Ontvangen 20 januari 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel V wordt na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidende:
Da
In artikel 9.38, vervalt «en» aan het slot van onderdeel a en wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «, en» een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. het te voeren beleid met betrekking tot de voortzetting van de studie, bedoeld in artikel 7.8b, eerste en tweede lid en derde lid, eerste volzin, alsmede van de nadere regels, vastgesteld op grond van artikel 7.8b, zesde lid, voor zover deze betrekking hebben op de studieresultaten.
II
In artikel V wordt na onderdeel K een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ka
In artikel 10.20, eerste lid, vervalt «en» aan het slot van onderdeel h en wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door «, en» een toegevoegd, luidende:
j. het te voeren beleid met betrekking tot de voortzetting van de studie, bedoeld in artikel 7.8b, eerste en tweede lid en derde lid, eerste volzin, alsmede van de nadere regels, vastgesteld op grond van artikel 7.8b, zesde lid, voor zover deze betrekking hebben op de studieresultaten.
III
In artikel 11.13, eerste lid, wordt na «9.36» ingevoegd:, 9.38, onderdeel c.
Dit amendement regelt dat de faculteitsraad instemmingsrecht krijgt op de mogelijkheid tot het geven van een bindend studieadvies en de hoogte van het bindend studieadvies. De indiener is van mening dat het bindend studieadvies (negatief) van invloed kan zijn op de toegankelijkheid van het hoger onderwijs, de onderwijskwaliteit en het flexibel kunnen studeren. Het is daarom van groot belang dat studenten actief worden betrokken bij deze afweging en een belangrijke stem krijgen op deze besluiten. De indiener is van mening dat deze verantwoordelijkheid het beste is belegd op facultair niveau, vanwege het huidige instemmingsrecht van de faculteitsraden op het Onderwijs en Examenreglement.
Grashoff