Gepubliceerd: 18 juni 2015
Indiener(s): Jeroen Dijsselbloem (minister financiƫn) (PvdA)
Onderwerpen: burgerlijk recht financieel toezicht financiƫn recht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34232-4.html
ID: 34232-4

Nr. 4 NADER RAPPORT1

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 15 mei 2015, aangeboden aan de Koning door de Minister van Financiën.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 28 april 2015 nr. 2015000751, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 3 juni 2015, nr. W06.15.0143/III, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling) geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om enkele aanpassingen aan het wetsvoorstel aan te brengen. Hieronder worden deze toegelicht.

1. Moment verzending verslag over betalingen aan overheden aan AFM

In het wetsvoorstel was ervoor gekozen om het verslag over betalingen aan overheden door uitgevende instellingen, gelijktijdig met het jaarverslag en de vastgestelde jaarrekening aan de Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM) te laten verzenden. Deze bepaling was na de consultatieperiode in het voorstel een uitvoering is van zowel de richtlijn transparantie als de richtlijn jaarrekening, geconsulteerd. Uit de consultaties bij het Besluit rapportage van betalingen aan overheden kwam naar voren dat deze gelijktijdige verzending praktische bezwaren voor het bedrijfsleven kan meebrengen. Om die reden hoeft het verslag niet meer gelijktijdig verzonden te worden met het jaarverslag en de vastgestelde jaarrekening.

2. Bevoegdheid AFM om verzoek in te dienen bij de ondernemingskamer

In het wetsvoorstel heeft de AFM de bevoegdheid om een verzoek in te dienen bij de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam wanneer het verslag over betalingen aan overheden niet is ingericht op de wijze zoals die voortvloeit uit de Wet op het financieel toezicht (Wft). In het voorstel ontbraken verwijzingen in de Wet toezicht financiële verslaggeving (hierna: Wtfv), die voor de volledige werking van deze bevoegdheid vereist zijn. Deze wijzigingen van de Wtfv zijn alsnog opgenomen.

3. Technisch aanpassing boeteregime natuurlijke personen

In het wetsvoorstel was onvoldoende duidelijk wat de boetemaxima voor natuurlijke personen zijn. Dit is verduidelijkt in artikel 1:81 van de Wft.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem