van een icbe» vervangen door: bewaarder.
U
Artikel 4:16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onderdeel b, wordt «bewaarders, bewaarders van icbe’s» vervangen door: bewaarders.
2. In het derde lid, onderdeel c, wordt «bewaarder, bewaarder van een icbe» vervangen door: bewaarder.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het ingevolge dit artikel bepaalde is niet van toepassing op het uitbesteden van werkzaamheden door een bewaarder aan centrale effectenbewaarinstellingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder 1, van de verordening centrale effectenbewaarinstellingen en centrale effectenbewaarinstellingen met zetel in een staat die geen lidstaat is als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder 2.
V
De artikelen 4:37f tot en met 4:37i vervallen.
W
In artikel 4:37p, eerste lid, vervalt «de bewaarder,».
X
In de artikelen 4:38, eerste lid, en 4:48, eerste lid, wordt «bewaarders van icbe’s» vervangen door: bewaarders.
Y
De artikelen 4:43, 4:57 tot en met 4:57b vervallen.
Z
In de artikelen 4:49, tweede lid, onderdeel b, en 4:50, eerste lid, onderdeel d, wordt «bewaarder van een icbe» vervangen door: bewaarder.
AA
In de artikelen 4:51, eerste en derde lid, en 4:52, eerste lid, wordt «, icbe of bewaarder van een icbe» vervangen door: of icbe.
AB
Artikel 4:56 vervalt.
AC
Na paragraaf 4.3.1.4d wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Deze paragraaf is niet van toepassing op:
a. beheerders van een icbe met zetel in een andere lidstaat die geen icbe’s met zetel in Nederland beheren, icbe’s met zetel in een andere lidstaat en de aan die icbe’s verbonden bewaarders;
b. beheerders van een beleggingsinstelling met zetel in een andere lidstaat die geen beleggingsinstellingen met zetel in Nederland beheren, beleggingsinstellingen met zetel in een andere lidstaat en de eventueel aan die beleggingsinstellingen verbonden bewaarders;
c. beheerders van beleggingsinstellingen met zetel in een aangewezen staat die geen beleggingsinstellingen met zetel in Nederland beheren, en beleggingsinstellingen met zetel in een aangewezen staat en de aan die beleggingsinstellingen verbonden bewaarders.
1. Een beheerder van een beleggingsinstelling of beheerder van een icbe treft maatregelen opdat de activa van een door hem beheerde beleggingsinstelling of icbe ten behoeve van de deelnemers worden bewaard door een onafhankelijke bewaarder.
2. De beheerder gaat met de bewaarder mede ten behoeve van de beleggingsinstelling of icbe en de deelnemers een schriftelijke overeenkomst inzake bewaring aan.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de onafhankelijkheid van de bewaarder, bedoeld in het eerste lid.
4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de taken van de bewaarder en de inhoud van de tussen de beheerder en de bewaarder te sluiten overeenkomst.
Een beheerder van een beleggingsinstelling of een beheerder van een icbe stelt als bewaarder aan:
a. een rechtspersoon met een vergunning op grond van artikel 2:3g;
b. een bank met zetel in een lidstaat en met een vergunning als bedoeld in artikel 8 van de richtlijn kapitaalvereisten;
c. een beleggingsonderneming met zetel in een lidstaat en met een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de richtlijn markten voor financiële instrumenten en die voldoet aan artikel 2:3g, tweede lid, onderdeel b; of
d. een bij ministeriële regeling van artikel 2:3g, eerste lid, vrijgestelde bewaarder.
1. Een Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling stelt als bewaarder van een Europese beleggingsinstelling slechts aan een bewaarder die is gevestigd in de lidstaat van herkomst van de beleggingsinstelling.
2. Een Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling stelt als bewaarder van een niet-Europese beleggingsinstelling slechts aan een bewaarder die is gevestigd:
a. in de staat waarin de beleggingsinstelling gevestigd is; of
b. in de lidstaat van herkomst van de beheerder.
3. Als bewaarder van een belegginginstelling als bedoeld in het tweede lid, aanhef, kan, in afwijking van artikel 4:62n, een entiteit optreden van dezelfde aard als de financiële ondernemingen, bedoeld in artikel 4:62n, eerste lid, onderdeel b of c, indien deze entiteit is onderworpen aan effectieve prudentiële regelgeving en toezicht dat dezelfde strekking heeft als bedoeld in artikel 4:62n, eerste lid, onderdelen b en c, en dat daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
4. Een beheerder van een icbe stelt als bewaarder slechts aan een bewaarder die is gevestigd in de lidstaat van herkomst van de icbe.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het derde lid.
1. Een bewaarder is jegens de Nederlandse beleggingsinstelling of de icbe aansprakelijk voor verlies van een in bewaring genomen financieel instrument.
2. In geval van verlies van een in bewaring genomen financieel instrument geeft de bewaarder onverwijld een financieel instrument van hetzelfde type of het overeenkomstige bedrag terug aan de beleggingsinstelling of icbe.
3. De bewaarder kan zijn aansprakelijkheid voor verlies van de in bewaring gegeven financiële instrumenten jegens de beleggingsinstelling respectievelijk icbe niet beperken of uitsluiten.
4. De bewaarder is aansprakelijk voor andere verliezen dan het verlies van een financieel instrument als bedoeld in het eerste lid jegens de beleggingsinstelling respectievelijk icbe indien hij door opzet of nalatigheid niet voldoet aan het ingevolge deze wet bepaalde.
5. Bedingen in een overeenkomst in strijd met het eerste, tweede of vierde lid zijn nietig.
6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de voorwaarden waaronder en de omstandigheden waarin in bewaring genomen financiële instrumenten als verloren worden beschouwd voor de toepassing van dit artikel.
1. In afwijking van artikel 4:62p kan een bewaarder van een Nederlandse beleggingsinstelling indien hij werkzaamheden uitbesteedt als bedoeld in artikel 4:16, zijn aansprakelijkheid voor verlies van de in bewaring gegeven financiële instrumenten jegens de beleggingsinstelling of de deelnemers uitsluiten indien:
a. hij een schriftelijke overeenkomst met de derde die de uitbestede werkzaamheden verricht, heeft gesloten waarin zijn aansprakelijkheid voor tekortkomingen van de derde wordt uitgesloten en op grond waarvan de beleggingsinstelling, de deelnemer of de bewaarder namens hen, op dezelfde voet als waarin oorspronkelijk de bewaarder kon worden aangesproken, de derde kan aanspreken wegens schade door dat verlies; en
b. hij een schriftelijke overeenkomst met de beleggingsinstelling of de beheerder heeft gesloten waarin deze instemt met de uitsluiting van de aansprakelijkheid van de bewaarder, waarin een objectieve reden voor die uitsluiting is opgenomen en, indien van toepassing, op grond waarvan hij namens de beleggingsinstelling of de deelnemers de derde voor de schade kan aanspreken.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de aansprakelijkheid van de bewaarder voor verlies van in bewaring gegeven financiële instrumenten indien op grond van wetgeving van een staat die geen lidstaat is bepaalde financiële instrumenten door een entiteit in die staat in bewaring moeten worden genomen.
1. De bewaarder van een Nederlandse beleggingsinstelling of de bewaarder van een icbe verstrekt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan de Autoriteit Financiële Markten een jaarrekening, een bestuursverslag en overige gegevens als bedoeld in de artikelen 361, eerste lid, 391, eerste lid, onderscheidenlijk 392, eerste lid, onderdelen a tot en met h, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
2. De bewaarder stelt de jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens, bedoeld in het eerste lid, op overeenkomstig internationale jaarrekeningstandaarden of Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van artikel 396, zevende lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover het de vrijstelling van de verplichting, bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, betreft.
3. De bewaarder maakt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening en het bestuursverslag openbaar.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de verstrekking en de inhoud van de jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens, bedoeld in het eerste lid.
5. Onverminderd het bepaalde in Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek kan de Autoriteit Financiële Markten op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het eerste tot en met derde lid of het op grond van het vierde lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.
1. Een bewaarder handelt eerlijk, billijk, professioneel en in het belang van de beleggingsinstelling of icbe en haar deelnemers.
2. Een bewaarder verricht geen activiteiten die kunnen leiden tot belangenconflicten tussen hem en de beheerder, de belegginginstelling, de icbe, de deelnemers in de beleggingsinstelling of de deelnemers in de icbe, tenzij de bewaarder zijn bewaartaken functioneel en hiërarchisch gescheiden heeft van zijn andere, mogelijkerwijs, conflicterende taken, en de potentiële belangenconflicten naar behoren zijn geïdentificeerd, beheerd, gecontroleerd en medegedeeld aan de deelnemers in de desbetreffende beleggingsinstelling of icbe.
1. De bewaarder van een icbe verstrekt aan de beheerder periodiek een overzicht van alle activa van de icbe.
2. De bewaarder houdt alle gegevens van door hem verrichte diensten en transacties bij die de Autoriteit Financiële Markten redelijkerwijs nodig heeft ten behoeve van het toezicht op de naleving van het ingevolge deze wet bepaalde door de bewaarder.
1. De bewaarder van een beleggingsinstelling mag de bij hem in bewaring gegeven activa niet hergebruiken tenzij de beheerder van de beleggingsinstelling vooraf uitdrukkelijk zijn toestemming heeft verleend.
2. De bewaarder van een icbe hergebruikt de bij hem in bewaring gegeven activa niet voor eigen rekening.
3. Onder hergebruik als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt verstaan elke transactie met betrekking tot de in bewaring gegeven activa, met inbegrip van overdragen, als zekerheid verstrekken, verkopen of uitlenen.
4. De bewaarder van een icbe mag de activa hergebruiken indien:
a. het hergebruik voor rekening van de icbe is;
b. de bewaarder de instructies van de beheerder voor rekening van icbe uitvoert;
c. het hergebruik ten goede komt aan de icbe en in het belang is van de deelnemers; en
d. de transactie wordt gedekt door een liquide zekerheid van hoge kwaliteit die door de icbe wordt ontvangen door overdracht onder bijzondere titel.
5. De marktwaarde van de zekerheid, bedoeld in het vierde lid, onderdeel d, bedraagt ten minste de marktwaarde van de hergebruikte activa vermeerderd met een toeslag.
1. De bewaarder van een master-icbe meldt aan de Autoriteit Financiële Markten, de feeder-icbe of, indien van toepassing, de beheerder en bewaarder van de feeder-icbe onregelmatigheden waarvan zij bij de uitvoering van haar werkzaamheden ten aanzien van de master-icbe kennis heeft gekregen en die geacht worden een negatief effect op feeder-icbe te zullen hebben.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de onregelmatigheden, bedoeld in het eerste lid.
1. Indien een master-icbe en een feeder-icbe verschillende bewaarders hebben, sluiten de bewaarders een overeenkomst tot uitwisseling van informatie.
2. Een feeder-icbe verstrekt aan haar bewaarder alle informatie over de master-icbe die de bewaarder nodig heeft voor de uitvoering van haar taken.
3. Een bewaarder als bedoeld in het eerste lid is niet aansprakelijk voor een beperking van informatieverstrekking aan de andere bewaarder vanwege een contractuele beperking die voortvloeit uit een overeenkomst met derden of ingevolge de wet is bepaald.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid.
AD
Artikel 5:45, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste volzin wordt «bewaarder of de bewaarder van de icbe» vervangen door: bewaarder.
2. De tweede volzin komt te luiden:
De rechtspersoon die de juridische eigendom van een beleggingsfonds of een fonds voor collectieve belegging in effecten houdt, wordt geacht niet te beschikken over de aandelen of stemmen.
AE
De bijlage bij artikel 1:79 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen wordt in de numerieke volgorde ingevoegd:
2:3g, eerste lid.
2. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen vervallen de volgende artikelen:
4:37f, eerste en tweede lid
4:37g
4:37h, eerste lid
4:37i
4:43, eerste en tweede lid
4:56, eerste lid
4:57
4:57a, eerste en tweede lid
4:57b, eerste, tweede en vierde lid
3. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen worden in de numerieke volgorde de volgende artikelen ingevoegd:
4:62m, eerste en tweede lid
4:62n
4:62o, eerste tot en met vierde lid
4:62q, eerste lid
4:62r, eerste tot en met derde lid
4:62s, eerste en tweede lid
4:62t, eerste en tweede lid
4:62u, eerste, tweede en vierde lid
4:62v, eerste lid
4:62w, eerste en tweede lid
AF
De bijlage bij artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen wordt in de numerieke volgorde ingevoegd:
2:3g, eerste lid.
2. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen vervallen de volgende artikelen:
4:37f, eerste en tweede lid
4:37g
4:37h, eerste lid
4:37i
4:43, eerste en tweede lid
4:56, eerste lid
4:57
4:57a, eerste en tweede lid
4:57b, eerste, tweede en vierde lid
3. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen worden in de numerieke volgorde ingevoegd:
4:62m, eerste en tweede lid
4:62n
4:62o, eerste tot en met vierde lid
4:62q, eerste lid
4:62r, eerste tot en met derde lid
4:62s, eerste en tweede lid
4:62t, eerste en tweede lid
4:62u, eerste, tweede en vierde lid
4:62v, eerste lid
4:62w, eerste en tweede lid
De Wet bekostiging financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
Bijlage 1, onderdeel «Toezichthouder: AFM» wordt als volgt gewijzigd:
1. In de categorie «Wft.A1: aanvraag vergunning» wordt voor de eenmalige toezichthandeling met code Wft.A1.01 de volgende eenmalige toezichthandeling ingevoegd:
Wft.A1.00 |
De behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 2:3g, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht voor het uitoefenen van het bedrijf van bewaarder |
€ 5.500 |
2. In de categorie «Wft.A2: aanvraag wijziging vergunning» wordt voor de eenmalige toezichthandeling met code Wft.A2.01 de volgende eenmalige toezichthandeling ingevoegd:
Wft.A2.00 |
De behandeling van een aanvraag om wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 2:3g, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht voor het uitoefenen van het bedrijf van bewaarder |
€ 2.700 |
3. In de beschrijving van de eenmalige toezichthandeling Wft.A7.03 wordt voor «Wft.A1.02,» ingevoegd: Wft.A1.00.
4. Aan de beschrijving van de eenmalige toezichthandeling Wft.A8.03 wordt voor «een aanbieder van krediet als bedoeld in artikel 2:60,» toegevoegd: een persoon die het bedrijf van bewaarder uitoefent als bedoeld in artikel 2:3g.
B
Bijlage II, onderdeel «Toezichthouder: Autoriteit Financiële Markten», categorie «Beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s alsmede aanbieders van beleggingsobjecten alsmede beleggingsondernemingen niet voor eigen rekening (exclusief exploitanten van een MTF)» wordt als volgt gewijzigd:
1. De tekst in de kolom «Toezichtcategorie» komt te luiden:
Beheerders van beleggingsinstellingen en van icbe’s alsmede bewaarders alsmede aanbieders van beleggingsobjecten alsmede beleggingsondernemingen niet voor eigen rekening (exclusief exploitanten van een MTF).
2. In de tekst in de kolom «Personen» wordt onder verlettering van de onderdelen a tot en met e tot onderdelen b tot en met f een onderdeel ingevoegd, luidende:
a. Bewaarders waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:3g Wft.
3. In de kolom «Wetsverwijzing» wordt in de numerieke volgorde ingevoegd:
artikel 2:3g Wft.
4. In de tekst in de kolom «Maatstaf» wordt onder «a.» als eerste gedachtestreepje ingevoegd:
– het op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2:3g Wft uitoefenen van het bedrijf van bewaarder;
C
Bijlage II, onderdeel «Toezichthouder: De Nederlandsche bank», categorie «Beheerders van beleggingsinstellingen en van icbe’s alsmede beleggingsondernemingen» wordt als volgt gewijzigd:
1. De tekst in de kolom «Toezichtcategorie» komt te luiden:
Beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s alsmede bewaarders alsmede beleggingsondernemingen.
2. In de tekst in de kolom «Personen» wordt onder verlettering van de onderdelen a, b en c tot b, c en d een onderdeel ingevoegd, luidende:
a. Bewaarders waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:3g Wft.
3. In de kolom «Wetsverwijzing» wordt in de numerieke volgorde ingevoegd:
artikel 2:3g Wft.
4. In de tekst in de kolom «Maatstaf» wordt bovenaan ingevoegd:
Voor bewaarders (personen a): een vast bedrag. Voor beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s alsmede beleggingsondernemingen (personen b, c en d):.
De Wet op de Economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet op het financieel toezicht in de numerieke volgorde ingevoegd: 2:3g, eerste lid.
Tot en met 17 maart 2018 is artikel 2:3g niet van toepassing op bewaarders die voor 18 maart 2016 zijn aangesteld door een beheerder van een beleggingsinstelling of icbe.
A
Indien het bij koninklijke boodschap van 4 mei 2015 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2016) (Kamerstukken 34 198) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel I, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel K, van deze wet, wordt in artikel I, onderdeel K, van deze wet «Artikel 2:69c» vervangen door: Artikel 2:69d.
B
Indien artikel I, onderdeel A, onder 3, van de Wet toezicht kredietunies later in werking treedt dan artikel I, onderdeel A, onder 3, van deze wet:
a. komt artikel I, onderdeel A, onder 3, van deze wet te luiden:
3. Onderdeel i vervalt onder verlettering van de onderdelen j tot en met r tot onderdelen i tot en met q;
en
b. komt artikel I, onderdeel A, onder 3, van de Wet toezicht kredietunies te luiden:
3. In de definitie van «financiële onderneming» wordt, onder verlettering van de onderdelen n tot en met q tot onderdelen o tot en met r, na onderdeel m een onderdeel ingevoegd, luidende:
n. een kredietunie.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,