Kamerstuk 34191-20

Amendement van de leden Van Gerven en Leijten dat regelt dat pas tot afschaffing van het College bouw zorginstellingen wordt besloten na een evaluatie over de effecten van de afschaffing van het bouwregime voor instellingen als bedoeld in artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen

Dossier: Wijziging van wetten teneinde misslagen en omissies in wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te herstellen, de broninhouding van eigen bijdragen voor beschermd wonen te kunnen voortzetten en het College bouw zorginstellingen op te heffen (Verzamelwet VWS 2016)

Gepubliceerd: 5 april 2016
Indiener(s): Renske Leijten , Henk van Gerven
Onderwerpen: organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34191-20.html
ID: 34191-20
Wijzigingen: 34191-28

Nr. 20 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN GERVEN EN LEIJTEN

Ontvangen 5 april 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In de beweegreden wordt «te brengen, de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting te wijzigen» vervangen door «te brengen en de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting te wijzigen» en vervalt: en de Wet toelating zorginstellingen te wijzigen teneinde het College bouw zorginstellingen, dat geen wettelijke taken meer heeft, op te heffen;.

II

In artikel XI vervallen de onderdelen A, C en D.

III

Artikel XVI komt te luiden:

ARTIKEL XVI

De Wet toelating zorginstellingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9, derde lid, wordt «de autorisatielijst van jeugdzorgaanbieders, bedoeld in artikel 2y van de Wet op de jeugdzorg» vervangen door: de autorisatielijst van jeugdhulpaanbieders, bedoeld in artikel 7.2.7 van de Jeugdwet.

B

In artikel 14, derde lid, wordt «de autorisatielijst van jeugdzorgaanbieders, bedoeld in artikel 2y van de Wet op de jeugdzorg» vervangen door: de autorisatielijst van jeugdhulpaanbieders, bedoeld in artikel 7.2.7 van de Jeugdwet.

C

De artikelen 39 tot en met 55 en 57 tot en met 62 vervallen.

D

Na artikel 66 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 66a

  • 1. Onze Minister zendt vóór 1 januari 2019 aan de Staten-Generaal een verslag over de effecten van de afschaffing van het bouwregime voor instellingen als bedoeld in artikel 5 van deze wet. In deze evaluatie wordt in ieder geval aandacht besteed aan:

    • a. of de afschaffing van het bouwregime heeft geleid tot de gewenste besparingen in de cure respectievelijk de care, en

    • b. of de zorginstellingen met hun bouwactiviteiten goed kunnen inspelen op de reële zorgbehoefte en voldoende kapitaal aan kunnen trekken zonder dat dit ten koste gaat van de financiële gezondheid van de instellingen op korte, middellange en lange termijn.

  • 2. Voorts besteedt Onze Minister in het verslag, bedoeld in het eerste lid, aandacht aan alternatieve scenario’s waarin weer een bouwregime wordt ingevoerd en de kapitaallasten collectief worden geborgd en schat het de gevolgen daarvan in.

IV

Artikel XVIII, onderdeel F, vervalt.

V

De artikelen XIX en XXII vervallen.

VI

Artikel XXXIII vervalt.

VII

Artikel XXXIX wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 2 wordt «XVI, onderdeel F, 2, en onderdeel I,» vervangen door XVI, onderdelen A en B.

2. In onderdeel 3 wordt «XI, onderdelen A tot en met D» vervangen door «XI, onderdeel B», vervalt «XVI, met uitzondering van onderdeel F, 2, en onderdeel I, XVIII, onderdelen AA en F,» en wordt «XIX en XXII» vervangen door: en XIX.

Toelichting

Dit amendement regelt dat het College bouw zorginstellingen niet met ingang van 1 januari 2016 wordt opgeheven. Daartoe vervallen de voorgestelde wijzigingen in de Wet toelating zorginstellingen (artikel XVI).

Door invoeging van een nieuw artikel 66a aan de wet toelating zorginstellingen wordt geregeld dat er eerst een grondige evaluatie van de afschaffing van het bouwregime plaatsvindt, op basis waarvan een beslissing genomen kan worden over het al dan niet continueren van het College bouw zorginstellingen.

Bij het afschaffen van het bouwregime in 2008 en 2009 is een overgangsperiode voor de cure tot en met 2016 en de care tot en met 2017 ingesteld om de risicodragendheid van zorgaanbieders voor hun gebouwgebonden kosten op 100% te krijgen. Gezien het feit dat beide overgangsperioden nog niet zijn afgelopen kunnen de uiteindelijke risico’s van de afschaffing van het bouwregime nog niet volledig worden ingeschat. Tevens kan niet met zekerheid gesteld worden dat zorgaanbieders niet in financiële problemen komen door de overgang en de nieuwe situatie. Ook is onvoldoende duidelijk of door het afschaffen van het bouwregime niet ten onrechte van noodzakelijke investeringen in gebouwen wordt afgezien, omdat met de privatisering van de kapitaallasten het moeilijker is geworden om leningen te kunnen afsluiten en of de kapitaallasten door de privatisering niet onnodig hoog zijn geworden. Handhaving van het College bouw zorginstellingen is derhalve wenselijk, ook vanuit het uitgangspunt dat je geen oude schoenen moet weggooien voordat je goede nieuwe schoenen hebt.

De toekomst van het College bouw zorginstellingen kan pas weloverwogen worden vastgesteld nadat een evaluatie en bespreking van de afschaffing van het bouwregime met 100% risicodragendheid met de Kamer heeft plaatsgevonden.

Indien dit amendement wordt aangenomen, wordt in het opschrift «te herstellen,» vervangen door «te herstellen en» en vervalt: en het College bouw zorginstellingen op te heffen.

Van Gerven Leijten