Voorgesteld 27 september 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de rechter in zijn vonnis expliciet kan adviseren op welke wijze een straf of maatregel dient te worden uitgevoerd;
overwegende dat bij jongeren die een voorwaardelijk jeugddetentie krijgen opgelegd (pij-maatregel) de rechter ook kan bepalen of, en zo ja, in welke inrichting de jeugdige crimineel een specifieke behandeling dient te volgen;
overwegende dat de Kamer een motie (34 300-VI, nr. 35) heeft aangenomen die de regering verzoekt deze behandelingen spoedig, in elk geval maximaal drie maanden na strafoplegging, te laten plaatsvinden;
verzoekt de regering om, samen met de ketenpartners te bezien of het Administratie- en Informatie Centrum voor de Executieketen (AICE) een toegevoegde waarde heeft bij de snelle start van dergelijke behandelingen en de Kamer hierover te informeren voor 1 januari 2017,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Toorenburg