Ontvangen 17 maart 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 51a, eerste lid, onder b, na «tot en met de vierde graad» ingevoegd: , de personen die een slachtoffer als behorende tot hun gezin, verzorgen en opvoeden of in een nauwe persoonlijke betrekking tot dat slachtoffer staan.
Dit amendement regelt dat de stieffamilie van slachtoffers dezelfde rechten wordt toegekend als bloedverwante familie.
Steeds meer kinderen groeien op in een samengesteld gezin. Soms worden kinderen al van jongs af aan opgevoed door ouders die geen bloedverwanten zijn, maar wel een nauwe band met het kind hebben en het kind verzorgen en opvoeden: de stieffamilie. Met het onderliggende wetsvoorstel stelt de regering voor de kring van gerechtigden voor het spreekrecht van slachtoffers en voor de andere rechten gelijk te trekken. Er worden nieuwe definities opgenomen omtrent wie als slachtoffer wordt aangemerkt. Hiermee wordt de kring van slachtoffers uitgebreid met familieleden van slachtoffers. Het wordt in het wetsvoorstel echter niet duidelijk gedefinieerd of deze rechten ook aan niet-bloedverwante familieleden, de stieffamilie, worden toegekend. Met dit amendement wordt deze duidelijkheid wel geboden.
Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door aanvulling van de definitie van «familieleden» in artikel 51a van het Wetboek van Strafvordering. Hieronder vallen alle personen die nauwe persoonlijke betrekkingen hebben met het slachtoffer, die voortkomen uit samengestelde gezinnen: stiefkinderen, ongeacht of deze al dan niet minderjarig zijn, stiefouders en stiefbroers of zussen.
Swinkels