ALGEMEEN DEEL
Doel
De initiatiefnemer beoogt met dit wetsvoorstel het mogelijk te maken om officiële documenten en verklaringen in het kader van de Kieswet via digitale identiteit te kunnen opmaken.
Achtergrond
De vrijheid van vereniging is vastgelegd in art 8 van de Grondwet. De Kieswet stelt geen eisen aan de oprichting van een politieke partij. Ons parlementair stelsel is gebaseerd op deze vrijheid van vereniging en een open democratie waarin iedereen de gelijke kans moet hebben om aan dat parlementair stelsel deel te kunnen nemen. Als een partij echter met een geregistreerde aanduiding mee wil doen aan verkiezingen, dan is een van de vereisten dat het een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid.
De door de overheid gecontroleerde deelname aan verkiezingen wordt voor een nieuwe partij verder bepaald door als voorwaarden te stellen: het storten van een waarborgsom en het overleggen van ondersteuningsverklaringen. Ondersteuningsverklaringen zijn verklaringen van personen die deelname van de partij aan de verkiezing van draagvlak voorzien.
De initiatiefnemer stelt het principe dat er draagvlak moet zijn voor een nieuwe partij1 door middel van ondersteuningsverklaringen niet ter discussie. Lichtzinnige kandidaatstelling komt democratie niet ten goede.
Maar evenzeer komt het democratie niet ten goede om voor nieuwe en bestaande partijen louter bureaucratische hordes op te werpen.
Voor een volledige kandidaatstelling moeten ook ondertekende formulieren worden ingeleverd voor het gebruik van de aanduiding boven de kandidatenlijst, de kandidatenlijst zelf en de verklaring door de kandidaten dat zij instemmen met de kandidaatstelling. Alle kandidaten moeten ook een kopie van hun paspoort verstrekken. Tenslotte zijn er ook formulieren voor het desgewenst aangaan van een samenvoeging van aanduidingen boven een lijst of voor een lijstencombinatie. De gemachtigde van de politieke groepering levert alle stapels papieren op de dag van kandidaatstelling persoonlijk in bij een centraal stembureau.
Digitale ontwikkelingen
Op de gemeentekantoren houden ambtenaren bij burgerzaken zich dagelijks met veel uiteenlopende onderwerpen bezig, zoals vergunningen aanvragen en afgifte van paspoorten, maar zelden met de Kieswet aangelegenheden. De actuele kennis van handelingen in het kader van de Kieswet is ook beperkt nodig en gemeenten moeten de keuze maken om de kennis van ambtenaren hiervoor bij te spijkeren of te scholen voor onderwerpen die frequent aan de orde zijn.
Het huidige logistieke proces is gebaseerd op papier en het gaat om een groot aantal documenten. Voor alle kieskringen zijn al gauw honderden formulieren vereist. Alle papieren formulieren worden verzameld op één centraal punt om door de gemachtigde van de politieke partij te worden ingeleverd op de dag van kandidaatstelling. Formulieren en eventuele bijlagen worden vaak per post aan de gemachtigde aangeleverd. Dit ging tot voor kort goed, maar ook in de postbezorging is het nodige veranderd. Bezorging is niet meer dagelijks en gegarandeerd op de volgende dag, bezorging op maandag is zelfs afgeschaft. De dag van kandidaatstelling voor de provinciale staten verkiezing in 2015 was op maandag 2 februari.
Sedert 1989, het jaar waarin de huidige Kieswet in werking is getreden, zijn de digitale mogelijkheden inmiddels revolutionair veranderd. De techniek om via internet informatie te koppelen en uit te wisselen is ontstaan, verfijnt en klantvriendelijk geworden. In ons dagelijkse leven zijn we ook digitaal verbonden met onze overheid als deze gegevens vraagt aan de burger of de burger gegevens vraagt van de overheid. Dit kan doordat wij via DigiD bewijzen wie we zijn. Het is de normaalste zaak van de wereld.
DigiD is op 1 januari 2005 gelanceerd als eenvoudig en laagdrempelig authenticatiesysteem voor overheidsorganisaties. Ook private organisaties met een publieke taak maken er gebruik van. In 2014 hadden 11,5 miljoen mensen een inlogcode voor DigiD en is er 110 miljoen keer ingelogd via DigiD. De werkingszekerheid van DigiD is hoog. Er is ook steeds meer mogelijk: belastingaangifte doen, toeslagen aanvragen, pensioenoverzicht opvragen en zaken doen met UWV. Daarnaast zijn steeds meer overheidsdiensten, maar bijvoorbeeld ook zorgverzekeraars, te benaderen via DigiD en om nieuwe toepassingen mogelijk te maken wordt E-ID ontwikkeld.
De regering zet duidelijke stappen naar een volledig digitale rijksoverheid in 2017. Deze kabinetsdoelstelling werd in 2013 geformuleerd door Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: «De Digitale Overheid 2017 is een missie van de hele overheid».2
Verbreding dienstverlening
In de lijn van deze digitale ontwikkeling is het wenselijk om het digitaliseringsproces te verbreden tot alle formulieren die door de Kiesraad ter beschikking worden gesteld. De Kiesraad doet dit nu via «Ondersteunende Software Verkiezingen» (OSV). Dit zijn formulieren die vrijwel geheel als digitaal bestand zijn in te vullen, maar deze moeten vervolgens worden geprint voor het zetten van een handtekening met naam (de authenticatie) en in geval van de ondersteuningsverklaring ook de inktstempel/handtekening van de gemeente. De Kiesraad heeft de mogelijkheid om centrale hosting van alle formulieren te blijven ondersteunen.
Verbreding van het digitaliseringsproces houdt in dat voor al deze formulieren de gemachtigde van een politieke partij, de kiezer-ondersteuner en de kandidaat zich op één centrale plaats online kan melden en daar de handeling wettig kan afronden. Hij kan dat doen door zich via DigiD bekend te maken (of populair gezegd, kan inloggen met DigiD). DigiD vervangt het overleggen van een kopie van een paspoort daar waar dit in de Kieswet nu nog wordt verlangd. Logius, die namens de overheid DigiD beheert en uitvoert, heeft aangegeven dat dit proces voor dit doel relatief simpel tegen lage kosten is te organiseren en ziet daarbij geen onoverkomelijke technische problemen.
Ondersteuningsverklaringen
Kandidaatstelling vindt plaats buiten de kiezer om. Alleen kandidaten en de kandidaat-stellende partijen zijn bij de deelname aan de voorbereidingen betrokken. De enige uitzondering in de procedure om de kiezer bij de voorbereidingen te betrekken is via het afgeven van een ondersteuningsverklaring (geldt alleen voor nieuwe partijen). Iedere kiezer kan een schriftelijke verklaring afgeven dat hij de deelname van de betreffende partij aan de verkiezing ondersteunt.
De regeling voor de ondersteuningsverklaringen is in de loop van de tijd veel stringenter geworden. «Van een regeling die oorspronkelijk bestond uit het laten ondertekenen van de kandidatenlijst door de kiezers thuis of in de publieke ruimte werd het een regeling waarbij de kiezers op de secretarie van de gemeente een ondersteuningsverklaring moeten ondertekenen. Een regeling waarvan de uitvoering eerst geheel in handen van de politieke partijen lag, is nu onder toezicht van de overheid gebracht».3
Bij wijziging van de Kieswet in 1989 werden de ondersteuningsverklaringen gesteld op 10 per kieskring, hetgeen tevens van toepassing was voor de zittende partijen. In 1997 werd het aantal ondersteuningsverklaringen, eveneens voor alle partijen verhoogd tot 30.4 De bureaucratische ervaring met dit hoge aantal ondersteuningsverklaringen leidde twee jaar later in 1999 al tot afschaffing van deze verplichting voor de zittende partijen. Deze politieke partijen ervoeren de regeling als onnodig belastend en het viel hen bovendien niet mee de benodigde ondersteuningsverklaringen bijeen te krijgen.
«Een groot aantal zittend groeperingen heeft zich verbaasd over de inspanningen die men moest doen om aan het vereiste aantal verklaringen te komen. Deze inspanningen waren niet zozeer nodig omdat een maatschappelijk draagvlak zou ontbreken, maar vanwege het gebrek aan bereidwilligheid van sympathisanten om een bezoek aan het gemeentehuis te brengen en aldaar de ondersteuningsverklaringen af te leggen.»5
Die bereidwilligheid is tegenwoordig nog meer onder druk komen te staan. Gemeenten hebben door gemeentelijke herindelingen en uit efficiency en bezuinigingsoverwegingen het aantal gemeentekantoren beperkt.6 Tevens wordt door gemeenten in toenemende mate gebruik gemaakt van de verplichting om voorafgaand een afspraak te maken voor een handeling op het gemeentekantoor. Enerzijds zijn er dus minder loketten ter beschikking en anderzijds zijn deze ook moeilijker te bereiken. Anderzijds zijn gemeenten steeds actiever met het digitaal toegankelijk maken en houden van gemeentelijke producten en diensten via het internet door middel van een website.
Voorstel
In dit initiatief wetsvoorstel wordt ervan uitgegaan dat de Kieswet formulieren digitaal beschikbaar zijn (bij de Kiesraad). Dit geldt voor alle verkiezingen. Door met DigiD in te loggen kan de gemachtigde van de politieke partij de kandidatenlijst (model H1) invullen en de machtiging voor het gebruik van de naam van de politieke boven de kandidatenlijst (model H3–1) en/of eventueel een gecombineerde naam boven een kandidatenlijst (model H3–2) of een lijstencombinatie (model I10) verlenen. Tevens worden de basisgegevens ingevuld voor de formulieren H4 en H9.
De kandidaat kan door middel van DigiD inloggen en een instemmingsverklaring afgeven voor zijn plaats op de kieslijst (kandidatenlijst H9). De kiezer-ondersteuner logt in met DigiD en plaatst daarmee zijn naam en digitale handtekening onder de gewenste kandidatenlijst (ondersteuningsverklaring H4). Tijdens dit proces wordt tevens gecheckt of de kandidaat passief kiesrecht heeft en de ondersteuner kiesgerechtigd is voor de desbetreffende verkiezing. Uiteraard heeft de gemachtigde gedurende het proces volledig inzage in het verloop van de verklaringen en afgegeven ondersteuningen. Immers is de gemachtigde vanuit de politieke partij hiervoor verantwoordelijk en dient indien vereist de nodige coördinerende handelingen te kunnen verrichten.
De gemachtigde kan op de dag van kandidaatstelling alle formulieren, na ingelogd te zijn met DigiD met één druk op de knop inleveren. Dit hoeft niet meer in persoon te gebeuren. Afhankelijk van het soort verkiezing wordt dit geacht te zijn gedaan bij het juiste en desbetreffende stembureau. Op eenvoudige wijze kan de omgeving zodanig worden ingericht dat de respondenten via automatisch gegenereerde berichten bevestiging krijgen van de verrichte handelingen.
Tenslotte kunnen de desbetreffende centrale/hoofd stembureaus de bevestigde formulieren downloaden en op juistheid en volledigheid controleren. Voor landelijke verkiezingen ligt deze bevoegdheid bij de Kiesraad zelf. Indien nodig kan een verzuimproces in gang worden gezet. Het behoeft niet veel fantasie om te zien dat deze stembureaus daarmee ook beschikken over een digitale versie van gegevens die makkelijk in eigen software kan worden opgenomen, hetgeen de kans op fouten ook verkleint.
De toegankelijkheid voor de verkiezingen wordt hiermee positief verbeterd. Niet door het verlagen van waarborgen, maar wel door het wegnemen van oude analoge drempels, zoals thans voor veel processen in de maatschappij. De transparantie wordt verbeterd via een portal, waarbij de status van het proces op eenvoudige wijze kan worden gedeeld met de betrokkenen (bijvoorbeeld automatische ontvangstbevestiging) en de integriteit wordt verhoogd door gebruik te maken van DigiD.
Onder de huidige Kieswet is het risico van ronselen van ondersteuningsverklaringen niet geheel uitgesloten ondanks de verplichte gang naar het gemeentehuis. Het ronselen van DigiD codes lijkt de initiatiefnemer uitgesloten omdat met de DigiD code de verkrijger ook toegang krijgt tot andere persoonlijke domeinen.
Papier blijft mogelijk
Het digitale proces wordt weliswaar leidend, maar het moet mogelijk blijven om formulieren desgewenst ingevuld uit te printen en in te dienen. De ondersteuningsverklaring kan dan alsnog via de weg van het gemeentehuis worden afgelegd en de gemachtigde kan in persoon ook aanvullende of ontbrekende documenten op papier bij het bevoegde stembureau inleveren. De initiatiefnemer beseft dat deze mogelijkheid moet blijven bestaan om kiezers die om welke reden dan ook niet kunnen of willen deelnemen aan het digitale proces, niet uit te sluiten van dit democratische recht. Door het gebruik van papier optioneel toe te staan kunnen ook kiezers en kandidaten zonder toegang tot het internet blijven deelnemen aan het verkiezingsproces. Hoe dat (in de toekomst) zal gaan kan in een evaluatie na een verkiezingscyclus van 4 jaar worden uitgewezen.
Financiën
De financiële consequenties zijn budgettair neutraal. Enerzijds zullen kosten ontstaan door de opzet van de verkiezingsportal bij de Kiesraad. Hiervoor hoeft naar verwachting zeer beperkt software ontwikkeld te worden en er wordt voldaan aan de aanbevelingen van de tijdelijke commissie ICT-projecten bij de overheid. Anderzijds zullen besparingen ontstaan met name bij de gemeenten die als centraal stembureau functioneren. Voor het indienen en controleren van de kandidatenlijsten en de op te stellen papieren ondersteunings-verklaringen zal minder ambtelijke inzet nodig zijn.
ARTIKELSGEWIJS DEEL
Onderdeel A (Artikel H 1)
In artikel H 1 wordt de wijze van kandidaatstelling voor een verkiezing gewijzigd, ten behoeve van het elektronisch inleveren van kandidatenlijsten en de daarbijhorende bescheiden.
In het eerste lid wordt geregeld dat de bescheiden die voor een kandidatenlijst moeten worden overgelegd ook afzonderlijk van de kandidatenlijst kunnen worden ingeleverd, mits dat op de dag van kandidaatstelling gebeurt van negen tot zeventien uur. Dat zijn bijvoorbeeld de ondersteuningsverklaringen van kiezers, de instemmingsverklaringen van kandidaten of het bewijs dat de waarborgsom is betaald. Het is van belang dat deze stukken separaat kunnen worden ingeleverd, omdat niet iedere kiezer de mogelijkheid heeft om elektronisch stukken aan te leveren of over de authentificatiemiddelen beschikt die daarbij worden vereist (bijvoorbeeld DigiD). Als een kandidatenlijst elektronisch wordt ingeleverd dan moet het mogelijk zijn dat bijvoorbeeld een kiezer deze middels een papieren verklaring ondersteunt. Evenzo is het wenselijk voor de toegankelijkheid van verkiezingen dat als een kandidatenlijst persoonlijk wordt ingeleverd, een kiezer deze elektronisch kan ondersteunen. Dit wordt mogelijk door te regelen dat de bescheiden ten behoeve van de kandidaatstelling separaat kunnen worden ingeleverd. Voor de Tweede Kamerverkiezing is het overigens al mogelijk om de bescheiden ten behoeve van de kandidaatstelling separaat in te leveren (artikel Ya 5 Kieswet). Die mogelijkheid is ingevoerd vanwege de grote fysieke afstand tussen kieskring 20 (het Caribische deel van Nederland) en het centraal stembureau in Den Haag. Als bijvoorbeeld een kandidatenlijst bij de gezaghebber in Bonaire wordt ingeleverd, is het mogelijk de ondersteuningsverklaringen daarvoor separaat bij de Kiesraad in Nederland in te leveren. Of andersom kan een kandidaat op Bonaire zijn instemmingsverklaring separaat inleveren bij de gezaghebber, terwijl de kandidatenlijst is ingeleverd bij de Kiesraad.
Het tweede lid regelt welke personen bevoegd zijn om een kandidatenlijst in te leveren, en welke personen bevoegd zijn om bescheiden voor de kandidatenlijst in te leveren. De kandidatenlijst wordt ingeleverd door een kiezer. Deze bepaling is om systematische redenen overgeheveld van artikel H 3, eerste lid. De bescheiden voor een kandidatenlijst worden ingeleverd door ofwel de persoon die de kandidatenlijst inlevert, ofwel een persoon die op de kandidatenlijst daarvoor bevoegd is verklaard (op de kandidatenlijst wordt vermeld welke personen aanvullende bescheiden mogen inleveren). Aldus wordt voorkomen dat derden zich ongewenst kunnen mengen in de kandidaatstellingsprocedure van een bepaalde politieke partij.
Het derde lid regelt dat de stukken voor de kandidaatstelling – naast de reeds bestaande mogelijkheid van persoonlijke overhandiging – tevens op elektronische wijze kunnen worden ingeleverd. Het voorstel strekt niet verder, dus het is niet mogelijk om op andere wijze stukken in te leveren, zoals bijvoorbeeld bij aangetekende brief. De inlevermogelijkheden bij de kandidaatstellingsprocedure worden in dit wetsvoorstel alleen uitgebreid met de elektronische inlevering. Tenzij anders is bepaald, zijn de bepalingen van afdeling 2.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing op de elektronische inlevering. Dat betekent onder andere dat een burger niet verplicht is om van de elektronische weg gebruik te maken. Hij kan stukken ook door persoonlijke overhandiging inleveren. Verder geldt als tijdstip waarop een bericht door een bestuursorgaan elektronisch is ontvangen, het tijdstip waarop het bericht zijn systeem voor gegevensverwerking heeft bereikt (artikel 2:16 Awb). Deze regeling is van belang omdat kandidatenlijsten (eveneens als door persoonlijke overhandiging) alleen kunnen worden ingeleverd op de dag van kandidaatstelling tussen negen en zeventien uur. Alsdus dient het centraal stembureau objectief vast te stellen of aan deze termijn is voldaan.
Het vierde lid stelt de eisen aan de persoonlijke inlevering. Deze zijn overeenkomstig hetgeen thans is bepaald in artikel H 3, eerste lid, en hebben betrekking op de identificatieplicht van de inleveraar en dat de kandidaten bij de inlevering aanwezig kunnen zijn.
In het vijfde lid is een grondslag opgenomen waarmee voorwaarden kunnen worden gesteld aan het elektronisch inleveren van kandidatenlijsten of bescheiden daarvoor. Hierdoor kan bijvoorbeeld worden geregeld dat het inleveren van bescheiden plaatsvindt op één centrale digitale plaats. Daarmee kan een uniforme en gestroomlijnde kandidaatstellingsprocedure worden bewerkstelligd. Verwezen wordt naar het algemeen deel van de memorie van toelichting hieromtrent. Van belang is dat niet is gekozen voor een systeem waarbij de Minister de inzet van programmatuur goedkeurt of alle eisen opstelt voor kandidaatstellingssoftware. Belangrijkste reden hiervoor is de onafhankelijkheid van het centraal stembureau ten opzichte van de Minister als het gaat om de kandidaatstellingsprocedure.
Het centraal stembureau is gebonden aan de regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur zijn gesteld. Op grond van artikel 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht mag het zelf (nadere) eisen aan het gebruik van de elektronische weg stellen. Gelet op de grote expertise van de Kiesraad in het ontwikkelen van de kandidaatstellingssoftware, is aannemelijk dat alle centrale stembureaus gebruik zullen maken van de software die de Kiesraad hiervoor beschikbaar stelt. Aldus kan één softwarepakket worden ontworpen dat aan de eisen voldoet, waarvan alle centraal stembureaus gebruik maken.
Voor wat betreft de mogelijkheid van het stellen van voorwaarden aan het gebruik van de elektronische weg bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, is aangesloten bij de systematiek van artikel P 1a van de Kieswet op grond waarvan nadere regels worden gesteld over het gebruik van en de eisen voor software voor het berekenen van de uitslag.
Onderdeel B (Artikel H 3)
In artikel H 3 worden de bepalingen over de inlevering van een kandidatenlijst door persoonlijke overhandiging geschrapt. Deze zijn om systematische redenen nu opgenomen in artikel H 1. Artikel H 3 heeft derhalve enkel nog betrekking op het verlenen van een machtiging om de naam van een politieke partij boven de kandidatenlijst te plaatsen. Daarbij is de redactie zo gewijzigd dat dergelijke machtiging niet noodzakelijkerwijs bij de lijst moet worden overgelegd, maar ook separaat kan worden ingeleverd.
Onderdeel C (Artikel H 4)
Het eerste lid wordt redactioneel gewijzigd zodat ondersteuningsverklaringen niet noodzakelijkerwijs bij de lijst moeten worden overgelegd, maar separate inlevering ook mogelijk is. In het derde en vierde lid wordt geregeld dat alleen bij het opstellen van een papieren ondersteuningsverklaring het verplicht is dat de ondertekening plaatsvindt in aanwezigheid van de burgemeester of een door deze daartoe aangewezen ambtenaar van de gemeente waar de ondersteuner als kiezer is geregistreerd. Deze waarborg tegen ronselen is bij elektronische ondersteuning niet vereist, omdat het ronselen van elektronische identificatiecodes (b.v. DigiD) niet aannemelijk is. Verwezen wordt naar het algemeen deel van de memorie van toelichting.
Van belang is voorts dat bij papieren ondersteuningsverklaringen de burgemeester de kiesgerechtigdheid van de ondersteuner controleert. Wanneer de ondersteuningsverklaring elektronisch wordt ingeleverd doet de burgemeester deze controle niet, maar zal desalniettemin het centraal stembureau deze controle uitvoeren. Het centraal stembureau doet dat op grond van de in artikel I 2, eerste lid, onderdeel a, onder i, opgenomen voorwaarde dat krachtens artikel H 4, tweede lid, verklaringen van ondersteuning slechts kunnen worden afgelegd door personen die als kiezer zijn geregistreerd voor de desbetreffende verkiezing.
Onderdeel D (artikel H 7)
Deze wijziging regelt dat de vestigingsverklaring van een kandidaat niet noodzakelijk bij een lijst moet worden overgelegd, maar ook separaat kan worden ingeleverd. Verwezen wordt naar de toelichting bij artikel H 1.
Onderdeel E (artikel H 9)
Het eerste lid wordt gewijzigd zodat ondersteuningsverklaringen niet noodzakelijkerwijs bij de lijst moeten worden overgelegd, maar separate inlevering ook mogelijk is.
In het derde lid wordt zo gewijzigd dat uitsluitend bij een papieren instemmingsverklaring vereist is dat een kopie van een identiteitsdocument wordt overgelegd. Deze legitimatie is voor het papieren proces in het verleden verplicht gesteld omdat het (1) de mogelijkheid verkleint dat kandidaten tegen hun wil op een kandidatenlijst worden geplaatst, (2) de mogelijkheid biedt om de schrijfwijze van de naam van de kandidaat te verifiëren en (3) het een extra maatregel is tegen lichtvaardige kandidaatstelling.7 Voor elektronische inlevering – waarbij de kandidaat zijn instemmingsverklaring digitaal ondertekent – zijn deze belangen reeds geborgd. Lichtvaardige kandidaatstelling en fraude worden voorkomen doordat gebruik moet worden gemaakt van een digitaal authentificatiemiddel. De schrijfwijze van de naam van een kandidaat kan worden geverifieerd door gebruik te maken van de Basisregistratie personen.
Onderdelen F, G en H (artikelen H 12, H 13, H 13a en H 14)
Deze artikelen worden redactioneel gewijzigd zodat het bewijs dat de waarborgsom is betaald voor een kandidatenlijst ook separaat van de kandidatenlijst kan worden ingeleverd. Verwezen wordt naar de toelichting bij artikel H 1.
Onderdeel I (artikel I 2)
In de aanhef van het eerste lid wordt geschrapt dat het centraal stembureau kennis geeft van eventuele verzuimen door middel van een aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs. Nu dit vormvoorschrift vervalt, kan het centraal stembureau eventuele verzuimen ook langs de elektronische weg bekend maken aan de inleveraar van de kandidatenlijst. Daarbij moet overeenkomstig artikel 2:14 van de Algemene wet bestuursrecht de inleveraar van de kandidatenlijst wel kenbaar hebben gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is. Indien een kandidaat niet langs deze weg bereikbaar is, is het aannemelijk dat het centraal stembureau zich zekerheid verschaft dat de inleveraar van de kandidatenlijst in kennis is gesteld van eventuele verzuimen door gebruik te maken van een aangetekende brief of een gedagtekend ontvangstbewijs. Anders zou de inleveraar zich erop kunnen beroepen dat hij hiervan nooit in kennis is gesteld, welke hem de gelegenheid kan bieden om tijdens de beroepsprocedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State alsnog deze verzuimen te herstellen.
In het eerste lid wordt verder de regeling over herstelbare verzuimen gewijzigd. Onderdeel a wordt zo gewijzigd dat het verzuim dat een ondersteuningsverklaring geen aantekening van de burgemeester heeft (artikel H 4, vierde lid) alleen van toepassing als de verklaring op papier is ondertekend. Dergelijke aantekening is voor een elektronische ondersteuningsverklaring namelijk niet vereist. Verder wordt in onderdeel a een onjuist verwijzing hersteld. In onderdeel f wordt geregeld dat er een verzuim is als (1) de kandidatenlijst of bescheiden voor een kandidatenlijst niet persoonlijk of elektronisch zijn ingeleverd en (2) de inlevering niet geschiedt door een bevoegd persoon (conform artikel H 1, tweede lid). Het verzuim beschreven in onderdeel h – de inleveraar moet zich identificeren met een identiteitsdocument – is alleen van toepassing bij persoonlijke inlevering. In onderdeel i wordt een verwijzing aangepast, vanwege de vernummering van de leden in artikel H 3.
In het voorgestelde tweede, derde en zesde lid van artikel I 2 wordt bepaald dat verzuimen ook elektronisch kunnen worden hersteld. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als bij het inleveren van de kandidatenlijsten (artikel H 1, tweede tot en met vijfde lid).
Onderdeel J (artikel I 3)
Op grond van artikel I 3 worden de kandidatenlijsten en ondersteuningsverklaringen voor een ieder ter inzage gelegd. Deze bepaling wordt zo gewijzigd zodat deze stukken slechts fysiek ter inzage liggen. De wetgever heeft in het verleden namelijk beoogd dat deze stukken op grond van artikel I 19 definitief vernietigd kunnen worden, ten einde na de verkiezingen de privacy en persoonsgegevens van kandidaten en ondersteuners te waarborgen.8 Dat is alleen mogelijk bij fysieke terinzagelegging.
Onderdeel K (artikel I 4a)
Het voorgestelde artikel I 4a regelt dat verklaringen (of bewijzen) voor een kandidatenlijst buiten beschouwing blijven als zij niet correct zijn aangeleverd bij het centraal stembureau. Daarvoor gelden drie eisen. Ten eerste moet de verklaring tijdig bij het centraal stembureau zijn ingeleverd, dus op de dag van kandidaatstelling tussen negen en zeventien uur zijn ingeleverd, danwel tijdens de verzuimperiode als bedoeld in artikel I 2, tweede lid. Ten tweede moet de verklaring persoonlijk of elektronisch zijn ingeleverd door een persoon die daar blijkens de kandidatenlijst bevoegd toe is. Zodoende is voor politieke partijen verzekerd dat derden zich niet ongewenst in de kandidaatstellingsprocedure kunnen mengen. In dit verband is overigens van belang dat als bescheiden voor een kandidatenlijst door een onbevoegd persoon zijn ingeleverd, dergelijk verzuim kan worden herstel op grond van artikel I 2, zesde lid. Pas als van die herstelmogelijkheid geen gebruik is gemaakt, blijven de door de onbevoegde persoon ingeleverde bescheiden buiten beschouwing. Ten derde moet, bij elektronische inlevering, zijn voldaan aan de voorwaarden die op grond van artikel H 1, vijfde lid, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur zijn gesteld. Ook aan de eisen die het centraal stembureau stelt op grond van artikel 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht moet worden voldaan. Verwezen wordt naar de artikelsgewijze toelichting bij artikel H 1.
Indien een verklaring of bewijs wel op de juiste wijze is aangeleverd, wil dat overigens niet betekenen dat de verklaring of het bewijs geldig is. De geldigheid van de verklaring (bijvoorbeeld of een ondersteuningsverklaring is ondertekend door een kiezer) wordt nog beoordeeld door het centraal stembureau.
Onderdeel L (artikel I 5)
De redenen op grond waarvan een ingeleverde lijst ongeldig is, wordt op een aantal onderdelen aangepast vanwege het elektronisch kunnen inleveren van kandidatenlijsten.
De onderdelen b en c worden hierom redactioneel gewijzigd.
In onderdeel e wordt bepaald dat een lijst ongeldig is als deze niet persoonlijk of elektronisch is ingeleverd door een kiezer. Een lijst hoeft derhalve niet meer uitsluitend persoonlijk ingeleverd te worden. De in onderdeel f opgenomen grond dat een lijst ongeldig is als de inleveraar zich niet heeft geïdentificeerd met een identiteitsdocument, wordt alleen van toepassing bij persoonlijke inlevering. Bij elektronische inlevering hoeft geen fysiek identiteitsdocument te worden overgelegd, maar vindt de authentificatie digitaal plaats. Voorts wordt een nieuw onderdeel h opgenomen op grond waarvan een kandidatenlijst ongeldig is als deze elektronisch is ingeleverd maar niet voldoet aan de voorwaarden die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur zijn gesteld, alsook de (nadere) eisen die het centraal stembureau stelt op grond van artikel 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht. Als de kandidatenlijst op een andere wijze wordt ingeleverd zal de kandidatenlijst ongeldig worden verklaard. Hiervoor is overigens geen herstelmogelijkheid. Net als bij het inleveren van de kandidatenlijst in persoon, geldt bij elektronische inlevering dat de kiezer op de dag van kandidaatstelling tussen negen en zeventien uur alle stukken gereed moet hebben. In dat stelsel past het niet als de kiezer een korte mail zou kunnen sturen met daarbij een kandidatenlijst – met als doel de verzuimperiode van drie dagen te kunnen gebruiken om alsnog de stukken voor de kandidaatstelling op orde te krijgen.
Onderdelen M en N (artikel I 6 en I 8)
In de artikelen I 6 en I 8 wordt een verwijzing aangepast.
Voor het herstellen van verzuimen hangende een beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geldt op grond van dit voorstel dat het verzuim ook elektronisch kan worden hersteld.
Onderdeel O (artikel I 10)
In het eerste lid wordt geregeld dat ook de verklaring tot het aangaan van een lijstencombinatie wordt ingeleverd door ofwel persoonlijke overhandiging ofwel door van de elektronische weg gebruik te maken. De voorwaarden in artikel H 1, derde tot en met vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Onderdeel P (artikel R 1)
In artikel R 1 wordt voor de Eerste Kamerverkiezing geregeld dat kandidatenlijsten elektronisch kunnen worden ingeleverd. Hiervoor wordt dezelfde regeling voorgesteld als bij de andere verkiezingen (op grond van artikel H 1). Dat betekent dat de verklaringen en bewijzen voor een kandidatenlijst ook separaat mogen worden ingeleverd bij het centraal stembureau. De kandidatenlijst, en daarbijhorende bescheiden, kunnen worden ingeleverd door persoonlijke overhandiging of op elektronische wijze. Bij persoonlijke inlevering identificeert de inleveraar zich met een geldig identiteitsdocument. Ten eerste kan het centraal stembureau zich zekerheid verschaffen over welke persoon de kandidatenlijst inlevert. Ten tweede kan het centraal stembureau controleren of de persoon die (separaat) bescheiden voor een bepaalde kandidatenlijst inlevert, daartoe ook bevoegd is op grond van de kandidatenlijst. Aldus wordt voorkomen dat derden zich onbevoegd mengen in de kandidaatstelling door politieke partijen. Bij elektronische inlevering hoeft geen identiteitsbewijs te worden overgelegd, maar vindt de authentificatie digitaal plaats.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen wel voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van de elektronische weg, onverminderd de bevoegdheid van het centraal stembureau om op grond van artikel 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht nadere regels te stellen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting bij artikel H 1 waarin eenzelfde bepaling is opgenomen.
Het enige verschil met andere verkiezingen – een verschil de Kieswet reeds maakt – is dat het voor de Eerste Kamerverkiezing niet verplicht is dat de lijst wordt ingeleverd door een kiezer. Bij de Eerste Kamerverkiezing mag de kandidatenlijst door iedereen worden ingeleverd.
Onderdeel Q (artikel R 2)
Deze wijziging regelt dat de ondersteuningsverklaring niet noodzakelijkerwijs bij de kandidatenlijst wordt overgelegd, maar ook separaat kan worden ingeleverd.
Onderdeel R (artikel R 7)
Het eerste lid van dit artikel wordt zo geredigeerd dat het niet verplicht is om de verklaring om boven de kandidatenlijst de aanduiding van een politieke groepering te plaatsen bij de lijst te overleggen. Deze mag derhalve ook separaat worden ingeleverd.
In het derde lid wordt geschrapt dat de inleveraar van de kandidatenlijst een bewijs daarvan ontvangt, nu die bepaling is opgenomen in artikel R 1. Daarnaast wordt geregeld dat de ingeleverde lijsten fysiek ter inzage liggen. De wetgever heeft in het verleden namelijk beoogd dat deze stukken op grond van artikel S 15 definitief vernietigd kunnen worden, ten einde na de verkiezingen de privacy en persoonsgegevens van kandidaten en ondersteuners te waarborgen.
Onderdeel S (artikel R 8)
Het eerste lid wordt redactioneel gewijzigd zodat een instemmingsverklaring niet noodzakelijkerwijs bij de lijst moeten worden overgelegd, maar separate inlevering ook mogelijk is.
In het derde lid wordt zo gewijzigd dat – net als bij de andere verkiezingen op grond van artikel H 9 – uitsluitend bij een papieren instemmingsverklaring vereist is dat een kopie van een identiteitsdocument wordt overgelegd. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij artikel H 9.
Onderdeel T (artikel S 1)
In het derde lid, de aanhef, wordt geschrapt dat het centraal stembureau kennis geeft van verzuimen door middel van een aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs. Daardoor kan het centraal stembureau eventuele verzuimen ook langs de elektronische weg bekend maken aan de inleveraar van de kandidatenlijst. Deze voorgestelde wijziging is overeenkomstig het voorstel voor de andere verkiezingen. Kortheidshalve wordt voor een nadere toelichting verwezen naar de toelichting bij artikel I 2.
Verder worden er twee herstelbare verzuimen toegevoegd. Ten eerste als de bescheiden voor een lijst niet persoonlijk of elektronisch zijn ingeleverd door een persoon die blijkens de kandidatenlijst daartoe bevoegd is. Alsdus wordt voorkomen dat derden zich ongewenst mengen in de kandidaatstellingsprocedure van een politieke partij. Ten tweede dat de inleveraar zich moet identificeren met een geldig identiteitsdocument (bij persoonlijke inlevering). Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij artikel R 1.
In het voorgestelde vijfde lid wordt geregeld dat verzuimen ook op elektronische wijze kunnen worden hersteld. De bepalingen in artikel R 1 daarover zijn van overeenkomstige toepassing.
Onderdeel U (artikel S 2a)
Het voorgestelde artikel S 2a regelt dat verklaringen (of bewijzen) voor een kandidatenlijst buiten beschouwing blijven als zij niet correct zijn ingeleverd bij het centraal stembureau. In dit verband gelden drie eisen. Allereerst moet de verklaring op de dag van kandidaatstelling tussen negen en zeventien uur zijn ingeleverd bij het centraal stembureau, danwel tijdens de verzuimperiode als bedoeld in artikel S 1, vierde lid. Ten tweede moet de verklaring persoonlijk of elektronisch zijn ingeleverd door een persoon die daartoe bevoegd is. Zodoende is voor politieke partijen verzekerd dat derden zich niet ongewenst in de kandidaatstellingsprocedure kunnen mengen. Ten derde moet, bij elektronische inlevering, zijn voldaan aan de voorwaarden die op grond van artikel R 1 zesde lid, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur zijn gesteld. Ook aan de eisen die het centraal stembureau stelt op grond van artikel 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht moet worden voldaan.
Indien een verklaring of bewijs wel op de juiste wijze is aangeleverd, wil dat overigens niet betekenen dat de verklaring of het bewijs geldig is. De geldigheid van de verklaring (bijvoorbeeld of een ondersteuningsverklaring is ondertekend door een lid van provinciale staten) moet nog worden beoordeeld door het centraal stembureau.
Onderdeel V (artikel S 3)
In onderdeel a wordt bepaald dat een lijst ongeldig is als deze niet persoonlijk of elektronisch is ingeleverd. Een lijst hoeft derhalve niet meer uitsluitend door persoonlijk overhandiging te worden ingeleverd. Indien er wordt gekozen voor inlevering langs elektronische weg, moet op grond van het voorgestelde onderdeel f wel worden voldaan aan de voorwaarden die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur zijn gesteld, alsook aan de (nadere) eisen die het centraal stembureau stelt op grond van artikel 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht. Als dat niet gebeurt, is de lijst ongeldig. Bij persoonlijke inlevering is vereist dat de inleveraar zich identificeert, zodat het centraal stembureau zekerheid heeft over welk persoon de lijst heeft ingeleverd.
Onderdeel W (artikel S 6)
In de artikelen S 6 een verwijzing aangepast. Door deze aanpassing geldt dat het herstellen van verzuimen hangende een beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ook elektronisch kan plaatsvinden
Onderdelen X en Y (artikelen Y 13 en Y 35)
Deze aanpassing regelt dat de verklaring van een kandidaat dat hij niet in een andere lidstaat kandidaat zal zijn, dan wel in een andere lidstaat is uitgesloten voor de verkiezing van het Europees parlement, separaat van de kandidatenlijst kan worden ingeleverd (overeenkomstig artikel Y 2 juncto artikel H 1).
Onderdelen Z tot en met AC (artikelen Ya 4, Ya 5, Ya 6 en Ya 9)
Bij de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer kunnen de kandidatenlijsten elektronisch worden ingeleverd bij het centraal stembureau. Eventuele inlevering van de kandidatenlijsten op Bonaire, Sint Eustatius of Saba dient of digitaal bij het centraal stembureau (de Kiesraad in Nederland) of door persoonlijke overhandiging bij de gezaghebber plaats te vinden. Hetzelfde geldt voor het inleveren van de verklaringen of bewijzen ten behoeve van een kandidatenlijst, het inleveren van de verklaring voor een lijstencombinatie, of het herstellen van verzuimen.
Het tweede, derde en vierde lid van artikel Ya 5 kan vervallen nu dat reeds is geregeld in artikel H 1.
Onderdeel AD (artikel Ya 10a)
In artikel Ya 10a wordt geregeld dat, in afwijking van artikel I 4a, een verklaring of bewijs van een kandidatenlijst correct is ingeleverd als deze op de dag van kandidaatstelling tijdig bij de gezaghebber is ingeleverd. Dat is dus op de dag van kandidaatstelling tussen negen en zeventien uur, of tijdens de verzuimperiode als bedoeld in artikel Ya 9. Voorwaarde is verder dat de verklaring door persoonlijke overhandiging is ingeleverd.
Het huidige tweede lid kan vervallen, nu het tweede en derde lid van artikel Ya 5 zijn vervallen, en het eerste lid van artikel Ya 5 is opgenomen in het nieuwe eerste lid van artikel Ya 10a.
Onderdeel AE (artikel Ya 23)
In dit artikel worden enkele verwijzingen aangepast, vanwege da aanpassing van artikel Ya 10a.
ARTIKEL II
Dit artikel regelt dat de wet in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Aldus is het wetsvoorstel in overeenstemming met de Wet raadgevend referendum.
Klein