Ontvangen 12 januari 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel T, wordt in artikel 7.1a na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. De aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst die op grond van het eerste lid een compensatie verschuldigd is en die bij de levering van de openbare elektronische communicatiedienst waarop de compensatie betrekking heeft gebruik maakt van het netwerk van een andere aanbieder kan, voor zover de onderbreking van de openbare elektronische communicatiedienst het gevolg is van een storing in het netwerk van die andere aanbieder, de verschuldigde compensatie op die aanbieder verhalen.
In de telecommarkt zijn vele Mobile Virtual Network Operators (MVNO) actief. Zij bieden hun diensten aan via het netwerk van andere bedrijven. Daarmee zorgen zij voor concurrentie op de markt en meer keuzevrijheid voor de consument. Logischerwijs gaat de compensatieplicht ook voor deze MVNO’s gelden. Echter in veel contracten met groothandelsafnemers wordt een dergelijke compensatie voor storingen in het netwerk uitgesloten. Deze MVNO’s zijn veelal niet in de onderhandelingspositie om deze contractuele bepalingen aan te passen, waardoor de merkwaardige situatie ontstaat dat de MVNO’s opdraaien voor verstoringen die buiten hun schuld om optreden in de van derden ingekochte infrastructuur of dienstverlening. Zodoende kan de compensatieplicht er onbedoeld toe leiden dat de marktwerking wordt beperkt en de juridisering wordt vergroot. Middels dit amendement wordt het veroorzakersprincipe wettelijk vastgelegd. Dit veroorzakersprincipe regelt dat, als het storingsprobleem door die derde en/of in haar deel van het netwerk veroorzaakt wordt, die derde ook de compensatie voldoet.
Klever