Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen inzake de ouderparticipatiecrèches, teneinde te bewerkstelligen dat het maatschappelijke initiatief van de ouderparticipatiecrèche kan blijven bestaan met een kwaliteitskader dat past bij het specifieke karakter van ouderparticipatieopvang binnen het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de alfabetische rangschikking worden de volgende begripsomschrijvingen ingevoegd:
een als ouderparticipatiecrèche in het register kinderopvang ingeschreven ouderparticipatiecrèche als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid;
een voorziening waar ouderparticipatieopvang plaatsvindt, niet zijnde het woonadres van een participerende ouder;
kinderopvang die plaatsvindt door ten minste een van de ouders van elk van de kinderen die wordt opgevangen, en die daarvoor geen bezoldiging ontvangt;
ouder die ouderparticipatieopvang verzorgt;
2. In de begripsomschrijving college wordt «of voorziening voor gastouderopvang» vervangen door: , voorziening voor gastouderopvang of ouderparticipatiecrèche.
3. In de begripsomschrijving houder wordt in onderdeel a «of een gastouderbureau» vervangen door: «, een gastouderbureau of een ouderparticipatiecrèche».
4. In de begripsomschrijving kindercentrum wordt na «gastouderopvang» ingevoegd: en niet zijnde een ouderparticipatiecrèche.
B
In het opschrift van hoofdstuk 1, afdeling 3, wordt «en gastouderbureaus» vervangen door: , gastouderbureaus en ouderparticipatiecrèches.
C
Artikel 1.45 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «of gastouderbureau» vervangen door: , gastouderbureau of ouderparticipatiecrèche.
2. In het derde lid wordt «of een voorziening voor gastouderopvang» vervangen door: , een voorziening voor gastouderopvang of een ouderparticipatiecrèche.
D
Artikel 1.46 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «of de voorziening voor gastouderopvang» vervangen door «, de voorziening voor gastouderopvang of de ouderparticipatiecrèche» en wordt «waarbij de datum van ingang van de exploitatie als startdatum van de registratie wordt opgenomen» vervangen door «, waarbij de datum van ingang van de exploitatie als startdatum van de registratie wordt opgenomen en waarbij de ouderparticipatiecrèche als ouderparticipatiecrèche wordt geregistreerd».
2. In het derde lid wordt «of gastouderbureau» vervangen door «, het gastouderbureau of de ouderparticipatiecrèche» en wordt «onderscheidenlijk de voorziening voor gastouderopvang» vervangen door «, de voorziening voor gastouderopvang of de ouderparticipatiecrèche».
E
Artikel 1.47 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «of van een gastouderbureau» vervangen door: , van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche.
2. In het derde lid wordt «of van een gastouderbureau» vervangen door «, van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche» en wordt «of een voorziening voor gastouderopvang» vervangen door «, een voorziening voor gastouderopvang of een ouderparticipatiecrèche».
F
In artikel 1.47a, eerste en tweede lid, wordt «of een voorziening voor gastouderopvang» telkens vervangen door: , een voorziening voor gastouderopvang of een ouderparticipatiecrèche.
G
In artikel 1.47b, derde lid, wordt «en voorzieningen voor gastouderopvang» vervangen door: , voorzieningen voor gastouderopvang of ouderparticipatiecrèches.
H
Aan artikel 1.49 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Een houder van een ouderparticipatiecrèche biedt verantwoorde ouderparticipatieopvang aan waaronder wordt verstaan opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving.
I
Artikel 1.51 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De houder van een ouderparticipatiecrèche voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in de door hem geëxploiteerde ouderparticipatiecrèche zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder van de ouderparticipatiecrèche legt, voor zover hierin niet wordt voorzien bij of krachtens andere wet- en regelgeving, in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich brengt.
J
In artikel 1.51a, eerste lid, wordt «of een gastouderbureau» vervangen door «, van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche» en wordt «of de gastouders» vervangen door «, de gastouders of de participerende ouders».
K
Artikel 1.51b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «of van een gastouderbureau» vervangen door: , van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche.
2. In het tweede lid wordt «of gastouderbureau» vervangen door: , van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche.
3. In het derde lid wordt «of gastouderbureau» telkens vervangen door «, van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche», wordt «een gastouder» vervangen door «een gastouder, een participerende ouder» en wordt «of van dat gastouderbureau» vervangen door «, van dat gastouderbureau of van die ouderparticipatiecrèche».
4. In het vijfde lid wordt «of van een gastouderbureau» vervangen door «, van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche».
L
1. In het eerste lid wordt in onderdeel a «of gastouderbureau» vervangen door: , van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche.
2. in het tweede lid wordt «of van een gastouderbureau» vervangen door: , van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche.
3. In het derde lid wordt «of van een gastouderbureau» vervangen door: , van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche.
M
In artikel 1.52, eerste lid, wordt «Kinderopvang» vervangen door: Kinderopvang in een kindercentrum of een voorziening voor gastouderopvang.
N
In artikel 1.53 wordt «kindercentra» telkens vervangen door: kindercentra en ouderparticipatiecrèches.
O
Na artikel 1.54a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De houder van een ouderparticipatiecrèche informeert de ouders wier kinderen in de ouderparticipatiecrèche worden opgevangen en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid, bedoeld in deze paragraaf.
2. De houder van een ouderparticipatiecrèche informeert de ouders van de kinderen die in die ouderparticipatiecrèche worden opgevangen, over een inspectierapport als bedoeld in artikel 1.63, eerste lid, inzake zijn ouderparticipatiecrèche.
3. Het informeren, bedoeld in het tweede lid, vindt plaats doordat de houder het inspectierapport zo spoedig mogelijk na ontvangst op zijn website plaatst zodanig dat het rapport voor de ouders gemakkelijk vindbaar is dan wel, indien de houder geen eigen website heeft, ter inzage legt op een voor de ouders toegankelijke plaats.
4. Bij regeling van Onze Minister kunnen ten behoeve van een goede uitvoering van dit hoofdstuk regels worden gesteld met betrekking tot de informatie die de houder van een ouderparticipatiecrèche verplicht is beschikbaar te stellen aan een ouder.
P
Artikel 1.55 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «of in een voorziening voor gastouderopvang» vervangen door: , een voorziening voor gastouderopvang of een ouderparticipatiecrèche.
2. In het tweede lid wordt «of van het gastouderbureau» vervangen door: , van het gastouderbureau of van de ouderparticipatiecrèche.
Q
Artikel 1.57 komt te luiden:
1. De houder van een ouderparticipatiecrèche organiseert de ouderparticipatieopvang op zodanige wijze, voorziet de ouderparticipatiecrèche zowel kwalitatief, als kwantitatief zodanig van participerende ouders en materieel, draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, en voert een zodanig pedagogisch beleid dat een en ander redelijkerwijs leidt tot verantwoorde ouderparticipatieopvang. Ter uitvoering van de eerste volzin besteedt de houder van de ouderparticipatiecrèche in ieder geval aantoonbaar aandacht aan het aantal participerende ouders in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie, de groepsgrootte en de opleiding van de participerende ouders.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de kwaliteit van ouderparticipatieopvang bij een ouderparticipatiecrèche. Deze regels kunnen betrekking hebben op:
a. de veiligheid en de gezondheid;
b. de opleiding waaraan de participerende ouders voldoen;
c. het aantal participerende ouders in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie;
d. het aantal uren per week dat de participerende ouder aanwezig is op de ouderparticipatiecrèche.
e. de groepsgrootte;
f. het pedagogisch beleid en de pedagogische praktijk;
g. de accommodatie en de inrichting van de ruimte die bestemd is voor ouderparticipatieopvang;
h. de beschikbare ruimte voor kinderen.
3. Artikel 1.50, derde tot en met elfde lid, is van toepassing, met dien verstande dat voor «een kindercentrum» wordt gelezen «een ouderparticipatiecrèche» en dat het achtste lid uitsluitend van toepassing is op een persoon die als stagiair werkzaam is.
R
In artikel 1.61, tweede lid, wordt «een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau» vervangen door: , een voorziening voor gastouderopvang, een gastouderbureau of een ouderparticipatiecrèche.
S
In artikel 1.62, tweede lid, wordt «en geregistreerd gastouderbureau» vervangen door: , geregistreerd gastouderbureau en geregistreerde ouderparticipatiecrèche.
T
Artikel 1.63, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel b vervalt: of.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een komma en «of», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. de houder van een ouderparticipatiecrèche.
U
Artikel 1.65 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «of een gastouderbureau» vervangen door: , een gastouderbureau of een ouderparticipatiecrèche.
2. In het derde lid wordt in de aanhef «een kindercentrum, gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang» vervangen door «een kindercentrum, een gastouderbureau, een voorziening voor gastouderopvang of een ouderparticipatiecrèche» en wordt in onderdeel a «of een voorziening voor gastouderopvang» vervangen door «, een voorziening voor gastouderopvang of een ouderparticipatiecrèche».
V
Artikel 1.66 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «of een gastouderbureau» vervangen door: , een gastouderbureau of een ouderparticipatiecrèche.
2. In het tweede lid wordt «of het gastouderbureau» vervangen door «, het gastouderbureau of de ouderparticipatiecrèche» en wordt «of dat gastouderbureau» vervangen door «, dat gastouderbureau of die ouderparticipatiecrèche».
W
Aan hoofdstuk 3, paragraaf 1, wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. Indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een in het register kinderopvang ingeschreven kindercentrum of een in het register peuterspeelzaalwerk ingeschreven peuterspeelzaal een ouderparticipatiecrèche is, verricht de toezichthouder bij die mogelijke ouderparticipatiecrèche een onderzoek als bedoeld in artikel 1.62, tweede lid. Dit onderzoek vindt plaats uiterlijk 6 weken na een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
2. Indien uit het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, volgt dat sprake is van een ouderparticipatiecrèche, besluit het college, zonder een daaraan voorafgaand verzoek van de houder, de inschrijving van die ouderparticipatiecrèche in het register kinderopvang of in het register peuterspeelzaalwerk met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip te wijzigen in een registratie als ouderparticipatiecrèche. Indien het college hiertoe besluit, verwerkt het college dit in het register kinderopvang of in het register peuterspeelzaalwerk.
3. Indien het besluit, bedoeld in het tweede lid, niet uiterlijk 6 weken na het in het eerste lid bedoelde tijdstip is genomen, kan Onze Minister overeenkomstig het tweede lid besluiten, zonder een daaraan voorafgaand verzoek van de houder. Indien Onze Minister hiertoe besluit, verwerkt Onze Minister dit in het register kinderopvang of in het register peuterspeelzaalwerk.
Indien het bij koninklijke boodschap van 23 april 2015 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk (Kamerstukken 34 195) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdelen B, C en F, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdelen Q en R, van deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:
A
Na artikel I, onderdeel G, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ga
In artikel 1.48d, derde lid, wordt «of van een gastouderbureau» vervangen door: , van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche.
B
In artikel I, onderdeel Q, komt artikel 1.57, derde lid, te luiden:
3. Artikel 1.50, derde tot en met achtste lid, is van toepassing, met dien verstande dat voor «een kindercentrum» wordt gelezen: een ouderparticipatiecrèche.
C
In artikel I, onderdeel R, wordt in artikel 1.61, derde lid, «een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau» vervangen door: , een voorziening voor gastouderopvang, een gastouderbureau of een ouderparticipatiecrèche.
Indien het bij koninklijke boodschap van 23 april 2015 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk (Kamerstukken 34 195) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdelen B en C, van die wet later in werking treedt dan artikel I, onderdeel Q, van deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 1.48d, derde lid, «De houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau» vervangen door: De houder van een kindercentrum, van een gastouderbureau of van een ouderparticipatiecrèche.
B
Na artikel I, onderdeel E, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ee
Artikel 1.57, derde lid, komt te luiden:
3. Artikel 1.50, derde tot en met achtste lid, is van toepassing, met dien verstande dat voor «een kindercentrum» wordt gelezen «een ouderparticipatiecrèche».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,