Kamerstuk 34272-8

Amendement van het lid Jasper van Dijk dat regelt dat elke individuele, migrerende beroepsbeoefenaar in een aantal beroepen waarvoor een automatische erkenning geldt, wordt gecontroleerd op de talenkennis die voor de uitoefening van het desbetreffende gereglementeerde beroep is vereist

Dossier: Wijziging van onder meer de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties in verband met de implementatie van Richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt (“de IMI-verordening”)


32,0 %
68,0 %

Klein

D66

Van Vliet

CU

Houwers

SP

50PLUS

CDA

VVD

GL

SGP

GrKÖ

GrBvK

PVV

PvdD

PvdA


Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK

Ontvangen 14 oktober 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In hoofdstuk 1, artikel 1, onderdeel U, wordt artikel 31 als volgt gewijzigd:

1. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Onze Minister die het aangaat controleert de talenkennis, bedoeld in het eerste lid, bij de gereglementeerde beroepen van arts, apotheker, tandarts, verloskundige en verpleegkundige, waarvoor een automatische erkenning geldt als bedoeld in titel III, hoofdstuk III, van de richtlijn.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt voor «gereglementeerde beroepen» ingevoegd: andere.

Toelichting

Dit amendement regelt dat elke individuele, migrerende beroepsbeoefenaar in de beroepen van arts, apotheker, tandarts, verloskundige en verpleegkundige, waarvoor een automatische erkenning geldt als bedoeld in titel III, hoofdstuk III, van de richtlijn, wordt gecontroleerd op de talenkennis die voor de uitoefening van het desbetreffende gereglementeerde beroep is vereist.

Een migrerende beroepsbeoefenaar die erkenning van beroepskwalificaties heeft verkregen respectievelijk is toegelaten als dienstverrichter, of die een Europese beroepskaart heeft verkregen met het oog op beroepsuitoefening in Nederland, dient te beschikken over de talenkennis die voor de uitoefening van het desbetreffende gereglementeerde beroep is vereist. Een lidstaat kan in een aantal gevallen de talenkennis van de migrerende beroepsbeoefenaar controleren. Het voorliggende wetsvoorstel beoogt dat deze controles systematisch en in gestandaardiseerde vorm kunnen plaatsvinden. De indiener is van mening dat deze bepaling te vrijblijvend is voor zover het gaat om de gereglementeerde beroepen arts, apotheker, tandarts, verloskundige en verpleegkundige. Een veilige zorg dient te allen tijde prioriteit te hebben. Voorkomen moet worden dat professionals die de taal niet machtig zijn zonder enige controle aan de slag kunnen.

Jasper van Dijk