Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2015
Op 28 juli 2015 heeft de waarnemend voorzitter van de Tweede Kamer het voorstel van wet van het lid Klein tot wijziging van de Kieswet ten behoeve van het elektronisch kunnen inleveren van kandidatenlijsten of daarmee samenhangende bescheiden (hierna: het initiatiefwetsvoorstel) ter advisering aan de Afdeling advisering van de Raad van State voorgelegd.
De Afdeling heeft dit voorstel ter hand genomen. Inmiddels is gebleken dat het voor de beoordeling van de uitvoeringsaspecten van het wetsvoorstel wenselijk is te kunnen beschikken over een advies van de Kiesraad. Omdat een advies er mogelijk toe kan leiden dat de initiatiefnemer het wetsvoorstel wil aanpassen, acht de Afdeling het wenselijk dat de initiatiefnemer op dit punt zelf advies vraagt aan de Kiesraad en dit advies vervolgens met een eventuele reactie aan de Afdeling doet toekomen. Mocht de initiatiefnemer hier geen aanleiding toe zien, dan zou de Afdeling op grond van artikel 23 van de Wet op de Raad van State de Kiesraad als deskundige kunnen horen ter voorbereiding van haar advies.
De Afdeling wijst erop dat bij voorstellen die door de regering worden voorgelegd met betrekking tot de Kieswet de Kiesraad hierover adviseert alvorens het voorstel aan de Afdeling wordt voorgelegd. De Raad van State adviseert in laatste instantie over wetsvoorstellen zoals die in de Staten-Generaal worden behandeld en moet daartoe over alle adviezen en de reactie daarop beschikken. De Afdeling zou ook in dit geval deze werkwijze willen volgen.
Ik verzoek u om hierover met de initiatiefnemer van gedachten te wisselen en mij te berichten of hij het initiatiefwetsvoorstel wil voorleggen aan de Kiesraad.
De Vice-President van de Afdeling advisering van de Raad van State, J.P.H. Donner