Ontvangen 21 januari 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel VI wordt na de aanhef een onderdeel ingevoegd, luidende:
0A
Aan artikel 10 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j voor een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
k. vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van de begroting, waarbij in elk geval aandacht wordt besteed aan de beoogde verdeling van de middelen over de beleidsterreinen onderwijs, huisvesting en beheer, investeringen en personeel. Het instemmingsrecht wordt niet uitgeoefend indien het een onderdeel van de begroting betreft dat inhoudelijk is geregeld in een bij of krachtens de wet gegeven voorschrift.
Dit amendement regelt het instemmingsrecht van de medezeggenschap in het primair- en voortgezet onderwijs op de hoofdlijnen van de begroting. De formulering van het amendement is overeenkomstig met de formulering van het instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting in het hoger onderwijs.
De indieners zijn van oordeel dat bestuurders in alle onderwijs sectoren zich meer moeten verantwoorden naar de interne stakeholders. Het gaat immers om hún onderwijs. De besteding van middelen zijn een belangrijke randvoorwaarde om goed onderwijs mogelijk te maken. Betrokkenheid van de interne stakeholders, leerlingen, ouders en personeelsleden, vertegenwoordigt in de medezeggenschap, is daarom essentieel. Middels het schoolplan heeft de medezeggenschapsraad reeds instemmingsrecht op het strategisch onderwijskundig plan van de school. De indieners beogen met het amendement de medezeggenschap ook een sterke positie te geven op het financieel beleid.
Van Meenen Jasper van Dijk