Ontvangen 19 april 2016
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel IA komt te luiden:
ARTIKEL IA
Na artikel 4 van de Wet hergebruik van overheidsinformatie worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 4a Uitzondering dwangsom bij niet tijdig beslissen
Paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op besluiten op grond van deze wet en op beslissingen op bezwaar tegen deze besluiten.
Artikel 4b Bijzondere regeling bestuursrechter
1. In geval van een gegrond beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op grond van deze wet of een beslissing op bezwaar tegen een dergelijk besluit waarbij nog geen besluit is bekendgemaakt, bepaalt de bestuursrechter, indien de omvang van het verzoek hiertoe aanleiding geeft, in afwijking van artikel 8:55d, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht de termijn waarbinnen het bestuursorgaan alsnog een besluit bekendmaakt.
2. Indien de bestuursrechter oordeelt dat het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk het gevolg is van de wijze van indiening van het verzoek en nog geen besluit is bekendgemaakt, bepaalt de bestuursrechter, indien het verzoek hiertoe aanleiding geeft, in afwijking van artikel 8:55d, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht een langere termijn waarbinnen het bestuursorgaan alsnog een besluit bekendmaakt.
3. De bestuursrechter kan artikel 8:74, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht buiten toepassing laten en een proceskostenveroordeling op grond van artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht achterwege laten, indien de indiener van het beroepschrift, gelet op de omvang van het verzoek, onvoldoende heeft meegewerkt aan het bereiken van overeenstemming over:
a. een opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 4:15, tweede lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht, of
b. verder uitstel van de beslistermijn als bedoeld in artikel 7:10, vierde lid, onderdeel a of b, van de Algemene wet bestuursrecht.
4. De bestuursrechter kan eveneens artikel 8:74, eerste lid, van de Algemene wetbestuursrecht buiten toepassing laten en een proceskostenveroordeling op grond van artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht achterwege laten, indien hij oordeelt dat het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk het gevolg is van de wijze van indiening van het verzoek.
B
Na artikel IA wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IB
1. Indien het bij geleidende brief van 5 juli 2012 aanhangig gemaakte voorstel van wet van de leden Voortman en Van Weyenberg houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid)(Kamerstukken 33 328), tot wet is of wordt verheven en artikel 9.61 van die wet eerder in werking treedt dan artikel IA van deze wet, vervalt artikel IA van deze wet.
2. Indien het bij geleidende brief van 5 juli 2012 aanhangig gemaakte voorstel van wet van de leden Voortman en Van Weyenberg houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid)(Kamerstukken 33 328), tot wet is of wordt verheven, en artikel IA van deze wet eerder in werking treedt dan artikel 9.61 van die wet, vervalt artikel 9.61 van die wet.
Deze nota van wijziging wordt mede gegeven namens de Minister-President, Minister van Algemene Zaken. De formulering van de invoeging van de artikelen 4a en 4b in de Wet hergebruik van overheidsinformatie in artikel IA van het onderhavige voorstel van wet is aangepast nu de Wet hergebruik van overheidsinformatie inmiddels in werking is getreden.
In het voorgestelde artikel IB wordt vervolgens de samenloop geregeld tussen het onderhavige voorstel van wet en het bij geleidende brief van 5 juli 2012 aanhangig gemaakte voorstel van wet van de leden Voortman en Van Weyenberg houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid)(Kamerstukken 33 328). In artikel 9.61 van dat wetsvoorstel worden de artikelen 4a en 4b ingevoegd in de Wet hergebruik van overheidsinformatie. Die artikelen worden in diezelfde Wet hergebruik van overheidsinformatie ingevoegd op grond van artikel IA, eerste lid, van onderhavig voorstel van wet. In de situatie waarin artikel 9.61 van het wetsvoorstel open overheid eerder in werking treedt dan (artikel IA van) het onderhavige voorstel van wet, is invoeging van de artikelen 4a en 4b op grond van het onderhavige voorstel van wet niet meer nodig. Om die reden regelt artikel IB, eerste lid, dat voor die situatie artikel IA van het onderhavige voorstel van wet vervalt.
Voor die situatie waarin (artikel IA van) het onderhavige voorstel van wet eerder in werking treedt dan artikel 9.61 van het wetsvoorstel open overheid, is invoeging van de artikelen 4a en 4b op grond van dat wetsvoorstel niet meer nodig. Om die reden regelt artikel IB, tweede lid, dat voor die situatie artikel 9.61 van het wetsvoorstel open overheid vervalt.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties R.H.A. Plasterk