Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is aanvullende maatregelen te treffen in het Wetboek van Strafrecht, teneinde de mogelijkheden tot bestrijding van het verwerven en het voorhanden hebben van uit misdrijf afkomstige voorwerpen te verbeteren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 43b, onder 1°, wordt «420bis en 420ter» vervangen door: 420bis, 420bis.1 en 420ter.
B
Na artikel 420bis wordt een artikel ingevoegd, luidende:
C
Na artikel 420quater wordt een artikel ingevoegd, luidende:
D
In artikel 420quinquies wordt «de artikelen 420bis tot en met 420quater» vervangen door: de artikelen 420bis tot en met 420quater.1.
In artikel 67, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering, wordt «en 420quater van het Wetboek van Strafrecht» vervangen door: , 420bis.1, 420quater en 420quater.1 van het Wetboek van Strafrecht.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Veiligheid en Justitie,