Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht wenselijk is de invoering te regelen van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht en van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie en in verband daarmee een aantal wetten aan te passen.
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 164, derde lid, 166, derde lid, 170, tweede lid, 171 en 172 wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
B
In artikel 176, tweede lid, wordt «stelt mede de dag vast waarop de zaak weer op de rol zal komen» vervangen door: stelt mede de dag vast voor de volgende proceshandeling.
C
In de artikelen 178, en 179, eerste en vierde lid, wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
D
In artikel 180 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. De rechter kan bepalen dat het proces-verbaal, bedoeld in het eerste lid, wordt vervangen door een door of namens hem gemaakte beeld- of geluidsopname als bedoeld in artikel 30n, zevende en achtste lid. Indien naderhand een schriftelijke weergave van het proces-verbaal wordt opgesteld, wordt daarin melding gemaakt van de in acht genomen vormen en wordt het ondertekend door de rechter voor wie het getuigenverhoor heeft plaatsgehad.
E
In artikel 183 wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
F
Artikel 185 komt te luiden:
G
Artikel 187 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
2. In het vierde lid wordt «verzoekschrift» vervangen door «verzoek» en wordt «nadat een behandeling heeft plaatsgevonden» vervangen door: nadat een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.
H
In artikel 188, eerste lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
I
Artikel 190 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
J
Artikel 191 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De rechter kan, op verzoek van partijen of van een van hen dan wel ambtshalve, na afloop van het voorlopig getuigenverhoor of het voorlopig getuigenverhoor voor tegenbewijs een verschijning van partijen voor een mondelinge behandeling bevelen.
2. In het tweede lid wordt «ter terechtzitting» vervangen door «op de mondelinge behandeling» en wordt «artikel 87, derde lid» vervangen door: artikel 30m, eerste lid, tweede volzin.
K
In artikel 194, tweede lid, wordt «rolbeschikking» vervangen door: beslissing.
L
In artikel 195 wordt «ter griffie gedeponeerd» vervangen door: bijgeschreven op de rekening van het gerecht waar de zaak dient dan wel ter griffie gestort.
M
Artikel 197 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «terechtzitting» telkens vervangen door «zitting» en wordt de zinsnede «de dag bepaald waarop de zaak weer op de rol zal komen» vervangen door «de dag bepaald voor de volgende proceshandeling».
2. In het derde lid wordt «roldatum» vervangen door «datum» en wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
N
Artikel 198 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt de voorlaatste zin «Indien geen van de deskundigen zich in de gelegenheid bevindt te ondertekenen, wordt het bericht door de griffier ondertekend» vervangen door: Aan het niet ondertekenen van het bericht door een of meer deskundigen, kan de rechter de gevolgtrekking verbinden die hij geraden acht.
2. Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. De rechter kan bepalen dat het proces-verbaal, bedoeld in het vijfde lid, wordt vervangen door een door of namens hem gemaakte beeld- of geluidsopname als bedoeld in artikel 30n, zevende en achtste lid. Indien naderhand een schriftelijke weergave van het proces-verbaal wordt opgesteld, wordt het proces-verbaal ondertekend door de rechter aan wie het mondelinge verslag is uitgebracht.
O
Artikel 199, eerste en tweede lid, komen te luiden:
1. De deskundigen hebben aanspraak op schadeloosstelling en op loon, door de rechter schriftelijk te begroten of onder het van het mondelinge verslag opgemaakte proces-verbaal.
2. De griffier betaalt het bedrag ten laste van het bijgeschreven of gestorte voorschot aan de deskundigen. Indien het vastgestelde voorschot niet toereikend is, wordt voor het resterende bedrag een bevelschrift van tenuitvoerlegging uitgegeven ten laste van de in de tweede volzin van artikel 195 genoemde partij of partijen. In geval van een mondeling verslag of van een gemaakte beeld- of geluidsopname wordt dit bevelschrift gegeven op een in executoriale vorm uitgegeven uittreksel uit het proces-verbaal van het mondelinge verslag of uit de schriftelijke weergave van het proces-verbaal als bedoeld in artikel 198, zesde lid.
P
Artikel 201 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
2. In het tweede lid wordt «ter griffie moet zijn neergelegd» vervangen door «aan partijen moet zijn verstrekt» en wordt «de dag waarop de zaak weer op de rol zal komen» vervangen door: de dag voor de volgende proceshandeling.
3. In het vierde lid worden de twee laatste volzinnen, onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot zesde en zevende lid, verplaatst naar het vijfde lid (nieuw).
4. In het vierde lid wordt na «en door de griffier ondertekend.» toegevoegd: In geval van toepassing van artikel 30n, zevende en achtste lid, kan tevens een proces-verbaal worden opgemaakt met een zakelijke samenvatting van hetgeen is voorgevallen tijdens de plaatsopneming of bezichtiging.
Q
Artikel 203 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
2. In het derde lid wordt «verzoekschrift» vervangen door «verzoek» en wordt «nadat een behandeling heeft plaatsgevonden» vervangen door: nadat een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.
R
In artikel 204, eerste lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
S
In artikel 206 wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
T
Artikel 438, derde en vijfde lid, komen te luiden:
3. Voor zover de zaak zich niet leent voor behandeling in kort geding, kan de voorzieningenrechter in plaats van de vordering af te wijzen de zaak op verlangen van de eiser verwijzen naar de rechtbank. De rechtbank waarnaar verwezen wordt, bepaalt onverwijld de datum voor de volgende proceshandeling. Tegen een verweerder die op voormeld tijdstip niet verschijnt en ook voor de voorzieningenrechter niet bij advocaat is verschenen, wordt slechts verstek verleend, indien hij tegen dit tijdstip bij exploot is opgeroepen met inachtneming van de voor verschijning voorgeschreven termijn, dan wel van de termijn die op verlangen van de eiser door de voorzieningenrechter bepaald is.
5. Verzet tegen de executie door een derde geschiedt door zowel de executant als de geëxecuteerde op te roepen.
U
Artikel 438a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «door een verzoekschrift» vervangen door: door indiening van een verzoek.
2. In het tweede lid wordt «verzoekschriften» vervangen door «verzoeken», wordt «een verzoekschrift» vervangen door «een verzoek» en wordt «het verzoekschrift» vervangen door: het verzoek.
V
In de artikelen 439, eerste en derde lid, 440, eerste lid, 458, tweede lid, 459, eerste lid, en 461a, derde lid, wordt «exploit» telkens vervangen door: exploot.
W
In artikel 474bb, derde lid, wordt «beslagexploit» vervangen door: beslagexploot.
X
Artikel 474c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste, zesde en achtste lid wordt «exploit» telkens vervangen door: exploot.
2. In het derde lid wordt «beslagexploit» vervangen door: beslagexploot.
Y
In de artikelen 474d, tweede en derde lid, en 474f wordt «exploit» telkens vervangen door: exploot.
Z
Artikel 474g wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «exploit» vervangen door: exploot.
2. In het tweede lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
AA
Artikel 475 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «exploit» vervangen door: exploot.
2. In het tweede lid wordt «beslagexploit» vervangen door: beslagexploot.
3. In het derde lid wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.
BB
In de artikelen 475a, derde lid, en 475i wordt «beslagexploit» telkens vervangen door: beslagexploot.
CC
In artikel 476, tweede lid, wordt «dagvaarding» vervangen door «oproepingsbericht», wordt «deze dagvaarding» vervangen door «dit oproepingsbericht» en wordt «exploit» vervangen door: exploot.
DD
In artikel 476b, eerste lid, wordt «exploit» vervangen door: exploot.
EE
Artikel 477a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid komt de eerste volzin te luiden: Indien de derde-beslagene wel een verklaring heeft afgelegd, is de executant bevoegd deze geheel of ten dele te betwisten dan wel aanvulling daarvan te eisen door de derde binnen twee maanden na zijn verklaring op te roepen en van hem te vorderen dat hij overgaat tot het doen van gerechtelijke verklaring en tot betaling of afgifte van hetgeen volgens de vaststelling door de rechter aan de executant zal blijken toe te komen.
2. In het vijfde lid wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
FF
In de artikelen 479, eerste lid, en 479i, eerste lid, wordt «exploit» telkens vervangen door: exploot.
GG
Artikel 479n wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «deurwaardersexploit» vervangen door: deurwaardersexploot.
2. In het eerste, tweede en derde lid wordt «exploit» telkens vervangen door: exploot.
HH
In artikel 479p, eerste lid, wordt «exploit» vervangen door: exploot.
II
Artikel 479r wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «exploit» telkens vervangen door: exploot.
2. In het tweede en derde lid wordt «deurwaardersexploit» telkens vervangen door: deurwaardersexploot.
JJ
In artikel 481, tweede lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
KK
Artikel 484, eerste lid, komt te luiden:
1. De staat wordt door de rechter-commissaris verstrekt aan alle bovengenoemde belanghebbenden en de rechter bepaalt dag en uur, waarop alle partijen zich bij de rechter-commissaris zullen kunnen vervoegen tot het voorstellen van hun tegenspraak.
LL
Artikel 486 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste, tweede en derde lid wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
2. In het eerste lid wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
MM
In artikel 489 wordt «een uittreksel uit het audiëntieblad» vervangen door: een in het digitale systeem voor gegevensverwerking van de gerechten geplaatst bericht.
NN
In artikel 496, tweede lid, wordt «bij een verzoekschrift» vervangen door «in een procesinleiding» en wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
OO
In de artikelen 500, 502, eerste, tweede en vierde lid, 513, vierde lid, en 514, tweede en derde lid, wordt «exploit» telkens vervangen door: exploot.
PP
In artikel 539 wordt «dagvaarding» vervangen door: oproepingsbericht.
In artikel 544, tweede lid, wordt «exploit» vervangen door: exploot.
RR
In artikel 548, derde lid, wordt «verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
SS
In artikel 549, eerste lid, wordt «Een verzoekschrift» vervangen door «Een procesinleiding», wordt «het verzoekschrift» vervangen door «de procesinleiding» en wordt «exploit» vervangen door: exploot.
TT
In artikel 552, tweede lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
UU
In artikel 555 wordt «exploit» vervangen door: exploot.
VV
In artikel 557a, tweede lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
WW
In de artikelen 563, eerste lid, en 569, vierde lid, wordt «exploit» telkens vervangen door: exploot.
XX
Artikel 575 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en vierde lid wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
2. In het tweede lid wordt «gedeponeerd» vervangen door: ingediend.
3. In het derde lid wordt «deponeert ter griffie» vervangen door: dient ter griffie in.
4. In het zevende lid wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
YY
In artikel 584b, eerste lid, wordt «exploit» vervangen door: exploot.
ZZ
In artikel 584f, eerste lid, wordt de zinsnede «De beslaglegger legt op de griffie van de rechtbank in welker rechtsgebied het luchtvaartuig zich dan bevindt, neer een afschrift» vervangen door: De beslaglegger dient bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waar het luchtvaartuig zich dan bevindt, een afschrift in.
AAA
Artikel 613 komt te luiden:
1. De tenuitvoerlegging van een veroordeling tot schadevergoeding op te maken bij staat, vangt aan door indiening van een staat waarin het beloop van de schade waarvan de vereffening wordt gevorderd, gespecificeerd wordt opgegeven.
2. Het oproepingsbericht wordt bezorgd of betekend bij of aan de wederpartij en vermeldt de dag waarop de wederpartij ten laatste als verweerder kan verschijnen.
3. De bepalingen betreffende de vorderingsprocedure zijn van overeenkomstige toepassing. Bevoegd is de rechter die in eerste instantie over de hoofdzaak heeft geoordeeld.
BBB
In artikel 615a vervalt: 127,.
CCC
In artikel 624, tweede lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
DDD
In artikel 640 wordt «te deponeren» vervangen door: in te dienen.
EEE
In de artikelen 641 wordt «gedeponeerde» telkens vervangen door «ingediende» en wordt «legt hij een exemplaar der dispache of een uittreksel daarvan ter griffie neer» telkens vervangen door: dient hij een exemplaar van de dispache of een uittreksel daarvan ter griffie in.
FFF
Artikel 642a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
2. In het vierde lid wordt «De behandeling» vervangen door: De mondelinge behandeling.
GGG
In artikel 642f, tweede lid, wordt «van de rol afgevoerd» vervangen door: ter griffie doorgehaald.
HHH
In artikel 642q, eerste lid, wordt «terechtzittingen» vervangen door «zittingen» en wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
III
In artikel 642r, eerste lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
JJJ
In artikel 642y, derde lid vervalt: bij exploit.
KKK
In artikel 664 wordt «copiëren» onderscheidenlijk «copieën» vervangen door «kopiëren» onderscheidenlijk «kopieën».
LLL
Artikel 667 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
2. In het tweede lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
MMM
Artikel 680 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «gedaagden» telkens vervangen door: verweerders.
2. In het vierde lid wordt «de voor dagvaarding voorgeschreven termijnen» vervangen door «de voor oproeping voorgeschreven termijnen», wordt «de dag waarop hij de zaak wederom ter rolle wil doen dienen» vervangen door «de dag van verschijning», wordt «de langste termijn van dagvaarding» vervangen door «de langste termijn van verschijning» en wordt «gedagvaard» vervangen door: opgeroepen.
3. In het vijfde lid wordt «gedaagden» vervangen door «verweerders» en wordt «de aan hem zelf uitgebrachte dagvaarding» vervangen door: het aan hem zelf uitgebrachte oproepingsbericht.
NNN
In artikel 700, tweede lid, wordt «bij een verzoekschrift» vervangen door: in een procesinleiding.
OOO
In artikel 701, tweede lid, wordt «beslagexploit» vervangen door: beslagexploot.
PPP
Artikel 702 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «beslagexploit» telkens vervangen door: beslagexploot.
2. In het tweede lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
QQQ
In artikel 710a wordt «verzoekschriften» vervangen door «procesinleidingen» en wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
RRR
Artikel 711, derde lid, tweede volzin, komt te luiden: Het in beslag te nemen goed moet in de in artikel 700, tweede lid, bedoelde procesinleiding worden omschreven.
SSS
In artikel 715, tweede lid, wordt «beslagexploit» vervangen door «beslagexploot» en wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
TTT
Artikel 719 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «beslagexploit» telkens vervangen door: beslagexploot.
2. In het tweede lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
UUU
In artikel 720 wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
VVV
In artikel 721 wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
WWW
Artikel 724, eerste lid, tweede volzin, komt te luiden: Deze goederen moeten in de in artikel 700, tweede lid, bedoelde procesinleiding worden omschreven.
XXX
In artikel 732 wordt «het in artikel 700, tweede lid, bedoelde verzoekschrift» vervangen door: de in artikel 700, tweede lid, bedoelde procesinleiding.
YYY
Artikel 734, vierde lid, eerste volzin komt te luiden: In de in artikel 700, tweede lid, bedoelde procesinleiding wordt het in beslag te nemen goed omschreven.
ZZZ
In artikel 767 wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
AAAA
Artikel 771 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «dagvaardt de rekenplichtige hen allen tot» vervangen door: roept de rekenplichtige hen allen op tot.
2. Het tweede lid en derde lid komen te luiden:
2. De bekende belanghebbenden worden bovendien opgeroepen door bezorging of betekening van het oproepingsbericht.
3. De termijn om te verschijnen is in afwijking van artikel 30, derde lid, onder c, ten minste vier maanden. De termijn tussen de betekening van belanghebbenden en het verstrijken van de termijn om te verschijnen is ten minste drie maanden.
BBBB
Artikel 772 komt te luiden:
CCCC
In artikel 773 wordt «gedaagden» vervangen door: verweerders.
DDDD
In artikel 774, tweede lid, wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
EEEE
Artikel 799 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 278, eerste lid,» vervangen door «artikel 30a, derde lid,» en wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
FFFF
In artikel 799a, eerste en tweede lid, wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
GGGG
Artikel 800 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door «de procesinleiding» en wordt «de behandeling» vervangen door: de mondelinge behandeling.
2. In het tweede lid wordt «ter terechtzitting» vervangen door: op de mondelinge behandeling.
3. In het derde lid wordt «de behandeling» vervangen door: de mondelinge behandeling.
HHHH
Artikel 801 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een behandeling ter terechtzitting» vervangen door: een mondelinge behandeling.
2. In het tweede lid wordt «de behandeling» vervangen door: de mondelinge behandeling.
IIII
In artikel 803, eerste en tweede lid, wordt «de behandeling» telkens vervangen door: de mondelinge behandeling.
JJJJ
In artikel 804 wordt «de behandeling» vervangen door «de mondelinge behandeling», wordt «ter behandeling» vervangen door «ter zitting» en wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
KKKK
In artikel 805, eerste lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
LLLL
In artikel 807, onderdeel e, wordt na «artikel 452, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek» een komma ingevoegd en wordt de zinsnede «staat geen andere voorziening open dan cassatie in het belang der wet» verplaatst naar een nieuwe regel.
MMMM
In artikel 808 wordt «de behandeling» vervangen door: de mondelinge behandeling.
NNNN
Artikel 810 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede en derde lid wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
2. In het derde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
OOOO
Artikel 815 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 278, eerste lid,» vervangen door «artikel 30a, derde lid,».
2. In het eerste, vierde, vijfde en zevende lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
3. In het tweede en vierde lid wordt «Het verzoekschrift» telkens vervangen door: De procesinleiding.
4. In het vierde lid wordt «de gevraagde voorzieningen» telkens vervangen door: de verzochte voorzieningen.
PPPP
Artikel 816 komt te luiden:
1. Betreft het een verzoek van één der echtgenoten, dan doet de verzoeker binnen veertien dagen na de indiening van de procesinleiding een afschrift daarvan bezorgen of betekenen aan de andere echtgenoot. Uiterlijk op een in de procesinleiding vermelde dag kan de andere echtgenoot hetzij een verweerschrift indienen, hetzij om uitstel daarvoor verzoeken. De procesinleiding vermeldt dat een en ander slechts kan geschieden door een advocaat.
2. De dag die ingevolge lid 1 in de procesinleiding moet worden vermeld, wordt bepaald met inachtneming van een termijn van ten minste zes weken, te rekenen vanaf de dag van de bezorging of betekening. Heeft de andere echtgenoot geen bekende woonplaats in Nederland, dan bedraagt deze termijn ten minste drie maanden.
3. Heeft de verzoeker de procesinleiding bezorgd en de andere echtgenoot dient niet uiterlijk op de in de procesinleiding vermelde dag een verweerschrift in of verzoekt om uitstel daarvoor, dan kan de verzoeker binnen twee weken na de in de procesinleiding vermelde dag de procesinleiding bij exploot betekenen aan de andere echtgenoot. Indien de verzoeker deze betekening achterwege laat, wordt hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.
4. Bij een betekening ingevolge het derde lid wordt de termijn voor het indienen van een verweerschrift of voor het verzoeken van uitstel daarvoor verlengd met vier weken, te rekenen vanaf de dag van betekening.
5. Indien de voorschriften voor de betekening van de procesinleiding niet in acht zijn genomen, of indien het exploot van betekening van de procesinleiding anderszins lijdt aan een gebrek, zijn de artikelen 120 en 121 van overeenkomstige toepassing.
6. Indien de andere echtgenoot tijdig om uitstel heeft verzocht, alsmede indien een ingediend verweerschrift een tegenverzoek bevat, bepaalt de rechter een termijn waarbinnen de andere echtgenoot respectievelijk de echtgenoot die de oorspronkelijke procesinleiding heeft ingediend, een verweerschrift kan indienen.
7. Op eensluidend verzoek van de echtgenoten verlengt de rechter de termijn bedoeld in lid 6, tenzij dit leidt tot onredelijke vertraging van het geding. Hij kan deze termijn ook verlengen op verzoek van een der echtgenoten of ambtshalve.
QQQQ
In artikel 817, eerste lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
RRRR
Artikel 818 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 279,» vervangen door «artikel 30j,» en wordt «een behandeling ter terechtzitting» vervangen door: een mondelinge behandeling.
2. In het tweede lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door «de procesinleiding» en wordt «de behandeling ter terechtzitting» vervangen door: de mondelinge behandeling.
3. In het derde, vierde en vijfde lid wordt «de behandeling» telkens vervangen door: de mondelinge behandeling.
4. In het vierde lid wordt «zelfstandig verzoek» vervangen door: tegenverzoek.
SSSS
Artikel 821 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. In zaken van echtscheiding of scheiding van tafel en bed kan ieder der echtgenoten om voorlopige voorzieningen als bedoeld in de artikelen 822 en 823 verzoeken. Een verzoek tot voorlopige voorzieningen kan worden gedaan tot het tijdstip waarop een zodanige voorziening, indien gegeven, ingevolge artikel 826 haar kracht verliest.
2. In het tweede en derde lid wordt «behandeling ter terechtzitting» telkens vervangen door: mondelinge behandeling.
TTTT
In artikel 827, derde lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
UUUU
Artikel 838 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De griffiers en andere bewaarders van openbare registers moeten daarvan, zonder rechterlijk bevel, tegen betaling van de hun toekomende rechten, afschrift of uittreksel verstrekken aan eenieder die daarom vraagt, op straffe van vergoeding van kosten, schaden en renten.
2. In het tweede lid wordt «artikel 28» vervangen door: artikel 29.
VVVV
In artikel 856, derde lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
WWWW
Artikel 986 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het verlof tot tenuitvoerlegging wordt verzocht in een procesinleiding die wordt ingediend door een advocaat en die tevens de keuze inhoudt van de woonplaats binnen het arrondissement van de rechtbank.
2. In het tweede lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
XXXX
Artikel 995 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
2. In het tweede lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door «De procesinleiding» en wordt «artikel 278» vervangen door: artikel 30a, derde lid,.
YYYY
Artikel 997 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschriften» vervangen door: verzoeken.
2. In het tweede lid wordt «de behandeling» vervangen door: de mondelinge behandeling.
ZZZZ
Artikel 997a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Een afschrift van het exploit van dagvaarding» vervangen door: Een afschrift van het oproepingsbericht of van het exploot van oproeping houdende de procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «gedagvaarde» vervangen door «opgeroepen» en wordt «de dagvaarding» vervangen door: het oproepingsbericht.
3. In het derde lid wordt «gedaagden» vervangen door: verweerders.
AAAAA
Artikel 1003 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «artikel 111, tweede lid» vervangen door: artikel 30a, derde lid.
2. In de onderdelen 1° en 2° wordt «exploit» telkens vervangen door «exploot», wordt «mede-gedagvaarde» telkens vervangen door «mede-opgeroepen» en wordt «ontbonden vereniging als hiervoor bedoeld» telkens vervangen door: ontbonden vereniging als hiervoor bedoeld, alsmede een procesinleiding die bestemd is voor deze vereniging, leden of gewezen leden.
BBBBB
In artikel 1004 wordt de zinsnede «verzoekschrift» vervangen door «verzoek», wordt «mede-gedagvaarde» vervangen door «mede-opgeroepen» en wordt «artikel 278» vervangen door: artikel 30a, derde lid,.
CCCCC
In artikel 1005 wordt «het exploot» vervangen door: het exploot of de procesinleiding.
DDDDD
In artikel 1006 wordt «het exploit of in het verzoekschrift» vervangen door: het exploot of in de procesinleiding.
EEEEE
De aanhef van de artikelen 1009 en 1011a, tweede lid, komt telkens te luiden: Op straffe van nietigheid dienen tezamen met het oproepingsbericht te worden bezorgd of betekend:.
FFFFF
Artikel 1013 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
3. In het vierde lid wordt de zinsnede «In afwijking van artikel 282, tweede lid, behoeft geen afschrift van een verweerschrift» vervangen door «Er behoeft geen afschrift van een verweerschrift» en wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
4. In het vijfde lid wordt «bij gewone brief» vervangen door «schriftelijk» en wordt «terechtzitting» vervangen door: mondelinge behandeling.
5. In het zevende lid wordt «de behandeling» telkens vervangen door «de mondelinge behandeling» en wordt «Artikel 282, vierde lid» vervangen door: Artikel 30i, achtste lid.
6. Het achtste lid vervalt.
GGGGG
In artikel 1015, vierde lid, wordt «van de rol afgevoerd» vervangen door: doorgehaald ter griffie.
HHHHH
Artikel 1017 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bij gewone brief» vervangen door: schriftelijk.
2. Het derde lid, eerste volzin, komt te luiden: Aan de bekende gerechtigden onder de overeenkomst en aan de in de procedure verschenen rechtspersonen als bedoeld in artikel 1014, wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan van de beschikking tot verbindendverklaring, tenzij de rechter anders bepaalt.
IIIII
Artikel 1018a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en vierde lid wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
2. In het tweede lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
JJJJJ
In artikel 1019e, eerste lid, vervalt: bij verzoekschrift gedaan.
KKKKK
In artikel 1019f, tweede lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
LLLLL
In artikel 1019i, eerste en derde lid, wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
MMMMM
In artikel 1019l, tweede lid, vervalt «in conventie» en wordt «in reconventie» vervangen door: een tegenvordering.
NNNNN
In artikel 1019t, tweede en vijfde lid, wordt «drie gewaarmerkte afschriften» telkens vervangen door: een afschrift.
OOOOO
In artikel 1019u wordt «met een verzoekschrift moeten worden ingediend» vervangen door: met een verzoek moeten worden ingeleid.
PPPPP
Artikel 1019x wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door «De procesinleiding» en wordt «artikel 278, eerste lid» vervangen door: artikel 30a, derde lid.
2. In het vierde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
QQQQQ
Artikel 1019ij wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt, alsmede de aanduiding «2» voor het tweede lid.
2. De zinsnede «Bij een verschijning van partijen ter terechtzitting» wordt vervangen door: Tijdens de mondelinge behandeling als bedoeld in artikel 30k.
RRRRR
In artikel 1.019cc, derde lid, onderdeel a, wordt «de eerste roldatum» vervangen door «de datum van verschijning» en wordt «appellant» vervangen door: eiser in hoger beroep.
SSSSS
In artikel 1056 vervalt: bij verzoekschrift.
TTTTT
In artikel 1064a, vierde lid, wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
UUUUU
In artikel 1071 wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
VVVVV
In artikel 1072a wordt «met een verzoekschrift worden ingeleid» vervangen door: met een verzoek worden ingediend.
XXXXX
In artikel 1072b komt het eerste lid te luiden:
1. Indien de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij daarvoor langs deze weg bereikbaar is en het scheidsgerecht daarmee instemt, kan, voor zover in enige bepaling van deze titel voor een overeenkomst, processtuk, mededeling, verzoek of handeling de schriftelijke vorm wordt vereist, dit ook op elektronische wijze geschieden. De bereikbaarheid langs deze weg geldt voor de duur van het arbitraal beding, tenzij de geadresseerde meedeelt dat hij haar wijzigt of, voor zover partijen deze mogelijkheid zijn overeengekomen, intrekt. Dit lid is niet van toepassing op een handeling in een gerechtelijke procedure.
YYYYY
In artikel 1077, tweede lid, wordt «de artikelen 114 tot en met 116» vervangen door: de artikelen 30a, derde lid, onder c, 115 en 116.
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 27 wordt de zinsnede «hebben belanghebbende partijen de bevoegdheid zich binnen zes weken na de verzending van dat besluit bij verzoekschrift te wenden tot de rechtbank binnen welker rechtsgebied de standplaats van de ambtenaar van de burgerlijke stand is gelegen» vervangen door: kunnen belanghebbende partijen binnen zes weken na de verzending van dat besluit een verzoek indienen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de standplaats van de ambtenaar van de burgerlijke stand is gelegen.
B
Artikel 243 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «Exploiten» vervangen door: Exploten.
2. In het vierde lid wordt de zinsnede «behalve in gedingen die met een dagvaarding aanvangen» vervangen door: behalve in zaken waarbij een vordering wordt ingesteld.
C
In artikel 265k wordt in het tweede lid «terechtzitting» vervangen door «zitting» en wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
D
In artikel 280, onderdeel b, komt de laatste volzin te luiden: een schriftelijke bereidverklaring wordt ingediend ter griffie waar de benoeming zal geschieden.
E
In artikel 345, derde lid, wordt «artikel 87» vervangen door: artikel 30k, lid 1, onder c,.
F
In de artikelen 379, tweede lid, 389, derde lid, en 432, tweede lid, wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
G
In artikel 441, tweede lid, onder e, wordt «artikel 87» vervangen door: artikel 30k, lid 1, onder c.
H
In de artikelen 449, derde lid, 451, tweede lid, en 462, derde lid, wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 22a, eerste lid, wordt «bij verzoekschrift vragen» vervangen door: verzoeken.
B
In de artikelen 23b, vijfde lid, en 86d, vierde lid, wordt «door een verzoekschrift aan de rechtbank» telkens vervangen door: door het indienen van een verzoek bij de rechtbank.
C
Artikel 92a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde en vierde lid wordt «gedaagden» telkens vervangen door: verweerders.
2. In het vierde en zesde lid wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
D
In de artikelen 100, derde lid, en 182, derde lid, wordt «door een verzoekschrift aan de rechtbank» telkens vervangen door: door het indienen van een verzoek bij de rechtbank.
E
Artikel 201a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde en vierde wordt «gedaagden» telkens vervangen door: verweerders.
2. In het vierde en zesde lid wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
F
In artikel 316, tweede lid, wordt «door een verzoekschrift aan de rechtbank» telkens vervangen door: door het indienen van een verzoek bij de rechtbank.
G
In artikel 334l, eerste lid, wordt «een verzoekschrift aan de rechtbank» vervangen door «het indienen van een verzoek bij de rechtbank» en wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
H
Artikel 338 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de dagvaarding» vervangen door «het oproepingsbericht».
2. In het eerste en tweede lid wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
I
In artikel 341, eerste, tweede, derde en vierde lid, wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
J
Artikel 342, tweede lid, eerste volzin, komt te luiden: Een afschrift van het oproepingsbericht moet onverwijld door de eisers aan de houder van het aandeel, die niet zelf tevens eiser is, worden betekend bij exploot.
K
Artikel 343 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «de conclusie van antwoord» vervangen door: het verweerschrift.
2. In het vierde lid, wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
3. In het vijfde lid wordt «gedaagden» vervangen door: verweerders.
L
Artikel 343a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste, tweede, derde, vijfde lid wordt «gedaagden» telkens vervangen door: verweerders.
2. In het zesde lid wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
M
Artikel 343c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «dan kunnen zij zich bij gezamenlijk verzoekschrift wenden tot de rechter, bedoeld in artikel 336 lid 3, teneinde de prijs van de aandelen te doen vaststellen» vervangen door: dan kunnen zij de rechter, bedoeld in artikel 336 lid 3, gezamenlijk verzoeken de prijs van de aandelen te doen vaststellen.
2. In het derde lid wordt «verzoekschriftprocedure» vervangen door: verzoekprocedure.
3. In het vierde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
N
In artikel 348 wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
O
Artikel 359c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt «gedaagden» vervangen door: verweerders.
2. In het zevende lid wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
P
In artikel 404, vijfde lid, wordt «door een verzoekschrift aan de rechtbank» vervangen door: door het indienen van een verzoek bij de rechtbank.
Q
In de artikelen 447, tweede lid, en 454, tweede lid, wordt «Het verzoekschrift» telkens vervangen door: Het verzoek.
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 17, eerste lid, onder f, wordt «verzoekschriften» vervangen door: verzoeken.
B
In artikel 20, vierde lid, wordt «dagvaarding» vervangen door «oproepingsbericht» en wordt «uitgebrachte dagvaarding» vervangen door: uitgebracht oproepingsbericht.
C
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «ieder bij name dagvaarden» vervangen door: ieder bij naam oproepen.
2. In het tweede lid wordt «dagvaarding» vervangen door «procesinleiding», wordt «bij name» vervangen door: bij naam» en wordt «exploit» vervangen door: exploot.
3. In het derde lid wordt «bij name zijn gedagvaard» vervangen door: bij naam zijn opgeroepen.
4. In het vierde lid wordt «exploit» vervangen door: exploot.
D
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
1. De tweede volzin van het eerste lid komt te luiden: Wordt ter verkrijging van dit bevel iemand die in de registers staat ingeschreven opgeroepen, dan worden daarmee tevens opgeroepen al zijn rechtverkrijgenden die geen nieuwe inschrijving hebben genomen.
2. In het derde lid wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
E
In de artikel 125, tweede lid, wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
F
In de artikelen 171 en 218 wordt «verzoekschriften» telkens vervangen door: verzoeken.
G
In de artikelen 300, tweede lid, en 305a, tweede lid en derde lid, wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
In artikel 169, eerste lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt «artikel 87» vervangen door: artikel 30k, lid 1, onder c,.
Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 95, eerste lid, wordt «verzoekschriften» vervangen door: verzoeken.
B
In artikel 116, vierde lid, wordt «De dagvaarding» vervangen door: Het oproepingsbericht.
Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 136 wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
B
In artikel 193j, eerste lid, wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
C
In artikel 242, tweede lid, wordt de zinsnede «wordt de zaak met een verzoekschrift ingeleid» vervangen door «wordt de zaak ingeleid door indiening van een verzoek» en wordt «artikel 279 lid 1» vervangen door: artikel 30j, leden 1, 2, 3 en 5,.
D
In de artikelen 258, eerste lid, en 259, eerste lid, wordt «verlangen» vervangen door: vordering.
E
Artikel 260, vierde lid, eerste volzin, komt te luiden: Wordt ter zake van een verplichting als bedoeld in artikel 252 bij iemand een oproepingsbericht bezorgd of betekend aan zijn overeenkomstig lid 2, eerste zin, van dat artikel gekozen woonplaats, dan zijn daarmee tevens opgeroepen al zijn rechtverkrijgenden die geen nieuwe inschrijving hebben genomen.
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 440, vierde lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
B
Artikel 686a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «ingeleid met een verzoekschrift» vervangen door: ingeleid door indiening van een verzoek.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Wanneer in gedingen die op het in, bij of krachtens deze afdeling bepaalde zijn gebaseerd, daarmee verband houdende andere vorderingen kunnen worden ingesteld, zijn de bepalingen van de verzoekprocedure van toepassing.
3. In het vierde lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
4. In het vijfde en tiende lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
Artikel 1595 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «gedagvaard» vervangen door «opgeroepen» en wordt «betekening van de dagvaarding» vervangen door: bezorging of betekening van het oproepingsbericht.
2. In het tweede lid wordt «gedagvaarde» vervangen door: opgeroepen.
In artikel 56, derde lid, van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
In artikel 4:111, tweede lid, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht wordt «door middel van dagvaarding» vervangen door: door het instellen van een vordering bij de burgerlijke rechter.
De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 27a, tweede lid, en 28, vierde en vijfde lid, wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
B
In artikel 50d, tweede lid, wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
In de artikelen 5c, derde lid, en 5d, derde lid, van de Databankenwet wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, eerste lid, wordt de zinsnede «geen verzoekschrift» vervangen door «geen verzoek» en wordt «een verzoekschrift» vervangen door: alsnog een verzoek.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
2. In het vijfde lid wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
C
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschriften» vervangen door: verzoeken.
2. In het derde lid wordt «Verzoekschriften» vervangen door: Verzoeken.
D
In de artikelen 8, vierde lid, en 10, tweede lid, wordt de zinsnede «geschiedt bij een verzoekschrift in te dienen» telkens vervangen door: wordt ingesteld door indiening van een verzoek.
E
Artikel 15b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
2. In het tweede lid komt de eerste volzin te luiden: De gefailleerde dient daartoe een verzoek als bedoeld in artikel 284 in bij de rechtbank waar de aangifte of het verzoek tot faillietverklaring werd ingediend.
F
Artikel 15c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede en vierde lid wordt «bij een verzoekschrift, in te dienen» telkens vervangen door: door indiening van een verzoek.
2. In het derde en vijfde lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door «verzoek».
3. In het derde lid wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
G
In artikel 27, eerste en tweede lid, wordt «gedaagde» telkens vervangen door verweerder.
H
In artikel 66, tweede lid, wordt «gedagvaard» vervangen door: bij exploot opgeroepen.
I
In artikel 69, eerste lid, wordt «bij verzoekschrift» vervangen door: door het indienen van een verzoek.
J
Artikel 122 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste, tweede en derde lid wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
2. In het eerste lid wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding
K
Artikel 122a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt: ter rolle.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. De rechter bepaalt de te verrichten proceshandeling en stelt partijen hiervan in kennis, met vermelding van de toepasselijke termijnen. Partijen stellen opnieuw advocaat.
3. Het vijfde lid wordt vernummerd tot vierde lid.
L
Artikel 150 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
2. In het tweede lid wordt «der terechtzitting» vervangen door: van de zitting.
M
In artikel 152, eerste lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
N
In artikel 155, eerste lid, wordt de zinsnede «geschiedt bij een verzoekschrift, in te dienen» vervangen door: wordt ingesteld door indiening van een verzoek.
O
In de artikelen 185, eerste en tweede lid, en 186, eerste en tweede lid, wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
P
Artikel 187 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt de zinsnede «geschiedt bij een verzoekschrift, in te dienen» vervangen door: wordt ingesteld door indiening van een verzoek.
2. In het derde lid wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
Q
In artikel 207 wordt «het verzoekschrift zij» vervangen door: de procesinleiding wordt.
R
In artikel 212 wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
S
Artikel 212hd komt te luiden:
De Nederlandsche Bank N.V. zendt een afschrift van de procesinleiding aan de bank en geeft kennis van de inhoud van het verzoek aan de toezichthoudende instanties van de andere lidstaten waar een bijkantoor van de bank is gelegen of waarnaar zij diensten verricht vanuit haar vestigingen in een andere lidstaat.
T
In de artikelen 212he, 212hga, tweede lid, en 212ho, eerste lid, wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
U
In de artikel 212j wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
V
Artikel 213ad komt te luiden:
De Nederlandsche Bank N.V. zendt een afschrift van de procesinleiding aan de verzekeraar en geeft kennis van de inhoud van het verzoek aan de toezichthoudende instanties van de andere lidstaten waar een bijkantoor van de verzekeraar is gelegen of waarnaar hij diensten verricht vanuit zijn vestigingen in een andere lidstaat.
W
In de artikelen 213ae, 213ag, vijfde lid, 213an, eerste lid, wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
X
In de artikelen 213c en 213hh wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
Y
Artikel 214 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Hij zal zich daartoe, onder overlegging van een door behoorlijke bescheiden gestaafde staat als bedoeld in artikel 96, met een verzoek wenden tot de rechtbank, aangewezen in artikel 2. De procesinleiding zal door hemzelf en zijn advocaat zijn ondertekend en zodanige gegevens bevatten dat de rechter kan beoordelen of hem rechtsmacht toekomt op grond van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid.
2. In het derde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
Z
Artikel 215 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «bij brieven» vervangen door «schriftelijk», wordt «op het verzoekschrift» vervangen door «op het verzoek» en wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
AA
In artikel 216 wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
BB
In artikel 218, zevende lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
CC
In artikel 219, tweede lid, wordt de zinsnede «bij een verzoekschrift, in te dienen» vervangen door: door indiening van een verzoek.
DD
In artikel 220, tweede lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
EE
In artikel 221, tweede lid, wordt de zinsnede «bij een verzoekschrift, in te dienen» vervangen door: door indiening van een procesinleiding.
FF
In artikel 223b, eerste lid, wordt «gedagvaard» vervangen door: bij exploot opgeroepen.
GG
Artikel 231 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «aanleggen» vervangen door: instellen.
2. In het tweede lid wordt «aanlegger» vervangen door: eiser.
HH
De artikelen 243 en 244 worden als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt de zinsnede «bij een verzoekschrift, in te dienen» telkens vervangen door: door indiening van een verzoek.
2. In het derde lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door «het verzoek» en wordt «bij brieven» vervangen door: schriftelijk.
II
In de artikelen 246, eerste en tweede lid, en 247, tweede lid, wordt «bij brieven» telkens vervangen door: schriftelijk.
JJ
In artikel 247a, tweede lid, wordt «bij een verzoekschrift» vervangen door: met een verzoek.
KK
Artikel 247b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt de zinsnede «bij een verzoekschrift, in te dienen» vervangen door: door indiening van een verzoek.
2. In het derde lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door «het verzoek» en wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
3. In het vierde lid wordt de zinsnede «Het beroep in cassatie wordt ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen» vervangen door: Het beroep in cassatie wordt ingesteld door indiening van een verzoek.
4. In het vijfde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: het verzoek.
LL
Artikel 255 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het verzoekschrift tot verlening van surseance» vervangen door: de procesinleiding, waarbij het verlenen van surseance is verzocht,.
2. In het derde lid wordt «het verzoekschrift tot het verlenen van surseance» vervangen door: de procesinleiding, waarbij het verlenen van surseance is verzocht,.
MM
Artikel 269b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
2. In het tweede lid wordt «der terechtzitting» vervangen door: van de zitting.
NN
In artikel 271, eerste lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
OO
In artikel 278, tweede lid, wordt de zinsnede «bij een verzoekschrift, in te dienen» vervangen door: door indiening van een verzoek.
PP
In artikel 283, tweede lid, wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
Artikel 284, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De eerste volzin komt te luiden: Hij dient daartoe een door hem of een gevolmachtigde ondertekende procesinleiding in bij de rechtbank, aangewezen in artikel 2.
2. In de tweede volzin wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
RR
In artikel 285, eerste lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
SS
In artikel 286 wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
TT
Artikel 287 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: het verzoek.
2. In het tweede lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
3. In het vierde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door «het verzoek» en wordt «bij afzonderlijk verzoekschrift» vervangen door: door indiening van een afzonderlijk verzoek daartoe.
4. In het zesde en zevende lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: het verzoek.
UU
Artikel 287a, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «in het verzoekschrift» vervangen door «bij het verzoek» en wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. De oproeping van de schuldenaar en de schuldeiser of schuldeisers geschiedt schriftelijk door de griffier. De rechter kan nader bepalen hoe deze oproeping geschiedt.
3. In het vierde lid wordt «op het verzoekschrift» vervangen door: op het verzoek.
VV
In artikel 287b, eerste lid, wordt «middels het verzoekschrift» vervangen door: in het verzoek.
WW
Artikel 288 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: het verzoek.
2. In het tweede lid wordt in onderdeel c «vóór de dag van het verzoekschrift» vervangen door «voor de dag van indiening van het verzoek» en wordt in onderdeel d «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
XX
Artikel 292 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: het verzoek.
2. In het vierde lid wordt de zinsnede «bij een verzoekschrift, in te dienen» vervangen door «door indiening van een verzoek», wordt «het verzoekschrift» vervangen door «het verzoek» en wordt «het verzoekschrift ter terechtzitting» vervangen door: het verzoek ter zitting.
3. In het zevende lid wordt de zinsnede «bij een verzoekschrift, in te dienen» vervangen door: door indiening van een verzoek.
YY
In artikel 294b wordt «een uittreksel van het verzoekschrift» vervangen door: een afschrift van de procesinleiding.
ZZ
Artikel 317 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bij verzoekschrift» vervangen door: door het indienen van een verzoek.
2. In het tweede lid wordt na «binnen drie dagen» toegevoegd: op het verzoek.
AAA
In artikel 320, achtste lid, wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
BBB
Artikel 335 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «verzoekschriften» vervangen door: verzoeken.
CCC
In artikel 337, eerste lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
DDD
Artikel 338 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
2. In het tweede lid wordt «op verzoekschriften» vervangen door: op verzoeken.
EEE
In artikel 339, eerste lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
FFF
In artikel 350, derde lid, onderdeel f, wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
GGG
Artikel 351 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt de zinsnede «bij een verzoekschrift, in te dienen» vervangen door: door indiening van een verzoek.
2. In het derde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: het verzoek.
3. In het vierde lid wordt «het verzoekschrift ter terechtzitting» vervangen door: het verzoek ter zitting.
4. In het vijfde lid wordt de zinsnede «bij een verzoekschrift, in te dienen» vervangen door: door indiening van een verzoek.
HHH
In de artikelen 352, eerste lid, 353, eerste lid, 354, eerste lid, en 354a, eerste lid, wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
III
In artikel 358a, derde en vierde lid, wordt de zinsnede «bij een verzoekschrift, in te dienen» telkens vervangen door: door indiening van een verzoek.
JJJ
In artikel 361, tweede lid, wordt «Verzoekschriften» vervangen door: Verzoeken.
In artikel 2, eerste lid, onder a, van de Gerechtsdeurwaarderswet wordt «dagvaardingen» vervangen door: oproepingen.
De Handelsnaamwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «zich bij verzoekschrift tot de kantonrechter wenden met het verzoek,» vervangen door: de kantonrechter verzoeken.
2. In het tweede lid wordt «Het verzoekschrift wordt gericht tot» vervangen door «De procesinleiding wordt ingediend bij», wordt «des verzoekers» vervangen door «een van de verzoekers» en wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
3. In het derde lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door «De procesinleiding» en wordt «het verzoekschrift» vervangen door: het verzoek.
4. In het vijfde lid wordt «de het gerechtshof» vervangen door «het gerechtshof» en komt de laatste volzin te luiden: De daartoe strekkende procesinleiding wordt aan de wederpartij bezorgd of betekend.
B
In artikel 6a, derde lid, wordt «Het verzoekschrift» vervangen door «De procesinleiding» en wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
C
In artikel 6b wordt «gedaagde» vervangen door: de verweerder.
De Onteigeningswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, tweede lid, wordt «is gedagvaard» vervangen door «is opgeroepen» en wordt de zinsnede «zolang de eindconclusies door partijen niet genomen zijn» vervangen door: zolang de laatste schriftelijke uitwisseling van standpunten niet heeft plaatsgevonden.
B
Artikel 18 komt te luiden:
1. Is hetgeen onteigend moet worden niet bij minnelijke overeenkomst verkregen, dan stelt de onteigenende partij een vordering in tegen de bij koninklijk besluit aangewezen eigenaar bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarin de te onteigenen onroerende zaak is gelegen, teneinde de onteigening te horen uitspreken en het bedrag der schadeloosstelling te horen bepalen. Betreft de onteigening een recht, dan wordt zij ingesteld tegen de bij koninklijk besluit aangewezen rechthebbende; van deze vordering wordt kennisgenomen door de rechtbank binnen het rechtsgebied waarin de onroerende zaak is gelegen waarop het recht rust.
2. Wanneer de rechtbank op grond van het voorgaande bevoegd is van een deel van de vordering kennis te nemen, is zij bevoegd van de gehele vordering kennis te nemen.
3. Bij onteigening van een onroerende zaak waarop blijkens de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, een eeuwigdurende erfpacht of een beklemrecht rust, worden ook de erfpachter of de beklemde meier opgeroepen.
4. Het oproepingsbericht wordt betekend aan degenen die als houder van op het te onteigenen goed rustende hypotheken in de openbare registers bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek zijn ingeschreven en aan de in die registers ingeschreven beslagleggers op het te onteigenen goed.
5. Aan de derde belanghebbenden, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, voor zover deze aan de onteigenende partij bekend zijn of behoren te zijn, wordt het oproepingsbericht betekend dan wel wordt een afschrift van het oproepingsbericht gezonden bij aangetekende brief, waarvoor een bericht van ontvangst wordt verlangd. Ten aanzien van een huurder van woonruimte, als bedoeld in artikel 233 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, kan in de aangetekende brief worden volstaan met de mededeling van de ingediende procesinleiding en van het daarin vervatte aanbod, voor zover dit op hem betrekking heeft. Voorts wordt mededeling gedaan van voorzieningen die de onteigenende partij voornemens is jegens hem te treffen.
6. De betekening of de verzending van de aangetekende brief geschiedt binnen een week na het indienen van de procesinleiding.
7. Betekening of toezending bij aangetekende brief vindt niet plaats aan degenen die op grond van het derde lid van dit artikel zijn opgeroepen.
8. In het exploot, waarmee het oproepingsbericht wordt betekend aan de derde belanghebbende, of in de aangetekende brief wordt vermeld op welke wijze zij, desgewenst, in het geding van onteigening kunnen tussenkomen.
C
Artikel 20, tweede lid, komt te luiden:
2. Desgewenst kan de verweerder uiterlijk verschijnen op de dag die is vermeld in het aan de gevolmachtigde, de bewindvoerder of de door de rechter benoemde persoon uitgebrachte oproepingsbericht, in welk geval het oproepingsbericht moet worden beschouwd aan hem te zijn betekend en het geding tegen hem wordt gevoerd.
D
In artikel 22, eerste en tweede lid, wordt «dagvaarding» telkens vervangen door: procesinleiding.
E
Artikel 24 komt te luiden:
1. De rechtbank behandelt zaken aangaande onteigening ten algemenen nutte, vóór elke andere.
2. Op de in de procesinleiding vermelde dag, of uiterlijk twee weken daarna kunnen de verweerders een verweerschrift indienen. Indien de verweerders dan geen verweerschrift hebben ingediend, worden zij geacht het aanbod te hebben verworpen. Het laatste is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van derde belanghebbenden aan wie in de procesinleiding of bij aangetekende brief een aanbod is gedaan.
3. Oproeping tot vrijwaring wordt niet toegelaten.
4. Indien van twee of meer verweerders ten minste een verschijnt, de overigen niet, dan wordt met de verschijnende onmiddellijk voortgeprocedeerd. De uitspraak geschiedt tussen al de partijen bij een en hetzelfde vonnis, dat als een vonnis op tegenspraak gewezen wordt beschouwd, en waartegen geen verzet is toegelaten.
5. Uiterlijk een maand na de dag van verschijning doet de rechtbank uitspraak.
6. Het voorschrift vervat in het vorige lid geldt niet, indien de eigenaar de vordering als bedoeld in artikel 38 doet of indien een van de partijen vraagt om zijn stellingen mondeling nader te onderbouwen. In dat geval verwijst de enkelvoudige kamer op het ter zitting gedaan verzoek de zaak naar de meervoudige kamer van de rechtbank.
F
Artikel 26 komt te luiden:
G
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
2. In het derde lid wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
H
Artikel 33, tweede lid, komt te luiden:
2. Hij kan hen echter op hun verzet, om billijke redenen, van de tegen hen uitgesproken veroordeling vrijstellen. Het verzet wordt ingeleid door indiening van een verzoek.
I
In artikel 35, tweede lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
J
Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «terechtzitting» telkens vervangen door «zitting».
2. In het eerste lid wordt de zinsnede «conclusies nader bij pleidooi ontwikkelen» vervangen door «conclusies nader mondeling onderbouwen» en wordt «zullen de pleidooien» vervangen door: zal de nadere onderbouwing.
K
In artikel 38, eerste lid, wordt de zinsnede «op de vordering des eigenaars bij zijne conclusie, in art. 24 genoemd» vervangen door: op vordering van de eigenaar in zijn verweerschrift als bedoeld in artikel 24.
L
Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
2. In het derde lid wordt «bij dagvaarding» vervangen door: in de procesinleiding.
M
Artikel 53 komt te luiden:
1. Deze verklaring wordt binnen zes weken na afloop van de in het vorige artikel genoemde termijn van twee weken met een uiteenzetting van de gronden waarop het cassatieberoep berust, bij of aan de tegenpartij bezorgd of betekend en gaat vergezeld van een oproepingsbericht. In afwijking van artikel 30a, derde lid, onder c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ligt de dag waarop de tegenpartij uiterlijk ten laatste als verweerder kan verschijnen uiterlijk zes weken na de dag van indiening van de procesinleiding.
2. De conclusie van de eiser, bedoeld in artikel 412, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wordt genomen op de dag van de pleidooien.
N
Artikel 54a wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef van het tweede lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
2. In het derde lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door «De procesinleiding», wordt «het verzoekschrift» vervangen door « het verzoek» en wordt «bij dagvaarding» vervangen door: bij het instellen van de vordering.
3. In het vierde lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door «De procesinleiding» en wordt «in het verzoekschrift» vervangen door: in de procesinleiding.
O
Artikel 54b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door «de procesinleiding» en wordt «exploit» vervangen door: exploot.
2. In het tweede lid wordt «het ingediende verzoekschrift» vervangen door: de ingediende procesinleiding.
P
In artikel 54d wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
Q
In artikel 54f wordt «in de dagvaarding» vervangen door: bij zijn vordering.
R
In artikel 54g wordt «dagvaarding» vervangen door «procesinleiding» en wordt «uitgebracht» vervangen door: ingediend.
S
Artikel 54i wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «dagvaarding» vervangen door «procesinleiding» en wordt «conclusies» vervangen door: processtukken.
2. In het vijfde lid wordt «conclusies» vervangen door: processtukken.
T
In artikel 54j, derde lid, wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
U
Artikel 54k wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt «dagvaarding» vervangen door «procesinleiding» en wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
2. In het tweede lid vervalt: ter rolle.
V
In artikel 54n, eerste lid, onderdeel 3, wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
W
In artikel 57, tweede lid, wordt «verzoekschrift» vervangen door «verzoek».
X
In artikel 64a, vierde lid, wordt «heeft doen dagvaarden» vervangen door: heeft opgeroepen.
Y
In artikel 65, tweede lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
Z
Artikel 66 komt te luiden:
1. Bij gebreke van een minnelijke schikking benoemt de rechtbank, in het geval van het voorgaande artikel, op verzoek, hetzij van hem die onteigent, hetzij van de eigenaar van de grond, een of meer deskundigen, in oneven aantal, om een bericht over de schadeloosstelling te geven.
2. De procesinleiding moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen de termijn, bepaald bij het in artikel 65 bedoelde besluit. Bij de procesinleiding moet worden overgelegd een exemplaar van de Staatscourant en van het nieuws- of advertentieblad, waarin Ons besluit, dan wel dat van gedeputeerde staten of van een van de andere colleges of besturen is openbaar gemaakt.
3. De rechtbank benoemt één van haar leden, om als commissaris, vergezeld van de griffier, bij de opneming door de deskundigen tegenwoordig te zijn.
4. Zij bepaalt tevens de dag en de plaats, waar en wanneer die opneming zal geschieden. Ten minste twee maal vier en twintig uren van te voren wordt het oproepingsbericht aan de wederpartij betekend en afschrift van het exploot ter griffie van de rechtbank ingediend. Bij gebreke van die betekening vervalt het vonnis.
5. Het vonnis wordt overeenkomstig artikel 30e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering langs elektronische weg toegankelijk gemaakt. De griffier roept de deskundigen op.
6. Derde belanghebbenden kunnen bij die opneming tegenwoordig zijn, teneinde ook hun schade te doen begroten.
7. De rechtercommissaris bepaalt bij de opneming door de deskundigen, de dag, waarop hij zijn rapport aan de rechtbank zal uitbrengen. Deze dag wordt aan de wederpartij betekend, indien zij niet is verschenen bij de opneming door de deskundigen en afschrift van het exploot wordt ter griffie ingediend. Het proces-verbaal van de rechtercommissaris en het advies van de deskundigen liggen dan reeds op de griffie ter lezing.
8. Op de bepaalde dag dienen, na het rapport van de rechtercommissaris, partijen en derde belanghebbenden hun conclusies in, die zij, mits op dezelfde zitting, nader mondeling kunnen onderbouwen.
9. De rechtbank beslist terstond of op de eerstvolgende zitting.
10. Generlei andere formaliteiten behoeven hier in acht te worden genomen.
11. Tegen het vonnis, waarbij de onteigening is uitgesproken, wordt geen verzet, hoger beroep of beroep in cassatie toegelaten.
12. De artikelen 20, 24, zesde lid, 29, 33, 34, eerste en tweede lid, en 35, eerste lid, zijn op de rechtsvordering, in dit artikel omschreven, van overeenkomstige toepassing.
AA
In artikel 78, achtste lid, wordt «heeft doen dagvaarden» vervangen door: heeft opgeroepen.
BB
In artikel 80, onderdeel b, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
De Tijdelijke wet huurkoop onroerende zaken wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, zevende lid, wordt «in een conclusie» vervangen door «schriftelijk» en komt de laatste zinsnede te luiden: Daartoe wordt het rapport gedurende veertien dagen door de griffie ter beschikking gesteld.
B
In artikel 3, derde lid, wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
C
In artikel 13, eerste lid, wordt «gedagvaard» vervangen door «opgeroepen» en wordt «de aan elk hunner verschuldigde schadeloosstelling afzonderlijk begroot» vervangen door: de schadeloosstelling van beiden afzonderlijk begroot.
De Uitvoeringswet Bewijsverdrag wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 18, tweede lid, wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
B
Artikel 19 komt te luiden:
Artikel 2 van de Uitvoeringswet EEG-Executieverdrag wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het in het eerste lid bedoelde verlof wordt gevraagd door indiening van een procesinleiding, die in de Nederlandse taal is gesteld, onverminderd artikel 7 van de Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer. De procesinleiding wordt ingediend door een advocaat en houdt tevens in de keuze van een woonplaats binnen het arrondissement van de rechtbank. Het in de procesinleiding vervatte verzoek wordt behandeld en beslist door de voorzieningenrechter van de rechtbank.
2. In het derde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
In artikel 13, tweede en derde lid, van de Uitvoeringswet EG-bewijsverordening wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
Artikel 2 van de Uitvoeringswet EU-executieverordening en Verdrag van Lugano wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het verlof tot tenuitvoerlegging, bedoeld in artikel 38 van de verordening, wordt gevraagd door indiening van een procesinleiding, die in de Nederlandse taal is gesteld, onverminderd artikel 7 van de Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer. De procesinleiding wordt ingediend door een deurwaarder of advocaat en houdt tevens in de keuze van een woonplaats binnen het arrondissement van de rechtbank.
2. In het derde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
De Uitvoeringswet internationale inning levensonderhoud wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:
2. De centrale autoriteit behoeft, indien zij in rechte optreedt, in zaken waarbij in eerste aanleg en in hoger beroep een verzoek wordt ingediend, niet de bijstand van een advocaat.
B
In artikel 4 wordt de zinsnede «in zaken die met een verzoekschrift worden ingeleid» vervangen door: in verzoekprocedures.
C
In artikel 5, eerste lid, wordt de zinsnede «bij verzoekschrift gedaan aan» vervangen door: ingediend bij.
D
In artikel 8, derde lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
De Uitvoeringswet internationale kinderbescherming wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 13 komt te luiden:
B
Artikel 15, derde lid, komt te luiden:
3. Een beslissing op een verzoek als bedoeld in het eerste lid, wordt gevraagd door indiening van een procesinleiding. De procesinleiding wordt ingediend door een advocaat en houdt tevens in de keuze van een woonplaats binnen het arrondissement van de rechtbank.
C
Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt te luiden:
3. Een beslissing op een verzoek als bedoeld in het eerste lid, wordt gevraagd door indiening van een procesinleiding. De procesinleiding wordt ingediend door een advocaat en houdt tevens in de keuze van een woonplaats binnen het arrondissement van de rechtbank.
2. In het vierde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
D
In artikel 22 vervalt: bij verzoekschrift.
Artikel 12 van de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering komt te luiden:
Artikel 2 van de Uitvoeringswet Nederlands-Duits Executieverdrag wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bij verzoekschrift» vervangen door «door indiening van een verzoek» en wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
De Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1905 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 8 komt te luiden:
Verschijnt de verweerder niet uiterlijk op de in de procesinleiding vermelde dag en heeft de eiser het ontvangstbewijs of de verklaring, bedoeld in artikel 5 van het verdrag, nog niet ontvangen, dan zal de rechter op verzoek van de eiser het verlenen van verstek en de behandeling van de zaak aanhouden.
B
In artikel 20, tweede lid, wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
C
Artikel 21 komt te luiden:
D
Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «binnen veertien dagen na beteekening» vervangen door: binnen veertien dagen na bezorging of betekening.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «of uiteengezet in een nader verzoekschrift, binnen veertien dagen na aanteekening van het beroep te richten tot» vervangen door: of nader uiteengezet binnen veertien dagen na aantekening van het beroep, gericht aan.
3. In het derde lid wordt «per aangeteekenden brief» vervangen door: schriftelijk.
E
In artikel 31 wordt «verzoekschriften» telkens vervangen door: verzoeken.
De Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 16, tweede lid, wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
B
Artikel 17 komt te luiden:
C
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «binnen veertien dagen na de betekening» vervangen door: binnen veertien dagen na de bezorging of betekening.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De middelen, waarop het beroep steunt, worden in de verklaring opgenomen, of nader uiteengezet binnen veertien dagen na aantekening van het beroep, gericht aan de Hoge Raad.
3. In het derde wordt «per aangetekende brief» vervangen door: schriftelijk.
D
In artikel 26 wordt «verzoekschriften» telkens vervangen door: verzoeken.
In artikel 3, tweede lid, van de Uitvoeringswet Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie wordt de zinsnede «tenzij de rechtsingang aanvangt met een dagvaarding» vervangen door: tenzij het een vorderingsprocedure betreft.
In artikel 8, eerste lid, van de Uitvoeringswet Verdrag onderhoudsverhaal in het buitenland 1956 wordt de zinsnede «tenzij de procedure aanvangt met een dagvaarding» vervangen door: tenzij het een vorderingsprocedure betreft.
De Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, eerste en tweede lid, vervalt: per gewone post.
B
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en zesde lid vervalt telkens: per gewone post.
2. In het tweede lid wordt «de dagvaardingsprocedure onderscheidenlijk de verzoekschriftprocedure» vervangen door: de vorderingsprocedure onderscheidenlijk de verzoekprocedure.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Beveelt de rechtbank Den Haag dat de procedure verder wordt behandeld volgens de regels die gelden voor de vorderingsprocedure, dan bepaalt hij tevens in de aanwijzingsbeslissing de dag waarop partijen ten laatste kunnen verschijnen bij de rechter die de zaak verder behandelt, zonder dat daartoe een oproepingsbericht wordt vereist. Verschijnt de verweerder niet uiterlijk op de laatste dag waarop hij diende te verschijnen, dan dient hij alsnog door de eiser bij exploot te worden opgeroepen. Verschijnt de eiser niet uiterlijk op de laatste dag waarop hij diende te verschijnen, dan biedt de rechter die de zaak verder behandelt hem de gelegenheid binnen een termijn van twee weken alsnog te verschijnen. Indien de eiser van de hem geboden gelegenheid geen gebruik maakt, wordt hij geacht de zaak te hebben ingetrokken en wordt hij in de kosten veroordeeld. Artikel 11, tweede lid, van de Wet griffierechten in burgerlijke zaken is op deze intrekking niet van toepassing.
4. In het zesde lid wordt «artikel 111, tweede lid, onderdeel k,» vervangen door: artikel 111, tweede lid, onderdeel g.
C
In artikel 12 wordt «verzoekschriftprocedure» vervangen door: verzoekprocedure.
In artikel 5, tweede lid, van de Uitvoeringswet verordening Europese coöperatieve vennootschap wordt «door een verzoekschrift aan» vervangen door: door indiening van een verzoek bij.
De Uitvoeringswet verordening Europese executoriale titel wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bij verzoekschrift gedaan aan» vervangen door: ingediend bij.
2. In het tweede en derde lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door «de procesinleiding» en wordt «Het verzoekschrift» telkens vervangen door: De procesinleiding.
B
Artikel 8, derde lid, komt te luiden:
3. Betreft de beslissing een beschikking, dan wordt het verzoek tot heroverweging gedaan door indiening van een daartoe strekkende procesinleiding.
In artikel 9 van de Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen wordt «verzoekschriftprocedure» vervangen door: verzoekprocedure.
In artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringswet verordening Europese vennootschap wordt «door een verzoekschrift aan» vervangen door: door indiening van een verzoek bij.
In artikel 3, derde lid, van de Uitvoeringswet verordening tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7, eerste en tweede lid, wordt «gedagvaard» telkens vervangen door: opgeroepen.
B
In artikel 9, derde lid, komt de tweede volzin te luiden: De oproeping dient te geschieden door het indienen van een procesinleiding voordat het verweerschrift wordt ingediend.
De Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 9, eerste lid, komt de laatste volzin als volgt te luiden: Met uitzondering van afdeling 8.1.6a en artikel 8:36g, is hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
B
Artikel 13, tweede lid, komt als volgt te luiden:
2. De beslissing van de kantonrechter is met redenen omkleed en geschiedt hetzij terstond, hetzij uiterlijk veertien dagen nadien, in het openbaar.
C
De tweede volzin van artikel 20c, eerste lid, komt te luiden: De oproep aan degene die hoger beroep heeft ingesteld en voor wie de verplichting tot digitaal procederen bedoeld in artikel 8:36a van de Algemene wet bestuursrecht niet geldt en die niet digitaal procedeert, geschiedt aan het adres opgegeven in het beroepschrift in hoger beroep, dan wel, ingeval de officier van justitie hoger beroep heeft ingesteld, aan het door de betrokkene in het verweerschrift of in het beroepschrift bij de rechtbank opgegeven adres.
D
Artikel 20d, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De eerste en tweede volzin, worden vervangen door: Het arrest van het gerechtshof is met redenen omkleed en is openbaar.
2. In de laatste volzin wordt «uitgesproken» vervangen door: openbaar.
In de artikelen 17, vierde en vijfde lid, en 18, zesde lid, van de Wet bescherming oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
De Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.
2. In onderdeel c wordt «zaken die bij dagvaarding worden ingeleid» vervangen door: zaken waarbij een vordering wordt ingesteld.
3. In onderdeel d wordt «zaken die met een verzoekschrift worden ingeleid» vervangen door: zaken waarbij een verzoek wordt ingediend.
B
Het opschrift van Hoofdstuk 2, § 1 komt te luiden:
C
Artikel 3, eerste tot en met vierde lid, komt te luiden:
1. In zaken waarbij een vordering wordt ingesteld, wordt van elke eiser en elke verschenen verweerder voor iedere instantie een griffierecht geheven, voor zover bij of krachtens deze wet of een andere wet niet anders is bepaald.
2. In zaken waarbij een verzoek wordt ingediend, wordt voor de indiening van een verzoek of een verweerschrift een griffierecht geheven, voor zover bij of krachtens deze wet of een andere wet niet anders is bepaald.
3. De eiser is het griffierecht verschuldigd vanaf de indiening van de procesinleiding en zorgt dat het griffierecht binnen vier weken nadien is bijgeschreven op de rekening van het gerecht waar de zaak dient dan wel ter griffie is gestort. De verweerder is het griffierecht verschuldigd vanaf zijn verschijning in het geding en zorgt dat het griffierecht binnen vier weken nadien is bijgeschreven op de rekening van het gerecht waar de zaak dient dan wel ter griffie is gestort.
4. De verzoeker en de belanghebbende zijn het griffierecht verschuldigd vanaf de indiening van de procesinleiding respectievelijk het verweerschrift en zorgen dat het griffierecht binnen vier weken nadien is bijgeschreven op de rekening van het gerecht waar de behandeling plaatsvindt dan wel ter griffie is gestort.
D
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onder b en d, wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
2. In het tweede lid, onder b, wordt «een eis in reconventie» vervangen door «een tegenvordering of tegenverzoek» en wordt «artikel 136» vervangen door: artikel 30i, achtste lid,.
3. In het tweede lid vervalt onderdeel d, onder verlettering van de onderdelen e tot en met k tot d tot en met j.
4. In het tweede lid, onderdelen e, f, en i (nieuw), wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: verzoek.
5. In het tweede lid, onderdeel g (nieuw), wordt «als bedoeld onder b tot en met g» vervangen door: als bedoeld onder b tot en met f.
6. In het derde lid wordt «zaken die bij dagvaarding of met een verzoekschrift worden ingeleid» vervangen door: zaken waarbij een vordering wordt ingesteld of een verzoek wordt ingediend.
E
Artikel 5, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
2. In het tweede lid wordt «instelt» vervangen door: indient.
F
In artikel 6, eerste lid, wordt «artikel 118» vervangen door «artikel 30g» en wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
G
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
2. In het tweede lid wordt «gedaagde» vervangen door «verweerder» en wordt «de dag waarop de zaak ter rolle dient» vervangen door: de dag van de eerstvolgende proceshandeling.
3. Na het vierde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
5. Indien een vordering en een verzoek zijn gecombineerd in één procesinleiding en de zaak wordt gesplitst in twee of meer zaken als bedoeld in artikel 30b, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wordt voor de afgesplitste zaak of zaken van elke eiser dan wel verzoeker en van elke verschenen verweerder dan wel belanghebbende, voor zover deze een verweerschrift heeft ingediend, alsnog griffierecht geheven.
6. Het ingevolge het vijfde lid te heffen griffierecht is verschuldigd vanaf de beslissing tot splitsing en wordt binnen vier weken nadien bijgeschreven op de rekening van het gerecht waar de zaak dient dan wel ter griffie gestort.
H
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een zaak die bij dagvaarding moet worden ingeleid» vervangen door «een zaak waarbij een vordering wordt ingesteld», wordt «een andere gerecht» vervangen door «een ander gerecht» en wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
2. In het tweede lid wordt «een zaak die bij verzoekschrift moet worden ingeleid» vervangen door «een zaak waarbij een verzoek wordt ingediend» en wordt «een andere gerecht» vervangen door: een ander gerecht.
3. In het derde lid wordt «gedaagde» vervangen door «verweerder» en wordt «de dag waarop de zaak ter rolle dient» vervangen door: de dag van de eerstvolgende proceshandeling».
I
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De hoogte van het griffierecht wordt bepaald aan de hand van de vordering dan wel het verzoek in de procesinleiding.
2. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. In zaken waarin een vordering en een verzoek zijn gecombineerd in één procesinleiding als bedoeld in artikel 30b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wordt de hoogte van het griffierecht bepaald aan de hand van de vordering, tenzij de regels van de verzoekprocedure van toepassing zijn.
3. In het derde lid (nieuw) wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
J
Artikel 11 komt te luiden:
1. Op het griffierecht wordt in mindering gebracht het griffierecht dat reeds is voldaan in de zaak waarop de procesinleiding betrekking heeft.
2. Indien in een zaak waarbij een vordering is ingesteld, de eiser de procesinleiding intrekt voordat de verweerder in de procedure is verschenen of uiterlijk in de procedure had kunnen verschijnen, wordt van de eiser een derde deel van het ingevolge artikel 3 verschuldigde griffierecht geheven met een maximum van € 75 voor onvermogenden, € 250 voor natuurlijke personen en € 500 voor rechtspersonen. Indien de eiser het griffierecht reeds heeft voldaan, stort de griffier het te veel betaalde griffierecht aan de eiser terug.
3. Indien een vordering en een verzoek zijn gecombineerd in één procesinleiding als bedoeld in artikel 30b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de eiser de vordering intrekt voordat de verweerder in de procedure is verschenen of uiterlijk in de procedure had kunnen verschijnen, doch het verzoek voortzet, wordt van de verzoeker griffierecht geheven voor het verzoek. Het reeds door de eiser betaalde griffierecht wordt hierop in mindering gebracht en het eventueel teveel betaalde griffierecht wordt door de griffier teruggestort.
4. De eiser bericht de griffie schriftelijk dat hij de vordering intrekt.
K
In de artikelen 12, eerste lid, 13, eerste lid, en 14, eerste lid, wordt «dagvaarding» telkens vervangen door: procesinleiding.
L
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Van eisers, verzoekers, verweerders en belanghebbenden die bij dezelfde advocaat of gemachtigde verschijnen en gelijkluidende procesinleidingen indienen of gelijkluidend verweer voeren, wordt slechts eenmaal een gezamenlijk griffierecht geheven.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «Indien tot partijen of tot verzoekers of belanghebbenden als bedoeld in het eerste lid, zowel natuurlijke personen als niet-natuurlijke personen behoren» vervangen door: Behoren tot degenen bedoeld in het eerste lid, zowel natuurlijke personen als niet-natuurlijke personen, dan.
M
In de artikelen 17, tweede lid, 19, tweede lid, 20, eerste lid, onder c, wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
N
Artikel 21, derde lid, vervalt.
O
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bij verzoekschrift» vervangen door: door indiening van een verzoek.
2. In het derde lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
P
Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «bij verzoekschrift» vervangen door: door indiening van een verzoek.
2. In het vijfde lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
Q
Artikel 56a vervalt.
In artikel 4 van de Wet implementatie richtlijn nr. 2008/52/EG betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken wordt «verzoekschriftprocedure» vervangen door «verzoekprocedure», wordt «terechtzitting» vervangen door «zitting» en wordt «procesverbaal» vervangen door: proces-verbaal.
Artikel 80a, tweede lid, onder a, van de Wet op de rechterlijke organisatie komt te luiden:
a. de procesinleiding, bedoeld in artikel 407 onderscheidenlijk artikel 426a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en het verweerschrift, bedoeld in artikel 411, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 426b van dat Wetboek, voor zover ingediend;
De Wet op de rechtsbijstand wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 23e, eerste lid, onderdeel c, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
B
In artikel 29 vervalt het tweede lid onder vernummering van het derde tot het tweede lid.
In de artikelen 16, derde lid, en 17, vijfde lid van de Wet op de naburige rechten wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
De Wet overheidsaansprakelijkheid bezettingshandelingen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:
1. Een verzoek, als bedoeld in artikel 7, wordt ingediend, al dan niet door een advocaat. De griffier zendt een afschrift van de procesinleiding onverwijld aan de wederpartij en aan Onze Minister van Financiën. De wederpartij kan binnen drie weken na de dag van afzending een verweerschrift inzenden. De griffier zendt een afschrift van het verweerschrift onverwijld aan de verzoeker en aan Onze Minister van Financiën.
B
Artikel 9, eerste lid, komt te luiden:
1. Van de beschikking van het Hof staat geen hoger beroep open. Echter kan daarvan binnen een maand na de dag van de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld. De procesinleiding wordt ingediend door een advocaat bij de Hoge Raad. De griffier zendt een afschrift van de procesinleiding onverwijld aan de wederpartij en aan Onze Minister van Financiën. De wederpartij kan binnen drie weken door tussenkomst van een advocaat bij de Hoge Raad een verweerschrift indienen. De griffier zendt een afschrift van het verweerschrift onverwijld aan de verzoeker en aan Onze Minister van Financiën. Partijen kunnen in de gelegenheid worden gesteld de zaak mondeling toe te lichten.
De Wet uitvoering rechtsvorderingsverdrag Groot-Brittannië wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 9 komt te luiden:
Verschijnt de verweerder niet uiterlijk op de in de procesinleiding vermelde dag en heeft de eiser het bewijsstuk, bedoeld bij het vorige artikel, nog niet ontvangen, dan zal de rechter op verzoek van de eiser het verlenen van verstek en de behandeling van de zaak tot een volgende zitting aanhouden.
B
Artikel 13 komt te luiden:
C
Artikel 18 komt te luiden:
In artikel 1, eerste lid, van de Wet vervaltermijn rechtsvorderingen Nederlands Beheersinstituut wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
In artikel 11, vierde lid, van de Prijzennoodwet wordt «dagvaarding van de Staat voor de rechtbank» vervangen door: het instellen van een vordering tegen de Staat bij de burgerlijke rechter van de rechtbank.
Artikel 18, eerste tot en met vierde lid, van de Vorderingswet komt te luiden:
1. Het bedrag van de in artikel 17 bedoelde schadeloosstelling wordt door de rechter vastgesteld op verzoek van de rechthebbende, van degene, te wiens behoeve de vordering is geschied of van Onze Minister, die de vordering heeft gedaan. Het geding wordt door de verzoeker aanhangig gemaakt door indiening van een procesinleiding, waarin de namen en adressen van de overige in dit lid bedoelde partijen zijn vermeld, alsmede het bedrag van de schadeloosstelling, waarvan vaststelling wordt verlangd.
2. De rechter die bevoegd is van het geding kennis te nemen bepaalt de dag van de volgende proceshandeling. Deze dag zal niet later mogen worden gesteld dan drie weken na die waarop de procesinleiding is ingediend.
3. De griffier geeft schriftelijk van deze dagbepaling kennis aan de verzoeker en aan de overige partijen. Tussen de dag, waarop deze kennisgeving is verzonden en de in het tweede lid bedoelde dag moeten tenminste veertien dagen verlopen. Bij de kennisgeving aan de overige partijen wordt een afschrift van de procesinleiding gevoegd.
4. De in het derde lid bedoelde kennisgeving heeft ten opzichte van partijen de kracht van een oproepingsbericht.
In artikel 154k, eerste lid, van de Gemeentewet komt de laatste volzin als volgt te luiden: Met uitzondering van afdeling 8.1.6a en artikel 8:36g, is hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
De Wet op de parlementaire enquête wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bij verzoekschrift» vervangen door: door indiening van een procesinleiding.
2. In het derde lid wordt «procureur» vervangen door: advocaat.
B
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bij verzoekschrift» vervangen door: door indiening van een procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «procureur» vervangen door: advocaat.
In artikel 8, eerste lid, van de Wet op het overleg huurders verhuurder wordt «hetzij met een verzoekschrift voorgelegd aan de kantonrechter» vervangen door: hetzij door indiening van een procesinleiding bij de kantonrechter.
De Belemmeringenwet Landsverdediging wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt te luiden:
3. De procesinleiding wordt ingediend door een advocaat. Een exemplaar van deze procesinleiding wordt binnen een week na ontvangst door de griffier gezonden aan Onze Minister. Onze Minister kan bij het Hof een verweerschrift indienen. Een exemplaar hiervan wordt door de griffier onverwijld gezonden aan de advocaat, die de procesinleiding heeft ingediend.
2. In het vierde en vijfde lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
3. In het vierde lid wordt «vertoogschrift» vervangen door: verweerschrift.
B
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid komt te luiden:
4. De vordering wordt aanhangig gemaakt door de indiening van een procesinleiding. De griffier zendt een exemplaar van de procesinleiding binnen een week na ontvangst aan Onze Minister. Onze Minister kan aan de rechter een verweerschrift overleggen. De griffier zendt een exemplaar van het verweerschrift onverwijld aan de verzoeker.
2. In het vijfde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door «de procesinleiding» en wordt «vertoogschrift» telkens vervangen door: verweerschrift.
Artikel 58 van de Oorlogswet voor Nederland wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid komt te luiden:
4. De vordering wordt aanhangig gemaakt door de indiening van een procesinleiding. De griffier zendt een exemplaar van de procesinleiding binnen een week na ontvangst aan Onze Minister van Defensie. Onze genoemde Minister kan bij de rechter een verweerschrift indienen. De griffier zendt een exemplaar van het verweerschrift onverwijld aan de verzoeker.
2. In het vijfde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door «de procesinleiding» en wordt «vertoogschrift» telkens vervangen door: verweerschrift.
In artikel 6 van de Wet militaire inundatiën komt de laatste zinsnede te luiden: dan kan hij het geschil op de gewone wijze door het instellen van een vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
In artikel 3, tweede lid, van de Wet vergoeding van door NAVO-motorrijtuigen veroorzaakte schade wordt «worden gedagvaard» vervangen door: worden opgeroepen.
In artikel 14, zesde en tiende lid, van de Landbouwkwaliteitswet wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
In artikel 49, tweede lid, van de Landbouwwet wordt «door dagvaarding van de Staat» vervangen door «door het instellen van een vordering tegen de Staat» en wordt «voor de rechtbank» vervangen door: bij de burgerlijke rechter van de rechtbank.
De Uitvoeringswet grondkamers wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
B
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De verzoeken, bedoeld in de artikelen 385 en 399e, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, vinden plaats door indiening van een procesinleiding bij de grondkamer.
2. In het tweede lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
De Wet agrarisch grondverkeer wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 43, derde lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
B
In artikel 46 wordt «terechtzitting» telkens vervangen door «zitting» en wordt «bij pleidooi bepleiten» vervangen door: mondeling onderbouwen.
C
In de artikelen 50, eerste lid, en 56, eerste lid, wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
De Wet inrichting landelijk gebied wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zevende lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door «de procesinleiding» en wordt «heeft ingeroepen» vervangen door: heeft verzocht.
2. In het achtste en negende lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
B
Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bij verzoekschrift» vervangen door: door indiening van een verzoek.
2. In het tweede lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
3. In het derde lid wordt «een verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
C
In de artikelen 71, eerste lid, en 77 wordt «bij aangetekende brief» telkens vervangen door: schriftelijk.
D
In artikel 78, tweede lid, wordt de zinsnede «na de verzending van de in artikel 77 bedoelde aangetekende brief» vervangen door: na de verzending van het exemplaar van de akte als bedoeld in artikel 77.
De Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 70, zesde, zevende en tiende lid, wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
B
In de artikelen 75, derde lid, en 76, tweede lid, wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
C
In artikel 82 wordt «ter terechtzitting» vervangen door: ter zitting.
De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 28a, derde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
De griffier van de Hoge Raad stelt dit proces-verbaal ter beschikking aan partijen.
B
In artikel 29 wordt «8:40a» vervangen door: 8:40.
C
In artikel 29c, eerste lid, wordt «afschrift van het verweerschrift ter post is bezorgd» vervangen door: verweerschrift is verzonden.
In artikel 17, tweede lid, van de Invorderingswet 1990 wordt «met dagvaarding» vervangen door «door indiening van een procesinleiding» en wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
De Wet aansprakelijkheid kernongevallen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 24, vierde lid, wordt «terechtzittingen» vervangen door: zittingen.
B
In artikel 25, eerste lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 3:154, vijfde lid, 3:159g, 3:159v en 3:159z, tweede lid, eerste volzin, wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
B
In artikel 3:162 wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
C
In de artikelen 3:162a, 3:162d, tweede lid, eerste volzin, artikel 3:164, vierde lid, en artikel 3:191, vijfde lid, eerste volzin, wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
D
Artikel 3:208 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
2. In het vierde lid wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
E
In artikel 3:222, tweede lid, wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
F
Artikel 3:223 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
2. In het vierde lid wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
G
In artikel 3:227 wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
Artikel 48i, zesde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 wordt «dagvaarding van de rechtspersoon die de boete heeft opgelegd» vervangen door: het instellen van een vordering tegen de rechtspersoon die de boete heeft opgelegd bij de burgerlijke rechter.
In artikel 1 van de Wet vereenvoudiging wijze uitbrengen exploiten aan Grootboek 1946 wordt «exploiten» vervangen door «exploten» en wordt «de dagvaarding» vervangen door: het oproepingsbericht.
In artikel 18, derde en vierde lid, van de Wet wettelijke aansprakelijkheid exploitanten nucleaire schepen wordt «terechtzitting» telkens vervangen door: zitting.
Artikel 4 van de Belemmeringenwet Privaatrecht wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid komt de eerste volzin te luiden: De procesinleiding wordt ingediend door een advocaat.
2. In het tweede, derde en vierde lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
3. In het tweede en derde lid wordt «vertoogschrift» telkens vervangen door: verweerschrift.
4. In het zesde en zevende lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: verzoek.
De Kadasterwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 16, eerste en derde lid, wordt «dagvaardingen» telkens vervangen door: oproepingsberichten.
B
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onder b, onderdeel 2°, komt te luiden:
2° indien het rechtsmiddel moet worden ingeleid door het indienen van een verzoek, dat ook de griffier van het gerecht waar de procesinleiding moet worden ingediend, niet van het instellen van een rechtsmiddel is gebleken;
2. In het eerste lid, onder c, wordt «exploit» vervangen door: exploot.
C
In het opschrift van Afdeling 3 van Titel 2 van Hoofdstuk 2 wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
D
Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef van het eerste lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
2. In het eerste lid, onder a, vervalt «door een dagvaarding» en wordt «daarvan» vervangen door: van de procesinleiding.
3. In het eerste lid, onder c, wordt «een verzoekschrift» vervangen door «indiening van een verzoek», wordt «daarvan» vervangen door «van de procesinleiding» en wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
E
Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onder a, wordt «bij dagvaarding» vervangen door «door het instellen van een rechtsvordering» en wordt «daarvan» vervangen door: van de procesinleiding.
2. In het eerste lid, onder b, wordt «bij verzoekschrift» vervangen door «door het indienen van een verzoek», wordt «daarvan» vervangen door «van de procesinleiding» en wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
Artikel 16, tweede lid, van de Spoedwet wegverbreding komt te luiden:
2. De vordering als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de onteigeningswet kan worden ingesteld nadat het wegaanpassingsbesluit is vastgesteld.
Artikel 21a van de Tracéwet komt te luiden:
De Verenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 23 wordt «gedaagden» vervangen door: verweerders.
B
In artikel 25, tweede lid, wordt «een der te dagvaarden personen» vervangen door «een van de op te roepen personen» en wordt «de dagvaarding» vervangen door: het indienen van de procesinleiding.
C
In artikel 26, eerste lid, wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
D
Artikel 29 komt te luiden:
E
In artikel 30, aanhef, wordt «voor den dienenden dag» vervangen door «voor de dag waarop de verweerder ten laatste als verweerder kan verschijnen» en wordt «zijn nedergelegd» vervangen door: zijn ingediend.
F
Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bij brieven» vervangen door: schriftelijk.
2. In het vierde lid wordt «zijn gedagvaard» vervangen door: bij exploot zijn opgeroepen.
3. In het negende lid wordt «gedagvaard» vervangen door «opgeroepen» en wordt «bij verzoekschrift» vervangen door: door indiening van een verzoek.
G
Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het rapport van de deskundigen ligt gedurende dertig dagen ter inzage van partijen.
2. In het derde lid wordt «terechtzitting» vervangen door «zitting» en wordt «bij brieven» vervangen door: schriftelijk.
3. In het vierde lid wordt «terechtzitting» vervangen door «zitting» en wordt de zinsnede «hare conclusiën nader bij pleidooi te ontwikkelen» vervangen door: hun stellingen nader mondeling toe te lichten.
H
In artikel 39, tweede lid, wordt «bij dagvaarding» vervangen door: in de procesinleiding.
I
In artikel 40 wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
J
Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «dagvaarding» vervangen door «procesinleiding» en wordt «de conclusie van den verweerder» vervangen door: het verweerschrift.
2. In het zesde lid wordt «bij conclusie» vervangen door: in het verweerschrift.
In artikel 12b, derde en vierde lid, van de Waterstaatswet 1900 wordt «gedaagde» telkens vervangen door: verweerder.
Artikel 5.14, tweede lid, eerste volzin, van de Waterwet komt te luiden: De vordering als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de onteigeningswet kan worden ingesteld nadat het projectplan door gedeputeerde staten is goedgekeurd.
In artikel 46, tweede lid van de Wegenwet wordt «dagvaarding» vervangen door: procesinleiding.
In de artikel 61, eerste lid, van de Wet inzake de luchtverontreiniging wordt «bij een met redenen omkleed verzoekschrift aan» vervangen door: door het indienen van een procesinleiding bij.
In artikel 16, tweede lid, van de Wet op de strandvonderij wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
Artikel 3.36b, eerste lid, aanhef, van de Wet ruimtelijke ordening komt te luiden: De vordering als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de onteigeningswet kan worden ingesteld, nadat:.
De Wet voorkeursrecht gemeenten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede en derde lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het vijfde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
B
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef van het tweede lid wordt «Het met redenen omkleed verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
2. In het tweede lid, onder a, wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
3. In het derde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
In artikel 5, zevende lid, van de Wet tot teruggave cultuurgoederen afkomstig uit bezet gebied wordt «door dagvaarding van Onze Minister» vervangen door: door Onze Minister op te roepen.
De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 62b, derde lid, wordt «een verzoekschrift» vervangen door: het indienen van een verzoek.
B
Artikel 62h wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «Verzoekschrift tot verhaal» vervangen door: Verzoeken tot verhaal.
2. In het eerste lid wordt «Verzoekschriften» vervangen door: Verzoeken.
3. In het tweede lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
4. In het derde lid wordt «procureur» vervangen door: advocaat.
De Pensioenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Het tweede lid van artikel 173 komt te luiden:
2. De griffier zendt een exemplaar van de procesinleiding, waarin de toezichthouder de aanstelling van een bewindvoerder heeft verzocht, onverwijld aan het pensioenfonds.
B
Artikel 217 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «ingediend bij verzoekschrift» vervangen door: ingeleid door de indiening van een verzoek.
2. In het negende lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
In artikel 6a, eerste lid, van de Wet melding collectief ontslag wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
De Wet op de ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt de zinsnede «Het beroep wordt ingediend bij verzoekschrift» vervangen door: Het beroep wordt ingeleid door indiening van een verzoek.
2. In het achtste lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
B
In artikel 36, derde lid, wordt «Een verzoekschrift» vervangen door «Een procesinleiding» en wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
C
In artikel 46d, onderdeel h, wordt de zinsnede «Voor het behandelen en beslissen van verzoekschriften» vervangen door: Voor het behandelen van en beslissen op verzoeken.
In artikel 83p, derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt «gedaagde» vervangen door: verweerder.
De Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Het tweede lid van artikel 168 komt te luiden:
2. De griffier zendt een exemplaar van de procesinleiding, waarin de toezichthouder de aanstelling van een bewindvoerder heeft verzocht, onverwijld aan het beroepspensioenfonds.
B
In artikel 210, vijfde lid, wordt «door middel van dagvaarding» vervangen door: door het instellen van een vordering.
In artikel 21, vijfde lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 wordt «door middel van dagvaarding» vervangen door: door het instellen van een vordering.
De Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.1, zesde lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
B
In artikel 3.3 wordt «verzoekschriften» vervangen door: procesinleidingen.
C
In de artikelen 4.2.11, tweede lid, 6.1.7, tweede lid, 6.1.8, vierde lid, en 6.1.14 wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 9, eerste lid, wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
B
In artikel 14 wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» en wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
C
In de artikelen 14c, zesde lid, 14e, derde lid, 14f, onderdeel b, 17, eerste en tweede lid, en 27 wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: verzoek.
D
Artikel 28, tweede lid en derde lid, komen te luiden:
2. Het verzoek kan worden ingediend door middel van een tegenverzoek in een verweerschrift als bedoeld in artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, of bij een desbetreffend schriftelijk verzoek ter gelegenheid van zijn verhoor, dan wel, indien de officier van justitie geen verzoek als bedoeld in artikel 27, eerste lid, doet, binnen zes weken nadat de last is gegeven, bij een afzonderlijk verzoek.
3. Indien het verzoek wordt ingediend ter gelegenheid van het verhoor van de betrokkene is artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.
E
In de artikelen 29, derde en vierde lid, 31, tweede lid, en 33, zevende lid, wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: verzoek.
F
In artikel 34m, tweede lid, wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» en wordt «verzoekschrift» vervangen door: verzoek.
G
Artikel 35, tweede en derde lid, komen te luiden:
2. Het verzoek tot schadevergoeding kan worden gedaan door een tegenverzoek in een verweerschrift als bedoeld in artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, of bij een desbetreffend schriftelijk verzoek ter gelegenheid van het verhoor van de betrokkene dan wel bij een afzonderlijk verzoek, binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop de betrokkene redelijkerwijs bekend kon zijn met de schending van het voorschrift waarop zijn verzoek betrekking heeft, of, indien in beroep in cassatie over die schending is geklaagd, binnen zes weken na de dagtekening van de beschikking van de Hoge Raad.
3. Indien het verzoek tot schadevergoeding wordt ingediend ter gelegenheid van het verhoor van de betrokkene is artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.
H
Artikel 41a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste, tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, achtste en negende lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: verzoek.
2. In het achtste lid wordt «terechtzitting» vervangen door: zitting.
I
In de artikelen 41b, eerste lid, 42 en 72a wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: verzoek.
J
In artikel 74, vierde en vijfde lid, wordt «verzoekschriften» telkens vervangen door: verzoeken.
In artikel 10, tweede lid, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 43 komt te luiden:
1. Degene ten aanzien van wie een beschikking tot opneming ter isolatie als bedoeld in artikel 31, eerste of tweede lid tot onderzoek als bedoeld in artikel 31, derde of vierde lid, of tot onderwerping aan een maatregel van quarantaine als bedoeld in artikel 35 is genomen, kan de rechter bij tegenverzoek in een verweerschrift als bedoeld in artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, of door indiening van een desbetreffend schriftelijk verzoek ter gelegenheid van het verhoor van de betrokkene, dan wel, indien de officier van justitie geen verzoek als bedoeld in artikel 40, eerste lid, doet, bij een afzonderlijk verzoek, verzoeken een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding toe te kennen op de grond dat de beschikking van de burgemeester dan wel de voorzitter van de veiligheidsregio onrechtmatig was.
2. Indien het verzoek wordt ingediend ter gelegenheid van het verhoor van betrokkene is artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.
B
Artikel 44, tweede en derde lid, komen te luiden:
2. Het verzoek kan worden ingediend door middel van een tegenverzoek in het verweerschrift als bedoeld in artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, of door indiening van een desbetreffend schriftelijk verzoek ter gelegenheid van het verhoor van betrokkene, dan wel bij een afzonderlijk verzoek, binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop betrokkene redelijkerwijs bekend kon zijn met de schending van het voorschrift waarop zijn verzoek betrekking heeft.
3. Indien het verzoek wordt ingediend ter gelegenheid van het verhoor van betrokkene is artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.
C
In artikel 46 wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door «verzoek» en wordt «procureur» vervangen door: advocaat.
D
In artikel 68a, onderdeel n, wordt «artikel 282, vierde lid» vervangen door: artikel 30i, achtste en negende lid.
Indien het bij koninklijke boodschap van 16 oktober 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (34 059) tot wet is of wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel X, komt te luiden:
X
In artikel 70, eerste en tweede lid, wordt «aanlegger» telkens vervangen door: eiser of verzoeker.
B
In artikel I, onderdeel SS, komt artikel 115, eerste en tweede lid, te luiden:
1. Indien de verweerder een bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf buiten Nederland heeft in een Staat waar de in artikel 56, eerste lid, bedoelde verordening van toepassing is, of in een Staat die in Europa is gelegen en die partij is bij het op 15 november 1965 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken (Trb. 1966, 91), is de termijn om te verschijnen in afwijking van artikel 30a, derde lid, onder c, ten minste zes weken. De termijn van verschijning vangt aan op de dag, volgend op de dag waarop het oproepingsbericht bij de verweerder in persoon is betekend als bedoeld in artikel 56, vijfde lid. Bij het bepalen van de termijn van verschijning wordt de dag van verschijning niet meegerekend. In afwijking van artikel 30a, derde lid, onder c, wordt de termijn van verschijning in het oproepingsbericht opgenomen in plaats van de datum van verschijning. Na ontvangst van het bericht dat het oproepingsbericht bij de verweerder in persoon is betekend, dient eiser onverwijld dit bericht en het exploot van betekening van het oproepingsbericht in.
2. Indien de verweerder noch in Nederland, noch in een Staat als bedoeld in het eerste lid, een bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf heeft, is de termijn om te verschijnen in afwijking van artikel 30a, derde lid, onder c, ten minste vier maanden. De termijn van verschijning vangt aan op de dag, volgend op de dag waarop het oproepingsbericht bij de verweerder in persoon is betekend als bedoeld in artikel 56, vijfde lid. Bij het bepalen van de termijn van verschijning wordt de dag van verschijning niet meegerekend. In afwijking van artikel 30a, derde lid, onder c, wordt de termijn van verschijning in het oproepingsbericht opgenomen in plaats van de datum van verschijning. Na ontvangst van het bericht dat het oproepingsbericht bij de verweerder in persoon is betekend, dient eiser onverwijld dit bericht en het exploot van betekening van het oproepingsbericht in.
C
In artikel I, onderdeel XX, onder 2, wordt «artikel 111, tweede lid» vervangen door: artikel 111, derde lid.
D
Artikel II, onderdeel Q, komt te luiden:
Q
Artikel 8:61, negende lid, wordt vervangen door:
9. Nadat de bestuursrechter toepassing heeft gegeven aan artikel 8:36e, kan de hogerberoepsrechter of de Hoge Raad verzoeken een schriftelijke weergave van de gesproken tekst van de beeld- of geluidsopname op te stellen.
10. De griffier die een proces-verbaal opmaakt stelt dit ter beschikking aan partijen, indien het derde lid, aanhef en onder a, van toepassing is.
E
Artikel II, onderdeel U, onder 2, komt te luiden:
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Op verzoek van de hogerberoepsrechter stelt de griffier van de rechtbank het proces-verbaal van de zitting of de schriftelijke weergave van een in artikel 8:36e bedoelde beeld- of geluidsopname die het proces-verbaal vervangt, ter beschikking aan de griffier van de hogerberoepsrechter binnen een door de hogerberoepsrechter te bepalen termijn. De griffier van de hogerberoepsrechter stelt dit proces-verbaal of deze schriftelijke weergave ter beschikking aan partijen.
Indien het bij koninklijke boodschap van 22 januari 2015 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie (34 138) tot wet is of wordt verheven, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:
A
Onderdeel W, onder 2, komt te luiden:
2. In het derde lid wordt de zinsnede «tegen een tussenbeschikking waartegen ingevolge artikel 358, derde lid, geen hoger beroep openstaat» vervangen door: van een tussenbeschikking waarvan ingevolge artikel 358, vierde lid, geen hoger beroep openstaat.
B
Onderdeel NN, onder 2, komt te luiden:
2. In het tweede lid wordt «incidenteel beroep» vervangen door: incidenteel beroep in cassatie.
Indien het bij koninklijke boodschap van 7 november 2011 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift, of uittreksel van bescheiden (33 079) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel A, van die wet later in werking treedt dan artikel I, onderdeel L, onder 1, van het bij koninklijke boodschap van 16 oktober 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (34 059), wordt in artikel I, onderdeel A van de eerstbedoelde wet «artikel 29» vervangen door: artikel 28.
Indien het bij koninklijke boodschap van 7 november 2011 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift, of uittreksel van bescheiden (33 079) tot wet is of wordt verheven, wordt in artikel I, onderdeel B, van die wet artikel 162b als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt «Het verzoekschrift» vervangen door: De procesinleiding.
2. In het vijfde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: op het verzoek in de procesinleiding.
3. In het zevende lid komt de laatste volzin te luiden: De artikelen 30k, eerste lid, onder a en c, en 191, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Indien het bij koninklijke boodschap van 7 november 2011 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift, of uittreksel van bescheiden (33 079) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel C, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel AAAAA, van het bij koninklijke boodschap van 16 oktober 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (34 059), komt artikel I, onderdeel CCCCC, van de laatstbedoelde wet te luiden:
CCCCC
Artikel 280 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Indien de verzoeker zich in de procesinleiding op bescheiden beroept, is hij verplicht daarvan afschrift te verschaffen. Artikel 85 is van overeenkomstige toepassing.
Indien het bij koninklijke boodschap van 7 november 2011 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift, of uittreksel van bescheiden (33 079) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel C, van die wet later in werking treedt dan artikel I, onderdeel AAAAA, van het bij koninklijke boodschap van 16 oktober 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (34 059), komt artikel I, onderdeel C, van de eerstbedoelde wet als volgt te luiden:
C
Artikel 280 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Indien de verzoeker zich in de procesinleiding op bescheiden beroept, is hij verplicht daarvan afschrift te verschaffen. Artikel 85 is van overeenkomstige toepassing.
Indien het bij geleidende brief van 9 september 2013 toegezonden voorstel van wet van het lid Van der Steur tot wijziging van Boek 3 en Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering alsmede enkele andere wetten in verband met de bevordering van het gebruik van mediation (Wet bevordering van mediation in het burgerlijk recht) (33 723) tot wet is of wordt verheven en artikel III van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan het bij koninklijke boodschap van 16 oktober 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (34 059), wordt artikel I van de laatstbedoelde wet als volgt gewijzigd:
A
In onderdeel Ja komt de aanhef te luiden:
Onder vernummering van artikel 22a tot artikel 22c worden twee artikelen ingevoegd, die luiden:.
B
Artikel 30a, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel g vervalt: alsmede.
2. In onderdeel h wordt «van de zaak kennisneemt» vervangen door: van de zaak kennisneemt, alsmede.
3. Er wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
i. of door partijen is getracht door de toepassing van mediation tot een oplossing voor hun geschil te komen alsmede, indien in een geschil genoemd in artikel 22c, eerste lid, mediation niet is toegepast, de redenen daarvan.
C
In onderdeel N komt artikel 30k, eerste lid, onderdeel c, te luiden:
c. een mediation onder leiding van een registermediator als bedoeld in de Wet registermediator voorstellen of een schikking beproeven,.
Indien het bij geleidende brief van 9 september 2013 toegezonden voorstel van wet van het lid Van der Steur tot wijziging van Boek 3 en Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering alsmede enkele andere wetten in verband met de bevordering van het gebruik van mediation (Wet bevordering van mediation in het burgerlijk recht) (33 723) tot wet is of wordt verheven en artikel III van die wet later in werking treedt dan het bij koninklijke boodschap van 16 oktober 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (34 059), wordt artikel III van de eerstbedoelde wet als volgt gewijzigd:
A
In onderdeel A wordt artikel 22a vernummerd tot artikel 22c.
B
Onderdeel B komt te luiden:
B
Artikel 30k, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. een mediation onder leiding van een registermediator als bedoeld in de Wet registermediator voorstellen of een schikking beproeven,.
C
Onderdeel C komt te luiden:
C
In artikel 96, eerste lid, wordt na «kunnen zij» ingevoegd: al dan niet bij voorbaat, overeenkomen dat zij.
D
Onderdeel D komt te luiden:
D
Artikel 30a, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel g vervalt: alsmede.
2. In onderdeel h wordt «van de zaak kennisneemt» vervangen door: van de zaak kennisneemt, alsmede.
3. Er wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
i. of door partijen is getracht door de toepassing van mediation tot een oplossing voor hun geschil te komen alsmede, indien in een geschil genoemd in artikel 22c, eerste lid, mediation niet is toegepast, de redenen daarvan.
E
Onderdelen F en G vervallen.
Indien het bij geleidende brief van 9 september 2013 toegezonden voorstel van wet van het lid Van der Steur tot wijziging van Boek 3 en Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering alsmede enkele andere wetten in verband met de bevordering van het gebruik van mediation (Wet bevordering van mediation in het burgerlijk recht) (33 723) tot wet is of wordt verheven en artikel XII van die wet later in werking treedt dan deze wet, wordt in artikel XII van de eerstbedoelde wet «In zaken waarbij de dagvaarding is uitgebracht of het verzoekschrift is ingediend» vervangen door: In zaken waarbij een vordering is ingesteld of een verzoek is ingediend.
Indien het bij koninklijke boodschap van 11 december 2014 ingediende voorstel van wet tot Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel erfgoed (Erfgoedwet) (34 109) tot wet is of wordt verheven en de artikelen 6.13, zevende lid, en 10.1, onderdeel e, van die wet eerder in werking zijn getreden of treden dan deze wet, komt artikel LXXXII van deze wet als volgt te luiden:
In artikel 6.13, zevende lid, van de Erfgoedwet wordt «door dagvaarding van Onze Minister» vervangen door: door Onze Minister op te roepen.
Indien het bij koninklijke boodschap van 11 december 2014 ingediende voorstel van wet tot Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel erfgoed (Erfgoedwet) (34 109) tot wet is of wordt verheven en artikel 6.13, zevende lid, van die wet later in werking treedt dan artikel LXXXII van deze wet, wordt in artikel 6.13, zevende lid, van die wet «door dagvaarding van Onze Minister» vervangen door: door Onze Minister op te roepen.
Indien het bij koninklijke boodschap van 30 juni 2009 ingediende voorstel van wet houdende regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten) (31 996) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, wordt in deze wet een artikel toegevoegd, luidende:
De Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapten cliënten wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 4, tweede lid, en 37, eerste lid, wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
B
In artikel 39, eerste lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
C
Artikel 44, tweede en derde lid, komen te luiden:
2. Het verzoek kan worden ingediend door middel van een tegenverzoek in een verweerschrift als bedoeld in artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, of bij een desbetreffend schriftelijk verzoek ter gelegenheid van zijn verhoor, dan wel, indien het indicatieorgaan geen procesinleiding als bedoeld in artikel 37, eerste lid, indient, binnen zes weken nadat de last is gegeven, bij een afzonderlijk verzoek.
3. Indien het verzoek wordt ingediend ter gelegenheid van het verhoor van de betrokkene is artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.
D
Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «een verzoekschrift» vervangen door «een procesinleiding» en wordt «bij het verzoekschrift» vervangen door: bij de procesinleiding.
E
Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «op het verzoekschrift» vervangen door: op het verzoek in de procesinleiding.
2. In het tiende lid wordt «zonder behandeling ter terechtzitting onmiddellijk op het verzoekschrift beschikken» vervangen door: zonder behandeling ter zitting onmiddellijk op het verzoek in de procesinleiding beschikken.
3. In het elfde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
Indien het bij koninklijke boodschap van 30 juni 2009 ingediende voorstel van wet houdende regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten) (31 996) tot wet is of wordt verheven en die wet later in werking treedt dan artikel XCI van deze wet, wordt de eerstbedoelde wet als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 4, tweede lid, en 37, eerste lid, wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
B
In artikel 39, eerste lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
C
Artikel 44, tweede en derde lid, komen te luiden:
2. Het verzoek kan worden ingediend door middel van een tegenverzoek in een verweerschrift als bedoeld in artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, of bij een desbetreffend schriftelijk verzoek ter gelegenheid van zijn verhoor, dan wel, indien het indicatieorgaan geen procesinleiding als bedoeld in artikel 37, eerste lid, indient, binnen zes weken nadat de last is gegeven, bij een afzonderlijk verzoek.
3. Indien het verzoek wordt ingediend ter gelegenheid van het verhoor van de betrokkene is artikel 30i, achtste en negende lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.
D
Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «een verzoekschrift» vervangen door «een procesinleiding» en wordt «bij het verzoekschrift» vervangen door: bij de procesinleiding.
E
Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «op het verzoekschrift» vervangen door: op het verzoek in de procesinleiding.
2. In het tiende lid wordt «zonder behandeling ter terechtzitting onmiddellijk op het verzoekschrift beschikken» vervangen door: zonder behandeling ter zitting onmiddellijk op het verzoek in de procesinleiding beschikken.
3. In het elfde lid wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
Indien het bij koninklijke boodschap van 4 juni 2010 ingediende voorstel van wet houdende regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) (32 399) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, komt artikel XCI van deze wet als volgt te luiden:
De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1:7, derde lid, wordt «verzoekschriftprocedure» vervangen door: verzoekprocedure.
B
Artikel 1:8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het derde lid wordt «Artikel 282, vierde lid» vervangen door: Artikel 30i, achtste en negende lid.
C
In de artikelen 5:7, zesde lid, 5:10, eerste lid, onder a, en 5:11, vierde lid, wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
D
Artikel 5:18 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt «een verzoekschrift» telkens vervangen door: een procesinleiding.
2. In het eerste, tweede, derde en vierde lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
E
Artikel 5:19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «alsnog een verzoekschrift» vervangen door «alsnog een procesinleiding» en wordt «bij het verzoekschrift» vervangen door: bij de procesinleiding.
F
Het opschrift van paragraaf 6 komt te luiden: Paragraaf 6 Verzoek van de officier van justitie
G
Artikel 5:20 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste, tweede en vijfde lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het derde en vierde lid wordt «bij het verzoekschrift» telkens vervangen door: bij de procesinleiding.
3. In het vierde lid wordt «in zijn verzoekschrift» vervangen door: in de procesinleiding.
H
In artikel 6:1, eerste lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
I
Artikel 6:2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de onderdelen a en b, wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In onderdeel c wordt «een nieuw verzoekschrift» vervangen door: een nieuwe procesinleiding.
J
In artikel 6:4, onderdeel a, wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
K
Artikel 6:5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «een nieuw verzoekschrift» vervangen door «een nieuwe procesinleiding» en wordt «op het verzoekschrift» vervangen door: op het verzoek.
2. In onderdeel c wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
L
In artikel 7:8, onderdeel a, wordt «een verzoekschrift» vervangen door «een procesinleiding» en wordt «op het verzoekschrift» vervangen door: op het verzoek.
M
Artikel 7:9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
2. In het derde lid wordt «bij het verzoekschrift» vervangen door: bij de procesinleiding.
N
Artikel 8:12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zesde lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
2. In het zevende lid wordt «over het verzoekschrift» vervangen door «op het verzoek in de procesinleiding» en wordt «geen verzoekschrift» vervangen door: geen procesinleiding.
O
Artikel 8:19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het derde lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
3. In het vierde lid, aanhef en onder c, wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
4. In het vijfde lid wordt «een nieuw verzoekschrift» vervangen door «een nieuwe procesinleiding», wordt «een dergelijk verzoekschrift» vervangen door «een dergelijke procesinleiding», wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door «de procesinleiding» en wordt «het ingediende verzoekschrift» vervangen door: de ingediende procesinleiding.
5. In het zesde lid wordt «geen verzoekschrift» vervangen door «geen procesinleiding» en wordt «bij het verzoekschrift» vervangen door: bij de procesinleiding.
6. In het zevende lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
P
In artikel 8:25, eerste lid, onderdelen h en m, wordt «verzoekschriften» telkens vervangen door: verzoeken.
Q
In artikel 8:27, tweede lid, wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
Indien het bij koninklijke boodschap van 4 juni 2010 ingediende voorstel van wet houdende regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) (32 399) tot wet is of wordt verheven en die wet later in werking treedt dan artikel XCI van deze wet, wordt de eerstbedoelde wet als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1:7, derde lid, wordt «verzoekschriftprocedure» vervangen door: verzoekprocedure.
B
Artikel 1:8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het derde lid wordt «Artikel 282, vierde lid» vervangen door: Artikel 30i, achtste en negende lid.
C
In de artikelen 5:7, zesde lid, 5:10, eerste lid, onder a, en 5:11, vierde lid, wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
D
Artikel 5:18 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt «een verzoekschrift» telkens vervangen door: een procesinleiding.
2. In het eerste, tweede, derde en vierde lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
E
Artikel 5:19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het tweede lid wordt «alsnog een verzoekschrift» vervangen door «alsnog een procesinleiding» en wordt «bij het verzoekschrift» vervangen door: bij de procesinleiding.
F
Het opschrift van paragraaf 6 komt te luiden: Paragraaf 6 Verzoek van de officier van justitie
G
Artikel 5:20 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste, tweede en vijfde lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het derde en vierde lid wordt «bij het verzoekschrift» telkens vervangen door: bij de procesinleiding.
3. In het vierde lid wordt «in zijn verzoekschrift» vervangen door: in de procesinleiding.
H
In artikel 6:1, eerste lid, wordt «het verzoekschrift» vervangen door: de procesinleiding.
I
Artikel 6:2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de onderdelen a en b, wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In onderdeel c wordt «een nieuw verzoekschrift» vervangen door: een nieuwe procesinleiding.
J
In artikel 6:4, onderdeel a, wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
K
Artikel 6:5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «een nieuw verzoekschrift» vervangen door «een nieuwe procesinleiding» en wordt «op het verzoekschrift» vervangen door: op het verzoek.
2. In onderdeel c wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
L
In artikel 7:8, onderdeel a, wordt «een verzoekschrift» vervangen door «een procesinleiding» en wordt «op het verzoekschrift» vervangen door: op het verzoek.
M
Artikel 7:9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
2. In het derde lid wordt «bij het verzoekschrift» vervangen door: bij de procesinleiding.
N
Artikel 8:12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zesde lid wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
2. In het zevende lid wordt «over het verzoekschrift» vervangen door «op het verzoek in de procesinleiding» en wordt «geen verzoekschrift» vervangen door: geen procesinleiding.
O
Artikel 8:19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
2. In het derde lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
3. In het vierde lid, aanhef en onder c, wordt «verzoekschrift» telkens vervangen door: procesinleiding.
4. In het vijfde lid wordt «een nieuw verzoekschrift» vervangen door «een nieuwe procesinleiding», wordt «een dergelijk verzoekschrift» vervangen door «een dergelijke procesinleiding», wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door «de procesinleiding» en wordt «het ingediende verzoekschrift» vervangen door: de ingediende procesinleiding.
5. In het zesde lid wordt «geen verzoekschrift» vervangen door «geen procesinleiding» en wordt «bij het verzoekschrift» vervangen door: bij de procesinleiding.
6. In het zevende lid wordt «het verzoekschrift» telkens vervangen door: de procesinleiding.
P
In artikel 8:25, eerste lid, onderdelen h en m, wordt «verzoekschriften» telkens vervangen door: verzoeken.
Q
In artikel 8:27, tweede lid, wordt «verzoekschrift» vervangen door: procesinleiding.
1. Ten aanzien van een procedure bij de civiele rechter waarbij het exploot voor de datum van inwerkingtreding van deze wet rechtsgeldig is betekend, blijft het recht van toepassing zoals dat voor die datum gold.
2. Ten aanzien van een procedure bij de civiele rechter waarbij voor de datum van inwerkingtreding van deze wet een verzoekschrift bij de rechter is ingediend, een beroepschrift bij het gerechtshof is ingediend of een verzoekschrift bij de Hoge Raad is ingediend, blijft het recht van toepassing zoals dat gold voor de inwerkingtreding van deze wet.
3. Zolang de verplichting om langs elektronische weg te procederen nog niet bij alle gerechten voor alle zaken in werking is getreden, bepaalt de rechter naar wie een zaak wordt doorgestuurd, verwezen of terugverwezen, zo nodig op welke wijze die zaak wordt behandeld of voortgezet.
4. Ten aanzien van een procedure bij de bestuursrechter blijft het recht zoals dit gold voor de datum van inwerkingtreding van de verplichting om langs elektronische weg te procederen, van toepassing op:
a. beroep tegen een voor dat tijdstip bekendgemaakt besluit;
b. hoger beroep, verzet of beroep in cassatie tegen een voor die datum bekendgemaakte uitspraak van de bestuursrechter;
c. een voor die datum ingesteld beroep wegens niet tijdig beslissen;
d. een voor die datum ingediend verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene bestuursrecht, en
e. een voor die datum ingediend verzoek om herziening van een uitspraak van de bestuursrechter.
5. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op een verzoek aan de bestuursrechter om een voorlopige voorziening of om opheffing of wijziging daarvan.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan, voor verschillende vorderingen, verzoeken en besluiten en voor de verschillende gerechten en verschillende bestuursrechters verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Veiligheid en Justitie,