Ontvangen 22 maart 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, wordt in het voorgestelde tweede lid na «9, eerste lid,« ingevoegd: 15, vijfde lid,.
II
Onderdeel B van artikel II wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «vijfde en zesde lid» vervangen door «zesde en zevende lid» en wordt «twee leden» vervangen door: drie leden.
2. Na het voorgestelde vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
5. Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in dit hoofdstuk binnen vier weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. Burgemeester en wethouders kunnen deze termijn eenmaal verlengen met ten hoogste drie weken.
In het voorliggende wetsvoorstel worden voor de afgifte van de huisvestingsvergunning termijnen gehanteerd, die ook elders in het bestuursrecht gebruikt worden. Daardoor moet er binnen acht weken een besluit op de aanvraag genomen worden, een periode die éénmaal met zes weken verlengd kan worden.
Deze termijnen zijn onwenselijk en onnodig lang, waardoor onnodige onzekerheid voor de huurder dreigt en leegstand voor de verhuurder. Om deze onwenselijke situatie te voorkomen worden de maximale termijnen in dit amendement gehalveerd.
Uiteraard is het wenselijk dat gemeenten in de praktijk zo snel mogelijk tot een beslissing komen, dat is idealiter ruim binnen deze maximumtermijnen.
Albert de Vries Van der Linde