Ontvangen 2 februari 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel III wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
0A
Aan artikel 24a, eerste lid, wordt, onder vervanging van «, en» aan het slot van onderdeel j door een komma en van de punt aan het slot van onderdeel k door «, en» een onderdeel toegevoegd, luidende:
l. het leerlingenparticipatiebeleid, waaronder wordt begrepen de wijze waarop leerlingen worden betrokken bij de vorming van het beleid van de school, alsmede de wijze waarop deze betrokkenheid wordt gefaciliteerd en gestimuleerd.
II
In artikel VI, onderdeel c, komt het tweede onderdeel te luiden:
2. In het derde lid komt onderdeel e te luiden:
e. vaststelling of wijziging van het leerlingenparticipatiebeleid, bedoeld in artikel 24a, eerste lid, onderdeel l van de Wet op het voortgezet onderwijs.
III
In artikel VIII wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
0A
Aan artikel 51, eerste lid wordt, onder vervanging van «, en» aan het slot van onderdeel f door een komma en van de punt aan het slot van onderdeel g door «, en» een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. het leerlingenparticipatiebeleid, waaronder wordt begrepen de wijze waarop leerlingen worden betrokken bij de vorming van het beleid van de school, alsmede de wijze waarop deze betrokkenheid wordt gefaciliteerd en gestimuleerd.
De indieners hechten waarde aan de betrokkenheid van leerlingen bij het onderwijs op hun school en de discussies die dat oplevert. Ongeacht de onderwijsvisie, onderwijskwaliteit of omvang van een school moet daarin voorzien worden. Het amendement regelt daarom allereerst dat er op elke school leerlingenparticipatiebeleid is en dat in de schoolgids wordt opgenomen hoe dit wordt vormgegeven. Er bestaan veel vormen van leerlingenparticipatie. Met dit amendement beogen de indieners daar recht aan te doen en de invulling vrij te laten. In het leerlingenparticipatiebeleid wordt vastgesteld hoe de inspraak en betrokkenheid van leerlingen is geregeld, hoe de leerlingengeleding in de medezeggenschap voeling houdt met wat leeft bij de leerlingen en hoe de school leerlingenparticipatie stimuleert en faciliteert. Participatie van leerlingen kan ook worden vormgegeven door het instellen van een leerlingenraad, die periodiek overleg heeft met het schoolbestuur. Voorts voorziet dit amendement erin dat de vaststelling en wijziging van het leerlingenparticipatiebeleid ter instemming wordt voorgelegd aan de leerlingengeleding van de medezeggenschapsraad.
Bruins Duisenberg